1 |
|
“...nevens een aan-
tal andere Hagedisfen, worden hier gevonden.
Onder deze is de klevende Hagedis, welke zich
aan het lijf hecht, moeijelijk en niet zonder
pijn 4os te rukken.
Zee- en landfchilpadden zijn op Curasao,
en vooral te Bonaire, zeer talrijk. De eer-
fte vooral leveren een lekker en gezond voed-
fel op. De caret-fchilpad is er ook, doch
niet zeer algemeen.
Het gevogelte is op dit eiland noch talrijk,
noch veelfoortig om de weinige bosfchen, en
bepaalt zich tot eene foort van wouw en fper-
wer, onder de roofvogelen; tot de blaauwe
en...”
|
|
2 |
|
“...lieve
Europefche lezers die door de vergrootende
berigten der zoogenaamd Philantropifche fchrij-
vers opgewonden, den negerflaaf zoo zeer be-
klaagt, den negerhandel verdoemt, en blinde-
lings die wezens volgt, die den Neger, den
Hottentot, zeggen te beminnen, om van de
moeite ontflagen te wezen, hunnen evennaas-
ten lief te hebben. Ziet, leest, hoe men
hier, en bijna in alle Wstindifche kolonin,
die flaven behandelt.
Zij zijn of de eigendom hunnes meesters,
die hen in de velden of in huis laat wer-
ken, of wel hun een ambacht laat leeren,
waardoor zij zich zelven kunnen onderhouden,
en eene matige fom aan hunne meesters of
meesteresfen opbrengen (*). Belang en men-
fche-
(*) Van 6 tot 14 realen s weeks, naar gelang de
kundigheden en fexe der Haven....”
|
|
3 |
|
“...?8 BESCHRIJVING VAN
dienst. Is dan derzelver toefland zoo ramp-
zalig? Hebben zij het niet beter dan de ge-
ringe handwerksman en daglooner, die voor
vrouw en kinderen ellendig moet zwoegen en
flaven voor eenige Huivers dagloon; die iij
den winter van kommer en gebrek bijna ver-
gaat, en oud en gebrekkig geworden, vaak
een voorwerp der diepfle ellende is! Een
oude flaaf of flavin, die niet meer kan wer-
ken krijgt den kost om niet. Ten bewijze
verder der goede behandeling dient, dat on-
danks de belette invoer van vreemde flaven,
het getal derzelve op Curagao meer toe dan
afneemt.
De Negers en gekleurden, zoo vrijen als
flaven, en men kan het bijna algemeen van
den geringen Hand der blanke Creolen zeg-
gen hebben veel minder behoeften dan wij
verfijnde Europeanen.
In Europa, zegt de Heer van eekhout
te regt, moeten de menfehen des zomers
voor den winter zprgen, en des winters ver-
teren, wat zij des zomers yan hunne winsten
opleggen; maar hier en elders in warme lan-
den, weet men niet...”
|
|