1 |
|
“...HET EILAND CURASAO. 63
hier de gele, de roode, de Surinaamfche en
de groene Piment overvloedig* In weerwil
van het menigvuldig gebruik, dat men daar-
van maakt, geeft dezelve den eigenaar weinig
voordeel. De wilde granaatappel is hier niet
meer dan een harde heester, welks vrucht
klein en niet zeer fmakelijk is. Van de fchil,
kan men inkt maken, die echter ligtelijk ros
en geel wordt.
Behalve de Spaanfche jasmin, eenige lelien
enz., vindt men hier weinig bloemen, en die
van Eqropefche afkomst gelukken ilecht. De
Oleander, een zachte melkachtige* doch ver-
bazend groote heester, geeft rozenroode zeer
welriekende bloemen tweemaal s jaars.
Geneeskrachtige planten en kruiden zijn er
op Curagao niet weinig, en waarlijk vele
ziekten worden door dezelve beter dan door
Europefche geneesmiddelen genezen.
De Carpata olie (Oleum Brisjini, Eng.
Castor oil) (Palma Christi') wordt uit de
koffijachtige boon van eene plant getrokken,
die donker groene naar moerbezin gelijkende
bladen en eene vleeschkleurige...”
|
|