Your search within this document for 'pinda' resulted in one matching pages.
1

“...wordt gegeten, en eene zekere foort van roodachtige boonen, die den zonderlingen naam van oude wijven dragen. Jong en versch gegeten, zijn dezelve goed, maar oud en droog moeijelijk om te ver- teren. Zoo gezonden welfmakend de Jamaica-boo- nen vooral groen gegeten, zijn, zoo vergiftig is de fchil de fchapen flerven daarvan als zij dezelve eten. Eene andere kleine peulvrucht, naar eene platte erwt gelijkende, noemt men Boontje Manteca of fmeerboontje. Eene andere zeer gewone aardvrucht is de Pinda, ter grootte van eenen kleinen aker, met eene harde brosfe fchil. De vrucht daar- van wordt versch gekookt, doch meest droog gebraden gegeten. Dezelve zijn aangenaam van fmaak, omtrent als zoete hazelnoten, en leveren eene goedkoope en gezonde verfnape- ring op. Europefche groenten, een weinig falade uijen,...”