1 |
 |
“...BESCHRIJVING VAN
Ui
*
Charloh wordt over en weder door pontje
gehouden; dit zijn kleine platboomde fchui-
sen met zitbanken. Een Neger roeit dezelve
met eenen frikftok voort. De prijs is een
plak of 5 duken Hollandsch, hetwelk, aange-
zien de wijdte der haven en de deining der
zee, niet te veel is. De menigte pontjes, die
in allerhande rigtingen over en weder varen,
levert geen onaardig fchouwfpel op, vooral van
een verheven ftandpunt,
Sommige dier pontjes kunnen 12 tot 16
perfonen bevatten; eenige hebben kleine zei-
len, en gaan vrij goed bij en voor den wind,
De allrgrootfte worden tot waterhalen gebe-
zigd. De visfchers bezigen kleine kanos
voor x, 2 tot 4 man gefchikt, en wagen zich
met deze ranke vaartuigen zelfs in zee, wel-
ke doorgaans vrij kalm is. De Spanjaards noe-
men die doorgaans Mare del Norte of Mare
di Venezuela.
De huizen zijn meestal uitwendig in den-
zelfden fmaak als die in Holland, met fchuin-
fche daken en gevels. Allen zijn van fteen
gebouwd, het zij van Hollandfehe...”
|
|
2 |
 |
“...te vindene of overgebragte
hoornvee, bevindt zich ook op dit eiland.
Hetzelve is echter klein, meerendeels rood
van kleur fchoon daaronder ook zwarte
zijn. Zij fchijnen om den breeden kop
eenigzins tot de buffels te behooren. De
koeijen geven nog niet de helft der melk
van die in Holland, doch de osfen die-
nen tot vervoering der goederen en perfo-
nen, en trekken zware karren. Zon-
derling is het, dat er in plaats van de
osfen goed aan te fpannen en door muil-
banden te dwingen, altoos een Neger moet
zijn, die de koers houdt, en voor de beide
osfen loopt, terwijl een ander de kar be-
ftuurt. Het rundvleesch is hier niet zeer
goed, doorgaans mager en taai, terwijl de
beste osfen naauwelijks 500 83 wegen, en oud
geilacht worden.
Overvloediger zijn de fchapen, die arme
dieren, welke zonder menfchelijke hulp ner-
gens kunnen beffaan, en echter door den
mensch overal worden verfpreid. Zij zijn
niet groot van geftalte, en de wol is haarach-
tig en tot fpinnen ongefchikt (*); men fcheert
de-...”
|
|
3 |
 |
“...HET EILAND CURASAO. 73
fproken en fomtijds kluchtige verwarring kan
baren.
Engelsch Fransch Spaansch en Hoog-
duitsch wordt hier door de kooplieden en de
befchaafde klasfe veel gefproken; vooral ook
Neger- of Colonie- Fransch en verbasterd
Deensch.
De kleeding is bijna die der Europeanen,
behalve dat zij losfer en dunner is. De in-
geboorne vrouwen ontfieren doorgaans haar
hoofd door het met bonte doeken te bedek-
ken, iets, dat mij ongezond en onzindelijk
voorkomt. Het haar der Creolinnen behoeft
voor dat der Nederlandfche meisjes anders niet
te wijken; doorgaans hebben zij (blanken en
kleurlingen ) fraaije fprekende blaauwe of zwar-
te oogen, eene rijzige, losfe geftalte, en zijn
wijders welgemaakt. Eenigen, vooral onder
de blanken of uit blanken gefproten, zouden
overfchoon kunnen genoemd worden, indien
het gemis van dat zachte Coloriet den Euro-
peaan niet aan .de bloozende Engelfche en Ne-
derlandfche meisjes deed denken. Onder de
bruinen en gelen zelfs, vindt men iraaije Egyp-
tifche...”
|
|
4 |
 |
“...100 jarn oud
worden.
Geheel verkeerd is het algemeen gevelen
wegens den ongelukkigen toeftand der Haven.
Het is waar, zij misfen de voorregten van on-
afhankelijkheid en burgerflaat; zij zijn dienst-
baar, en men kan over dezelve als onroerend
goed, bij verkoop, bflisfen. 1 Maar, lieve
Europefche lezers die door de vergrootende
berigten der zoogenaamd Philantropifche fchrij-
vers opgewonden, den negerflaaf zoo zeer be-
klaagt, den negerhandel verdoemt, en blinde-
lings die wezens volgt, die den Neger, den
Hottentot, zeggen te beminnen, om van de
moeite ontflagen te wezen, hunnen evennaas-
ten lief te hebben. Ziet, leest, hoe men
hier, en bijna in alle Wstindifche kolonin,
die flaven behandelt.
Zij zijn of de eigendom hunnes meesters,
die hen in de velden of in huis laat wer-
ken, of wel hun een ambacht laat leeren,
waardoor zij zich zelven kunnen onderhouden,
en eene matige fom aan hunne meesters of
meesteresfen opbrengen (*). Belang en men-
fche-
(*) Van 6 tot 14 realen s weeks, naar gelang...”
|
|
5 |
 |
“...ge-
ruste onverfchilligheid. Het is waar, fomtijds
moet hij door gevoelige Hagen tot zijnen plgc
gebragt worden, maar zelden gefchiedt dit
zonder reden; dikwijls hebben zij het dubbel
1 verdiend, daar zij vadfig, lui en diefachtig van
aard, en door woorden moeijelijk te regeren
zijn, gelijk ieder, die Hechts een poos in de
West Indien geweest is, ligtelijk zal ontwa-
] ren, en zijne, in Europa opgedane gevoe-
j lens van vrijheid en gelijkheid der Negers la-
j ten varen.
Men veroorlooft hier den Neger een voor-
werp zijner keuze te nemen, en met haar als
man en vrouw te leven. Somtijds wordt deze
foort van huwelijk in de Roomfche kerk inge-
zegend, doch niet door de regering bekrach-
tigd. Alle negerkinderen worden gedoopt, en
ontvangen eenig onderwijs in den R. C. gods-
dienst....”
|
|