1 |
|
“...HET EILAND CURACAO. 79
paar fchoenen of voetzoolen, dan heeft hij
hier zijne kleedij; eene mat niet een kusfen
of een bundel oude lappen of een fteen voor
hoofdpeuluw, in een hutje van ftroo of des
noods onder eene gallerij; hij heeft zijne le-
gerdede en nacht verblijf. Licht en brand-
dof, heeft men ook niet veel noodig- Het
eerde zou men des noods kunnen misfen; en
het vuur voor den eenvoudigen maaltijd wordt
ook niet veel vereischt. Een paar fchellin-
gen is fpoedig gewonnen of gebedeld, en daar
weet men zich ook zeer wel van tp verzor-
gen mits men aan het geld dat denkbeeld
niet hecht omtrent de waarde, zoo als in Eu-
ropa, want in de meeste gevallen van de nood-
wendigheden des levens, moet men hier pen
duiver, tegen een duit gerekend, uitgeven;
kommetjes, kopjes, fchoteltjes, borden en fcho-
tels groeijen aan de. boomen en kosten niets
of niet veel; dus komen de zorgen voor den
gemeenen man in geenen deele in evenredig-
heid met die, welke dien dand in Europa,
vooral in het ...”
|
|