1 |
 |
“...HET EILAND CURASAO. 57
eetbare noot bevattende, doch die door een
verfrisfchend flijmachtig vleesch omgeven is.
Deze boom is hier zeer talrijk* De wijfjes-
boomen dragen alleen. Even groot of groo-
ter is de macaque of apeapruim, waar van
verfcheidene foorten zijn. Deze leveren eene
kleine, gele, niet onaangename, maar juist niet
zeer gezonde pruim op. Beide deze boomen
verliezen, na gedragen te hebben, hunne bla-
deren, en verkrijgen tegen November eerst
bloefem, en dan blad.
De Mamai of Mammaal is een groote regt-
ftammige boom, met donker groene, dikke,
glinfterende bladeren, naar die van den lau*
rierboom gelijkende, en fteeds twee aan twee
groeijende. De vrucht gelijkt naar den mis-
pel, maar is hard vleesachtig, en bevat een
kern, twee derden van de vrucht zelve groot.
Deze kern wordt voor vergiftig geacht.
Het goede en kwade paart zich in de West-
Indien dikwijls te zatnen. Zoo is b. v. de
fchil of peul der Jamaica boon vergiftig, en
voor fchapen, die daar van eten, doodelijfo
De...”
|
|