1 |
 |
“...achteren heeft men dezelve niet noodig, daar
eene volftrekt ongenaakbare rotszijde, aan den
kant van het Schottegat, hetzelve genoegzaam
beveiligt. De toegang gaat alleen langs een final,
fteil met losfe keifleenen bezaaid pad, in het
front der hoofdbatterij, wordende de poort
daarbij nog door gefchut gedekt. Op eenen
tegenoverliggenden heuvel, van waar men het
fort zoude kunnen befchieten, wordt nu eene
redoute opgerigt, met twee mortieren en eenig
gefchut voorzien. Deze en het fort heilrij-
ken de haven, en het geheel, wel van man-
fchap, levensmiddelen en ammunitie voorzien,
kan als bijna onoverwinnelijk gereekend worden.
Aan de Westzijde van de haven, ligt de
Otrabanda of overzijde, ook fpaanfche zij-
de genaamd; dezelve is ruim en volkrijk,
niet zeer goede huizen voorzien, en beftaat
aan den Zuidwestkant uit eene kaai met huizen,
en aan den Noordwestkant met aan het water
uitkomende gebouwen. Verder heeft men eene
groote, lange Breedejlraat in eene eenigzins
rijzende ligging. Ten Noorden...”
|
|
2 |
 |
“...a6 BESCHRIJVING VAN
Alzoo bevat de ftad mee derzelver omftre
ken 9536 inwoners.
3. De middeldivtfie ligt grootendeels rond-
om de baai, Noord- en Oostwaarts van de ftad,
en is in drie districten verdeeld, waarvan
ieder eenen wijk- of districtmeester heeft. De-
ze afdeeling beftaat uit verfcheidene nietgroo-
te, maar welbeplante tuinen of plantaadjen,
de meesten van goede waterputten voorzien,
van waar het water, vooral uit die, welke
aan de baai liggen, naar de ftad vervoerd
wordt; iets, dat zeer-noodig is, het meest bij
droogte, daar het zeewater natuurlijk brak en
het aantal regenbakken verre na niet toerei-
kend is, De fchepen nemen ook van daar
water in. De voornaamften, die dit leveren,
zijn BRAKKESMID ASCIENTO, VALENTYN en
martin. In dezen omtrek, vindt men de
meeste Cocosboomen.
3. Veel uitgeftrekter dan deze, is de Oost-
divifie, in drie districten verdeeld. In de-
zelve, vindt men de reeds gemelde Caraccas-
bciai en het fort, den Tafelberg, de Rondeklip
en de Oostpunt. De ...”
|
|
3 |
 |
“...HET EILAND CURACAO. $
nut; te weten: men bezigt de bladeren, een
weinig warm gemaakt, om mahonijhout fchoon
te maken en te doen glinfleren. Bovendien
maken de Negers daarvan zeer lekkere koe-
ken. Zij graven, namelijk, de alo plant uit
den grond, fnijden wel meer dan twee derde
deelen van de bladeren af, en laten de rest
aan den kop of ftoel vast. Hierop plaatfeft
zij die in den grond, in eenen met takken
heet gemaakten kuil welke als dan met
aarde overdekt wordt. De bladeren dus zacht
gefmoord of geftoofd wordende, laat men om-
trent vierentwintig uren in den kuil en men
verkrijgt alsdan eenen aangenamen koek, die
zeer gezond voor de borst is. Hierom is de
Alo bier onder den naam van Koekoe Indiaan
(Indiaanfche koek) bekend.
Tot heiningen, waarmede de landerijen
van elkander worden afgefcheiden bedient
men zich, behalve van klipfteenen, van de
Car douche (Cactus monoliformis, Laru, Cac-
tus fico ornatus fpinofisfimus), en waarlijk,
men kan zich geene verfchrikkelijkere heining
verbeelden...”
|
|
4 |
 |
“...okkernoot. Deze plant, door
midden gefneden, in den asch gebraden en op
den buik gelegd, wordt in buikziekten met
goed gevolg gebruikt. De eigenlijke Opuntia
is hier ook, fchoon men zich niet op de teek
van het Cochenille infect toelegt.
Ongelijk van groote, en met kromme witte
ftekels voorzien, zijn de veelfoortige Cactus
Ficoides herisfatus; de groote foort heeft fom-
tijds eene zonderlinge gedaante, naar een
mensch gelijkende, met armen en handen;
doch de kleinere foort, die tusfchen de ftrui-
ken groeit, en naauwelijks twee voet hoog
wordt, is de lastigfte voor den voetganger,
j, E s daar...”
|
|
5 |
 |
“...7a BESCHRIJVING VAN
en andere kleurlingen fpreken dit jargon, maar-
ook de blanken, vooral de blankeS;Creolen,
wier kinderen, door Negerinnen gezoogd,
door dezelve de eerfte indruklelen ontvangen*
de, niets dan Creoolsch of Papiament fpre-
ken, en dan naderhand het Hollandsch of
Nederduitsch doorgaans gebrekkig en onvol-
komen leeren, hetzelve nog gebrekkiger lezen-
de en fchrijvende. Deze kwade gewoonte,
vooral onder de fchoone kunne, is zoo inge-
worteld dat daaraan geen verbeteren febijnc
te zijn. In verfcheiden huisgezinnen, is het
Nederduitsch zoo bekend als het Arabisch;
en echter rekenen zij zich van Nederlandfche
afkomst. Van daar dan ook de verbazende
moeite voor den onderwijzer, om zijne leer-
lingen met de Hollandfche taal gemeenzaam
te maken, daar zij Nederduitsch Papiament
met moeite fprekende, telkens de geflachten
verwarren, het toekomende, tegenwoordige en
voorledene door een haspelen, en alzoo dik-
wijls onverftaanbaar worden.j Hierbij komt
nog, dat de Spaanfche g of gh...”
|
|
6 |
 |
“...HET EILAND CURASAO. 73
fproken en fomtijds kluchtige verwarring kan
baren.
Engelsch Fransch Spaansch en Hoog-
duitsch wordt hier door de kooplieden en de
befchaafde klasfe veel gefproken; vooral ook
Neger- of Colonie- Fransch en verbasterd
Deensch.
De kleeding is bijna die der Europeanen,
behalve dat zij losfer en dunner is. De in-
geboorne vrouwen ontfieren doorgaans haar
hoofd door het met bonte doeken te bedek-
ken, iets, dat mij ongezond en onzindelijk
voorkomt. Het haar der Creolinnen behoeft
voor dat der Nederlandfche meisjes anders niet
te wijken; doorgaans hebben zij (blanken en
kleurlingen ) fraaije fprekende blaauwe of zwar-
te oogen, eene rijzige, losfe geftalte, en zijn
wijders welgemaakt. Eenigen, vooral onder
de blanken of uit blanken gefproten, zouden
overfchoon kunnen genoemd worden, indien
het gemis van dat zachte Coloriet den Euro-
peaan niet aan .de bloozende Engelfche en Ne-
derlandfche meisjes deed denken. Onder de
bruinen en gelen zelfs, vindt men iraaije Egyp-
tifche...”
|
|
7 |
 |
“...Europefche lezers die door de vergrootende
berigten der zoogenaamd Philantropifche fchrij-
vers opgewonden, den negerflaaf zoo zeer be-
klaagt, den negerhandel verdoemt, en blinde-
lings die wezens volgt, die den Neger, den
Hottentot, zeggen te beminnen, om van de
moeite ontflagen te wezen, hunnen evennaas-
ten lief te hebben. Ziet, leest, hoe men
hier, en bijna in alle Wstindifche kolonin,
die flaven behandelt.
Zij zijn of de eigendom hunnes meesters,
die hen in de velden of in huis laat wer-
ken, of wel hun een ambacht laat leeren,
waardoor zij zich zelven kunnen onderhouden,
en eene matige fom aan hunne meesters of
meesteresfen opbrengen (*). Belang en men-
fche-
(*) Van 6 tot 14 realen s weeks, naar gelang de
kundigheden en fexe der Haven....”
|
|
8 |
 |
“...?8 BESCHRIJVING VAN
dienst. Is dan derzelver toefland zoo ramp-
zalig? Hebben zij het niet beter dan de ge-
ringe handwerksman en daglooner, die voor
vrouw en kinderen ellendig moet zwoegen en
flaven voor eenige Huivers dagloon; die iij
den winter van kommer en gebrek bijna ver-
gaat, en oud en gebrekkig geworden, vaak
een voorwerp der diepfle ellende is! Een
oude flaaf of flavin, die niet meer kan wer-
ken krijgt den kost om niet. Ten bewijze
verder der goede behandeling dient, dat on-
danks de belette invoer van vreemde flaven,
het getal derzelve op Curagao meer toe dan
afneemt.
De Negers en gekleurden, zoo vrijen als
flaven, en men kan het bijna algemeen van
den geringen Hand der blanke Creolen zeg-
gen hebben veel minder behoeften dan wij
verfijnde Europeanen.
In Europa, zegt de Heer van eekhout
te regt, moeten de menfehen des zomers
voor den winter zprgen, en des winters ver-
teren, wat zij des zomers yan hunne winsten
opleggen; maar hier en elders in warme lan-
den, weet men niet...”
|
|
9 |
 |
“...halven, kwarten, achtften, die 16 patmos
of Spaanfehe daalders £40 Holl. St.) deden.
Het meeste geld beftaat uit ligte Johannis-
fen, of Portugeezen, die hier geftempeld wor-
den en alleen voor binnenlandfche munt door-
gaan i
Onder de ngelfche regering, heeft men de
Patmos eerst in vier daarna in vijf driehoekige
ftukken, driekantjes of Guillotines genaamd,
gehakt. De eerde derzelve doen 3! de ande-
fre 3 realen. De reaal zelf beftaat doorgaans
uit Deenfche fchellingen; acht derzelve ma- , "
ken de ingebeelde munt Patos of Patokos uit,
volgens de tegenwoordige koers 33J ft. HolL
geldende.
De kleinfte munt is de ftuiver of plaka,
uit Caijenne ftuivers en ander niets waardig bil-
lioen beftaande. 48 Derzelve maken een Pefos
en 7a een Patmos uit, zoo dat derzelver in-
gebeelde waarde met nj penn. gelijk ftaat,
fchoon zij inderdaad naauw \ penn. waardig zijn.
De ambtenaars worden doorgaans in maan-
delijkfche ordonnantin betaald, die bij het
Gouvernement aangenomen worden in betaling,
F 3...”
|
|
10 |
 |
“...Zeen, enz., en verders in het koper
gebragt door v. Baarfel en Zoon.
' Zedebundige Schoonheden der Ouden, of keur van Spreu-
ken Gezegden en Verhalen. getrokken Hit Latijnfche Schrijvers en
verfierd met d<> Afbeeldfeli van Cicero, Seneca, T. Livius en Roratius,
4 Deelen, in }r. 8vo.
klijn (h. h.) Gedichten, ieDeel met gegraveerde Tijtel en Vignet
van R. Finkcles in Carton.
Willem Frederik George Bodewijk Prins van Oranje
Erfvorst der Nederlanden, Zegezang.
knigge de Arme Heer van Mildenburg, in Brieven, 3 Deelen
met Platen van Buis, Cardon en Bogerts, gr. 8vo.
Gefchiedenis van mijn Leven, 2 deelen compl.
. Lodewijk van Seelberg, of de dwalende Wijsgeer, a Dee*
len met Platen, naar J. Buis, door Fry dag en Cardon.
--------Pieter Klaus, 3 Deelen met gegraveerde Tijtels en Vignet-
ten, derde druk, in gr. 8vo.
-------- Reis naar Bronswijk, met de vervolgen, 3 Stuk*
ken compleet.
KONING, lz. (c. de) De Voorvaderlijke Levenswijze en Gewoon-
ten hier te Lande, van de vroegfte Tijden af, tot aan...”
|
|