Your search within this document for 'ke' OR 'tal' resulted in eight matching pages.

You can restrict your results by searching for ke AND tal.
1

“...HET EILAND CURASAO. ? voeten boven de oppervlakte der zee. De St. Chrisftofel, bijna aan de Westpunt, ke- gelvormig van gedaante en ongeveer 2000 voeten hoog. De overige bergen in het land, gelijk de zwarte Berg, de drie Gebroe- ders, de ronde Klip, de groene Berg, de gr 00- te en kleine Berg (het fmalfte gedeelte des eilands uitmakende) zijn allen middelma- tig, allen uit rotfen beftaande, met eene dun- ne laag aarde bedekt. Hier en daar vindt men iets, dat naar mineralen zou zweemen, en de Schrijver twijfelt niet, of er zijn hier en daar in de bergen, vooral in het Ooster middeldeel, koper en zilver aderen, maar van weinig belang. De rotfen op zich zelven vormen een prach- tig tooneel ,-*en van zelve fmalle valleijen, die met derzelver heuvels redelijk vruchtbaar zijn. Aan defile of hollewegen, ontbreekt het hier niet, even min als aan heideachtige vlakten of Savannas en aan zoutvlakten. Op Hato is eene zonderlinge grot, waarvan ftraks nader. Het klimaat is heet; de hitte Hijgt fomtijds...”
2

“...Van hier het gemakkelijk winnen en de overvloed van keurig zeezout. Rivieren en meren, eenige kleine plasfen, die ligt opdroogen, uitgezonderd, heeft men hier niet, maar wel verfcheidene diepinloopende baaijen. De voomaamfte is de St. Anna- baai aan den Z. Z. O. kant van het eiland, waar dan ook de IVillemflad, het fort Am- sterdam enz. gelegen zijn. Zij heeft eenen naauwen doch diepen ingang tusfchen twee riffen; vervolgens vormt zich verwijdende de prachtige en fchoone haven van Curasao, wel- ke met regt voor de beste in de TVestindie gehouden wordt, zijnde dezelve voor alle win- den gedekt, en zoo veilig, dat een oorlog- fchip van den eerften rang bijna tegen den wal, zonder gjevaar, voor een paar kabels kan liggen, zonder n anker te bezigen. Verder noordwaarts, tusfchen twee bergen door-...”
3

“...wijdte der haven en de deining der zee, niet te veel is. De menigte pontjes, die in allerhande rigtingen over en weder varen, levert geen onaardig fchouwfpel op, vooral van een verheven ftandpunt, Sommige dier pontjes kunnen 12 tot 16 perfonen bevatten; eenige hebben kleine zei- len, en gaan vrij goed bij en voor den wind, De allrgrootfte worden tot waterhalen gebe- zigd. De visfchers bezigen kleine kanos voor x, 2 tot 4 man gefchikt, en wagen zich met deze ranke vaartuigen zelfs in zee, wel- ke doorgaans vrij kalm is. De Spanjaards noe- men die doorgaans Mare del Norte of Mare di Venezuela. De huizen zijn meestal uitwendig in den- zelfden fmaak als die in Holland, met fchuin- fche daken en gevels. Allen zijn van fteen gebouwd, het zij van Hollandfehe klinkers of van klipfteen, doorgaans, vooral in het laatfte geval, met dikke muren. De huizen, van klipfteen gebouwd, zijn echter niet zeer fterk, om...”
4

“...Men breekt dezelve dan de pooten, en voert hen levend naar de ftad te koop; en inderdaad, hun vleesch, (de kop, ftaart en klaauwen worden weggeworpen) heeft eenen fijnen fmaak, naar vet kalfs- of hoender vleesch ge- lijkende. De Leguaan behoort, volgens dau- benton tot de 4de klasfe No. 16. De blaauwe of blaauwftaarcige Hagedis, (queue bleue, 4de klasfe No. 3) de hemels blaauwe, (Azure ade klasfe No. 3) de Totekki, een klein diertje, dat de pannen der daken en de muren bewoont, nevens een aan- tal andere Hagedisfen, worden hier gevonden. Onder deze is de klevende Hagedis, welke zich aan het lijf hecht, moeijelijk en niet zonder pijn 4os te rukken. Zee- en landfchilpadden zijn op Curasao, en vooral te Bonaire, zeer talrijk. De eer- fte vooral leveren een lekker en gezond voed- fel op. De caret-fchilpad is er ook, doch niet zeer algemeen. Het gevogelte is op dit eiland noch talrijk, noch veelfoortig om de weinige bosfchen, en bepaalt zich tot eene foort van wouw en fper- wer, onder de roofvogelen;...”
5

“...koeijett, ongelukkig zulk een dier- tje inzwelgende, moeten het dikwijls met den dood bekoopen. Jegen de beet der oranjefpin, die zich on- der het gras verbergt, is niets beter, dan den lijder fpoedig tabakswater in te geven, zijnde het eenigfte tegengift, om fpoedig het vergift uit te braken, wanneer men doorgaans binnen wei- nige dagen herfteld is. Aan de koeijen, paarden enz., doet men limoenfap ingeven, waardoor zij, bij fpoedige hulp, gered worden. Rupfen en kapellen zijn hier niet zeer tal- rijk noch fraai, alleen de groote Oleander rups uitgezonderd, die fomtijds 6 duim lang, 1 duim in den omtrek en zes en dertig geledin- gen heeft, beurtelings oranjewit en koren- blaauw; de rug en huid is zacht gelijk flu- weel. De kapel is verre na zoo fchoon niet, wit met gele vlekken. Eigenlijke muskiten zijn hier, uit hoofde van het gebrek aan zoet water, weinig of C 4 niet,...”
6

“...$a BESCHRIJVING VAN niet, en ook niet veel vliegen, zelfs bijna gee- ne vlooijen; hoofdongedierte, vindt men daar- entegen bij de negers en kleurlingen vrij tal- rijk, Maar een zeer plagend infekt voor de viervoetige dieren bijzonder voor paarden, koeijen en honden, is de Kar path, zijnde eene foort van fchapenluis, met zes pooten, en een rond ligchaam. Deze infekten kwellen die dieren geweldig, door hun het bloed uit te zui- gen zoodat zij vermageren, kwijnen en niet zeiden fterven. Zij vallen fomtijds ook de mnfchen aan. De zoogenaamde vuurvlieg is hieF menig- vuldig, vooral in den regentijd. Het helder fchijnfel van dit kleine vliegende diertje is vermakelijk; het wijfje heeft geen fchijnfei noch vleugelen. Gewone en zwarte mieren, vindt men bijna overal, vooral in oude huizen, Van de wes- pen heeft men drie foorten. De eerfte bouwt zich een vierkant nest in den grond. De twee- de (guepe mag ome') hier mart bomba ge- naamd, een kunftig bordpapier gelijkend nest met vijf hoekige zeer...”
7

“...go BESCHRIJVING VAN vert voor den genngen man een gezond en onkostbaar voedfel op. Zelfs de meer gegoe- de inwoners van dit eiland zijn op deze li merige foep vrlekkerd, vooral kinderen. ~ Een Europeaan kan zich moeijelijk daaraan gewennen. De Calaon is eene foort van melde, en wordt als fpinazi gebruikt. De boomen op dit eiland niet talrijk zijn- de beftaan meest uit die vruchtboomen, wel- ke aan Amerika tusfehen de keerkringen eigen zijn. Onder dezelve verdient de eerfte plaats: de kokosboom, die hier, bijzonder in het midden kwartier, op eenen zoutachtigen, half klei* en zandgrond welig groeit, en fomtijds tot de hoogte van 50, 60 ja 80 voeten op- fchiet. Deze boom is genoeg bekend. Al- leenlijk moet ik opmerken, dat de noten van fommige foorten zeer groot zijn, en dat men, behalve het ander menigvuldig nut dier boo- men, derzelver oude tronken tot paalwerk in het water bezigt, waar ditvooze en fponsachtige hout eene ondoordringbare vastheid verkrijgt, en om deszelfs duurzaamheid boven...”
8

“...zij in de Boot op Zee waren en zich zelven overgaven aan de Maleijers in het Eiland Celebes, inhou- dende : een belangrijk verflag van derzelver lijden door den hon- ger en andere omftandigheden gelijk ook van derzelver ontvlug- ting, na dat zij twee en een half jaar bij de Maleijers waren ge vangen geweest. Alsmede een Bijvoegfel, bevattende verfcheidene ontkoraingen van Schipbreukelingen onder groote gevaren bekom- meringen en gebrek. villers (c.) Proeve over den Geest en Invloed dr Kerkelij- ke Hervorming van Luther. Verhandeling welke den prijs heeft weggedragen, door het Nationaal (r.ftituut van Frankrijk gefleld op de beantwoording der Vraag: Hoedanigen Invloed had de Hervorming van Luther of den Staatkundigen toe ft and der onderfcheidene Staten van Europa, en op den vrortgang der Verlichting? Vermeerderd met eene Korte Schets der Kerkelijke Gefchiedenis. vonk (l. c. ) Gefchiedenis der Landing In Noord hlland 1799, 9 Deelen met Register, Kaart en een (tel van zes uitflaande Platen...”