Your search within this document for 'bin' resulted in two matching pages.
1

“...HET EILAND CURASAO. 15 is weder eene poort, waaronder men de hoofd- wacht en eene gevangenis voor de foldaten heeft. Boven hetzelve is het Gouvernementshuis, een vrij aanzienlijk ruim gebouw, waar men bin- nen in, bordes gewijze, twee breede fteenen trappen vindt, die tot den voorgang leiden. Deze is met marmer bevloerd. In twee ruime zalen, vergaderen de Raads-Collegien, en verder is het de eigenlijke woning van den Gouverneur. Voor het gebouw is een bal- kon, van waar de publicatien en vonnisfen ge- lezen worden. Voor hetzelve, op het plein, worden de criminele regtsplegingen uitgevoerd. Het fort van binnen, aan de buitenzijde met hooge batterijen omgeven, levert een vierkant plein op, aan welks Oostzijde de gerefor- meerde kerk is, een klein net gebouw, met twee fteenen trappen, een goed orgel, maho- nijhouten predikftoel, geftoelten voor Gouver- neur en Raden, en banken en ftoelen van hetzelfde hout verfierd. Ook ziet men er een eenvoudig gedenkteeken ter eere van den voor- maligen...”
2

“...HET EILAND CURACAO. 6? de gekapte brokken van niet te oude Cardou- ches op elkander te leggen, en weldra ko- men er nieuwe te voorfchijn. De Negers eten fomtijds, ten tijde van gebrek, het bin? nenjfte der jonge Cardouches. Dit zonderling gewas fchijnt aan Zuid Amerika en de eilan den beneden den wind bijzonder, ja, mag ik zeggen, alleen eigen te zijn. Een ander fte keiachtig gewas is de Dadel Cat douche, of Cactus lauferus met korte ftorope ftekels, ovaal platachtig van gedaante, en met eene geelachtige foort van wol tus- fchen de ftekels voorzien; de vrucht is rood en klein als een okkernoot. Deze plant, door midden gefneden, in den asch gebraden en op den buik gelegd, wordt in buikziekten met goed gevolg gebruikt. De eigenlijke Opuntia is hier ook, fchoon men zich niet op de teek van het Cochenille infect toelegt. Ongelijk van groote, en met kromme witte ftekels voorzien, zijn de veelfoortige Cactus Ficoides herisfatus; de groote foort heeft fom- tijds eene zonderlinge gedaante, naar...”