Your search within this document for 'amandel' resulted in one matching pages.
1

“...56 BESCHRIJVING VAN Deze vrucht is zeer fappig, en heeft eenen astringerenden zoetzuren flmaak. Zij wordt raauw of gebraden veel gegeten, doch men moet oppasfen, zich met het raauwe fap niet te bevlekken, daar deze vlekken onuitwisch- baar zijn. De pit zelve bevat eene foort van amandel, welke, gebraden zijnde, zeer lekker fmaakt, mits men de voorzorg neemt, het'tus- fchenvliesje weg te nemen, dat zeer bijtend fcherp en onaangenaam is. Met deze pitten fpelen de Negers en kinderen, even als met legpenningen, De zoogenaamde mispel groeit aan eenen boogen dikftammigen boom met peervormige, donker groene, gladde bladeren, en kleine wit- te bloemen. Aan dezelve groeit eene graauwe vrucht, met eene zachte fchil, en nog zach- ter bruin vleesch. Uitwendig gelijkt deze vrucht veel naar eenen graauwen renet. De fmaak is verheven fuikerzoet, vooral bij de bste foorten. Van binnen zijn acht zwarte pitten, als die der meloenen, fomtijds met een vlies omgeven, dat, op een kool vuurs ge- legd, eenen ...”