1 |
|
“...artikel 17, tussen zonsondergang en zonsopgang aan
de voorzijde voorzien zijn van door de politie goedge-
keurde, blauw-licht-uitstralende z.g. „breedte-lichten”,
welke zodanig zijn aangebracht, dat daardoor de groot-
ste breedte van het motorrijtuig voor tegenliggers dui-
delijk zichtbaar is;
f. dat „grote autobussen”, als bedoeld in het vijfde lid
van artikel 17, aan de achterzijde voorzien zijn van een
of meer door de politie goedgekeurde stoplichten, waar-
van het verlichte oppervlak een diameter heeft van ten-
minste vijftien centimeter;
g. dat de autobus, indien een „kleine autobus” als bedoeld
in het vijfde lid van artikel 17, voorzien is:
le. aan de bovenvoorzijde van een door de politie goed-
gekeurd, tussen zonsondergang en zonsopgang ver-
licht, transparant met het opschrift .autobus”;
2e. op één linker- en één rechterportier van een rode
cirkel met een middellijn van twintig centimeter,
waarbinnen in witte cijfers het getal, aangevende de
maximaal toegestane ritprijs per persoon...”
|
|