Your search within this document for 'riolering' resulted in one matching pages.
1

“...— 2 — 4. De vloer moet zijn vervaardigd van een materiaal, dat on- doordringbaar is voor vocht, hij mag geen scheuren verto- nen, noch onnodige verhogingen of verlagingen, en hij moet afhellen in de richting van een afvoerput, die aange- sloten dient te zijn op de riolering of een zinkput. Tussen de afvoerput en de riolering of zinkput moet een stankaf- sluiter geplaatst zijn. 5. Het plafond moet stofdicht zijn. 6. De overgangen tussen vloeren en wanden en tussen de wan- den onderling moeten rond zijn afgewerkt. 7. Licht en lucht moeten in voldoende mate kunnen toetreden; de gezamenlijke openingen voor toetreding van licht moe- ten tenminste een zesde van de vloeroppervlakte bedragen, deuren niet medegerekend, en die voor lucht niet minder dan een twintigste van de vloeroppervlakte. 8. Aanwezig moet zijn een vaste wasbak met stromend water met een afvoer met stankbocht naar riool of zinkput. 9. Er mag geen rechtstreekse open verbinding bestaan met woonvertrekken, privaten, schaftlokalen...”