1 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/07/83/00022/NL-0200050000_UBL10_00339_0001thm.jpg) |
“...van artikel 97, eerste lid, van de Eilandenregeling Neder-
landse Antiüen (Verordening op de uitgifte van eigendom-
men.).'
De Eilandsraad van Aruba,
Overwegende, dat ingevolge artikel 97, eerste lid, van de
Eilandenregeling Nederlandse Antillen de regeling van de uit-
gifte in enigerlei vorm van eigendom of pacht en van het beheer
der aan het eilandgebied toebehorende domaniale rechten ge-
schiedt bij eilandsverordening,
Heeft besloten:
HOOFDSTUK I.
Uitgifte in erfpacht.
Artikel 1.
Het Bestuurscollege is bevoegd tot uitgifte van gronden in
erfpacht volgens de bepalingen van de navolgende artikelen.
Artikel 2.
De uitgifte vaii grond in erfpacht geschiedt:
a. onder de algemene voorwaarden vervat in de artikelen 5 tot
en met 25;
b. onder «ie bijzondere voorwaarden door het Bestuurscollege
in elk afzonderlijk geval te stellen;
Zie voor behandeling In de Eilandsraad:
Stukken 1 9b3 No» 8.
Notulen 1953 No. 5-...”
|
|
2 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/07/83/00022/NL-0200050000_UBL10_00339_0013thm.jpg) |
“...—13 —
19
langer dan vijf jaren, anders dan bij openbare inschrijving, ge
schiedt door de Eilandsraad.
HOOFDSTUK III.
Vervreemding.
Artikel 27.
1. Behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid van
dit artikel besluit de Eilandsraad tot het vervreemden van ge-
bouwde en ongebouwde eigendommen van het eilandgebied,
voor zover hij niet het Bestuurscollege daartoe heeft gemach-
tigd.
2. Het Bestuurscollege is bevoegd tot verkoop van gronden
voor zover betreft percelen, die geen zelfstandig bouwperceel
vormen en een oppervlakte van vijfhonderd vierkante meter
niet te boven gaan, noch ook met andere door eilandsorganen
verkochte percelen een zelfstandig bouwperceel vormen of een
oppervlakte van vijfhonderd vierkante meters te boven gaan.
3. Vervreemding van gronden door middel van ruiling kan
geschieden bij besluit van het Bestuurscollege, indien de waarde-
verhouding van de te ruilen gronden als gelijkwaardig kan
worden aangemerkt en de leggerwaarde van de te vervreemden
gronden niet meer...”
|
|