Your search within this document for 'Bestuurscollege' resulted in eleven matching pages.
1

“...Aruba, Overwegende, dat ingevolge artikel 97, eerste lid, van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen de regeling van de uit- gifte in enigerlei vorm van eigendom of pacht en van het beheer der aan het eilandgebied toebehorende domaniale rechten ge- schiedt bij eilandsverordening, Heeft besloten: HOOFDSTUK I. Uitgifte in erfpacht. Artikel 1. Het Bestuurscollege is bevoegd tot uitgifte van gronden in erfpacht volgens de bepalingen van de navolgende artikelen. Artikel 2. De uitgifte vaii grond in erfpacht geschiedt: a. onder de algemene voorwaarden vervat in de artikelen 5 tot en met 25; b. onder «ie bijzondere voorwaarden door het Bestuurscollege in elk afzonderlijk geval te stellen; Zie voor behandeling In de Eilandsraad: Stukken 1 9b3 No» 8. Notulen 1953 No. 5-...”
2

“...19 c. tegen een canon, bedragende zes ten honderd per jaar van de door het Bestuurscollege vastgestelde grondwaarde; d. in de regel voor niet langer dan zestig jaren; e. bij notariële akte. Artikel 3. De by'zondere voorwaarden, in het vorige artikel onder b bedoeld, kunnen o.m. bevatten voorschriften betreffende de be- stemming van de grond en van de daarop aanwezige of aan te brengen opstallen. Artikel 4. Ieder die wenst, dat het eilandgebied aan hem grond in erf- pacht üitgeven zal, moet daarvan doen blijken by een op zegel gesteld aan het Bestuurscollege te richten verzoekschrift. Artikel 5. 1. De grond wordt in erfpacht uitgegeven volgens een door het Kadaster af te geven meetbrief of wel als een of meer by het Kadaster, elk onder een afzonderlijk nummer, bekende per- celen. 2. De grond wordt in erfpacht uitgegeven in de staat, waarin hij zich bevindt, met al zulke belendingen, heersende en lijdende erfdienstbaarheden en verdere lasten en lusten als daaraan verbonden zijn. 3. De erfpachter...”
3

“...maanden na de inschrijving van de akte van erfpachtsverlening in de daartoe bestemde openbare registers met de bebouwing en af- rastering aan te vangen en die bebouwing regelmatig voort te zetten volgens een door het Bestuurscollege vóór de uitvoering daarvan goedgekeurd plan. 2. De erfpachter is verplicht bedoelde bouw te doen ge- schieden ten genoegen van het Bestuurscollege en daarbij de aanwijzingen door of vanwege het Bestuurscollege op te volgen en door de met de bouw belaste personen te doen opvolgen. 3. De erfpachter is verplicht tot naleving van alle verplich- tingen, welke de Bouw- en Woningverordening 1935 (P.B. 1952 no. 14) en in het bijzonder de artikelen 54, 55 en 56 dier veror- dening, alsmede de daarop steunende besluiten van de Gouver- neur en van het Bestuurscollege of andere wettelijke regelingen de eigenaars van gronden opleggen. 4. Hetgeen bij het eerste en tweede lid van dit artikel is bepaald omtrent de bebouwing van de in erfpacht uitgegeven grond geldt voor iedere bijbouw...”
4

“...volgens een door het Bestuurscollege vóór de uitvoering daarvan goedgekeurd plan. Artikel 9. De erfpachter is verplicht al hetgeen op de in erfpacht uit- gegeven grond is of zal worden gebouwd, in goede staat te on- derhouden. Artikel 10. 1. De erfpachter moet gedogen, dat op, in, aan, of boven de in erfpacht uitgegeven grond en de daarop gestelde opstallen zoveel en zodanige palen, buizen, kabels, draden, isolatoren, rosetten en pijpstellingen in verband met geleidingen voor water, electriciteit of andere openbare bedrijven aangebracht en onder- houden worden, als het Bestuurscollege nodig acht. De plaats waar en de wijze waarop die voorwerpen aangebracht worden, wordt door of vanwege het Bestuurscollege in overleg met de erfpachter bepaald. 2. Ten behoeve van het aanbrengen en het onderhoud van de in het eerste lid bedoelde voorwerpen zal de erfpachter te allen tijde toegang tot de in erfpacht uitgegeven grond moeten verlenen aan de hiertoe door het Bestuurscollege aangewezen personen...”
5

“...19 Artikel 12. Wanneer meer personen tezamen het erfpachtsrecht verkrij- gen, hetzij het eilandgebied het hen verleent, hetzij het op hen overgaat, is ieder van hen hoofdzakelijk aansprakelijk voor het voldoen aan de verplichtingen, welke met betrekking toi dat recht tegenover het eilandgebied nagekomen moeten worden. Artikel 13. Het erfpachtsrecht kan door het Bestuurscollege vervallen worden verklaard: a. indien een termijn van de verschuldigde canon niet binnen drie maanden, nadat hij opvorderbaar is geworden, is be- taald; b. indien aan de grond zonder de vereiste toestemming een andere bestemming wordt gegeven dan die, waarvoor deze in erfpacht is uitgegeven; c. indien de erfpachter handelingen verricht, welke bij de voor- waarden, waaronder het recht van erfpacht is verleend, zijn verboden of dezulke, waartoe hij volgens die voorwaar- den verplicht is, nalaat; zullende in geen dier gevallen tot vervallenverklaring worden overgegaan, dan nadat aan de erfpachter of diens rechtverkrij-...”
6

“...het eilandgebied met be- trekking tot dat recht nog verschuldigd is en van de ten laste van het eilandgebied komende kosten der verkoping, aan de hypotheekhouder uitgekeerd tot een door het Bestuurscollege vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag dat aan de hypo- theekhouder toekomen zou, indien het een verdeling gold van de koopprijs in geval van gerechtelijke verkoop van het erfpachts- recht, en wordt het daarna overblijvende gedeelte van de op- brengst aan de erfpachter, wiens erfpachtsrecht beëindigd is, uitgekeerd. 4. Indien bij de openbare verkoping geen bod wordt gedaan, is het eilandgebied niet tot enige uitkering verplicht. Artikel 15. 1. De erfpachter is niet bevoegd het erfpachtsrecht te split- sen zonder voorafgaande goedkeuring van het Bestuurscollege. 2. Verleent het Bestuurscollege zijn medewerking voor een splitsing waarbij af geweken wordt van artikel 767 van het Bur- gerlijk Wetboek, dan bepaalt het de voor elk gedeelte te betalen canon....”
7

“...aangegeven, door drie deskundigen, te benoemen op de wijze als in het vijfde lid aangegeven. 2. Het Bestuurscollege zal van zijn keuze binnen vier maan- den na eindiging van het erfpachtsrecht kennis geven aan de erfpachter en aan de hypotheekhouder. 3. Het in openbare verkoping gebrachte erfpachtsrecht zg.1 zijn onder de ten tijde van de verkoping geldende erfpachtsvoor- waarden en gebruikelijke termijn, met dien verstande evenwel dat, indien bij de oorspronkelijke erfpachtsverlening bijzondere voorwaarden of een bijzondere termijn zijn gesteld, deze in acht zullen worden genomen. Van deze voorwaarden en termijn zal door of vanwege het Bestuurscollege aan de oorspronkelijke erf- pachter en de hypotheekhouder worden kennis gegeven binnen vier maanden na eindiging van het erfpachtsrecht. De voor het in openbare verkoping gebrachte erfpachtsrecht te berekenen canon zal door het Bestuurscollege, de oorspronkelijke erfpach- ter en de hypotheekhouder in onderling overleg worden vast- gesteld....”
8

“...19 — 10— 9. Indien echter het erfpachtsrecht met hypotheek is be- zwaard, wordt, in afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid, de opbrengst van de verkoping of de schadevergoeding, na aftrek van hetgeen aan het eilandgebied met betrekking tot het erfpachtsrecht nog verschuldigd is en van de kosten als bedoeld in het achtste lid, aan de hypotheekhouder uitgekeerd tot een door het Bestuurscollege vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag, dat aan de hypotheekhouder zou toekomen, indien het een verdeling gold van de koopprijs ingeval van gerechtelijke verkoop van het erfpachtsrecht en wordt het daarna overblijven- de gedeelte van de opbrengst der verkoping of van de schade- vergoeding aan de erfpachter, wiens erfpachtsrecht geëindigd is, uitgekeerd. 10. De grond met de opstallen zal, indien niet tot weder- uitgifte in erfpacht aan de erfpachter ingevolge het eerste lid wordt overeengekomen, binnen drie maanden na eindiging van het erfpachtsrecht ter vrjje beschikking van het ei...”
9

“...erfpachtsrecht met hypotheek is bezwaard, zullen de bepalingen van de artikelen 13, 14, 17 en 18, voor zo- veel deze op de hypotheekhouder betrekking hebben, slechts van toepassing zijn, indien de hypotheekhouder van zijn recht aan het Bestuurscollege heeft kennis gegeven door toezending van een afschrift van het borderel van inschrijving, vermeldende datum, deel en nummer der inschrijving, waarna voor hem zullen gelden de in de erfpachtsvoorwaarden ten behoeve van hypo- theekhouders opgenomen voorschriften, terwijl hij wordt geacht er in toe te stemmen, dat kennisgevingen, ingevolge die voor- schrifen aan hem te doen, geschieden aan de werkelijke woon- plaats of aan de bij de inschrijving der hypotheek gekozen woon- plaats, ter keuze van het Bestuurscollege. 2. Het bepaalde bij het eerste lid van dit artikel en het be- paalde bij artikel 13 is niet van toepassing ten aanzien van hy- potheken, waarvan het eilandgebied houder is. 3. De hypotheekhouder, die aan het in het eerste lid van dit...”
10

“...begrepen worden. Artikel 25. De kosten uit de overeenkomst tot verlening van het erf- pachtsrecht voortvloeiende, waaronder begrepen die van een afschrift van de notariële akte ten behoeve van het eiland- gebied, komen voor rekening van de erfpachter, terwijl bij elke overdracht van het verleende erfpachtsrecht een afschrift van de notariële akte op kosten van de verkrijger moet worden op- gemaakt ten behoeve van het eilandgebied en gezonden aan het Bestuurscollege. HOOFDSTUK n. Uitgifte in huur, pacht of anderszins. Artikel 26. 1. Het Bestuurscollege is bevoegd tot het verhuren, ver- pachten of op enige andere wijze in gebruik geven van eigen- dommen van het eilandgebied voor langer dan vijf jaren, indien dit geschiedt by openbare inschrijving. 2. Het verhuren, verpachten of op enige andere wijze in gebruik geven van eigendommen van het eilandgebied voor...”
11

“...Eilandsraad. HOOFDSTUK III. Vervreemding. Artikel 27. 1. Behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel besluit de Eilandsraad tot het vervreemden van ge- bouwde en ongebouwde eigendommen van het eilandgebied, voor zover hij niet het Bestuurscollege daartoe heeft gemach- tigd. 2. Het Bestuurscollege is bevoegd tot verkoop van gronden voor zover betreft percelen, die geen zelfstandig bouwperceel vormen en een oppervlakte van vijfhonderd vierkante meter niet te boven gaan, noch ook met andere door eilandsorganen verkochte percelen een zelfstandig bouwperceel vormen of een oppervlakte van vijfhonderd vierkante meters te boven gaan. 3. Vervreemding van gronden door middel van ruiling kan geschieden bij besluit van het Bestuurscollege, indien de waarde- verhouding van de te ruilen gronden als gelijkwaardig kan worden aangemerkt en de leggerwaarde van de te vervreemden gronden niet meer dan vijftig duizend gulden bedraagt. HOOFDSTUK IV. Slotbepalingen. Artikel 28. 1. Deze eiland...”