1 |
|
“...igen, die op de openbare
weg, en motorboten, geen zeeschepen zijnde, die op de openbare
wateren worden gebruikt.
Artikel 2.
Het belastingjaar begint met 1 Januari en eindigt met 31
December.
Artikel 3.
1. De belasting bedraagt per jaar:
a. voor een motorrijtuig op meer dan drie wielen f. 40.—.;
b. voor een motorrijtuig op twee of drie wielen f. 20.—.;
c. voor een motorboot f. 15.—. .
2. Rijwielen en boten, waarop of waaraan hulpmotoren zijn
aangebracht, worden beschouwd als motorrijtuigen en motor-
boten.
3. Geen belasting is verschuldigd voor boten waarop een
hulpmotor is aangebracht en die uitsluitend gebruikt worden
door vissers, die van de visvangst hun beroep maken, in d2
uitoefening van dat beroep....”
|
|
2 |
|
“...— 5 —
10
Artikel 6.
Terzake van de betaling der belasting wordt door de Ont-
vanger aan de belanghebbende tevens een ontvangbewijs afge-
geven en wordt door hem in een register aantekening gehouden
van de gedane betaling, met vermelding van de naam en de
woonplaats van de persoon, door wie of te wiens naam be-
taald wordt, voorts of het een motorrijtuig of motorboot is,
waarvoor betaald wordt 'en, voor wat betreft motorrijtuigen,
ook van het merk en het nummer van de motor daarvan, welk
nummer ook op het ontvangbewijs moet worden vermeld.
Artikel 7.
Bij afwisselend gebruik door dezelfde persoon van meer dan
één motorrijtuig of motorboot, is de belasting verschuldigd
voor elk daarvan.
Artikel 8.
Ieder motorrijtuig behalve een motorrijtuig als bedoeld bij
het tweede lid van artikel 5, dat op de openbare weg en iedere
motorboot, geen zeeschip zijnde, die op een openbaar water
wordt gebruikt, moet voorzien zijn van een of meer voor het
lopend jaar geldige, van een nummer voorziene nummerplaat...”
|
|
3 |
|
“...ijze moetende vermoeden, dat daar-
door gehandeld wordt in strijd met artikel 13, artikel
1% eerste en tweede lid, artikel 17 of artikel 18;
c. hij, die op de openbare weg als bestuurder optreedt
van een motorrijtuig, als bedoeld in artikel 3, eerste lid
letter a, - hetwelk niet ingevolge de artikelen 14 en 15
van de belasting is vrijgesteld, zonder dat hij bij zich
heeft of in het motorrijtuig aanwezig zij een door de
Ontvanger voor het betreffende motorrijtuig afgegeven
ontvangstbewijs der motor rijtuigbelasting over het lo-
pende halfjaar.
Artikel 23.
De feiten, bij het vorige artikel strafbaar gesteld, worden
behalve voor de toepasing van artikel 64, eerste lid, en artikel
76 van het Wetboek van Strafrecht, beschouwd als misdrijven
Artikel 24.
1. Met het toezicht op de naleving en met het opsporen van
overtredingen van de bepalingen dezer verordening zijn, be-
halve de bij artikel 8 van het Wetboek van Strafverordening
aangewezen personen, belast de door de Gouverneur op voor-
dracht...”
|
|