1 |
 |
“...Artikel 3.
Onverminderd de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en
het Wetboek van Koophandel omtrent overdracht van onroe-
rende zaken en schepen, moeten oprichtingen van vennootschap-
pen, zedelijke lichamen, coöperatieve of andere rechtspersoon-
lijkheid bezittende verenigingen (hierna verder genoemd: „ver-
enigingen”), waarbij onroerende zaken of schepen worden in-
gébracht, de in artikel 12 dezer verordening bedoelde overeen-
komsten betreffende zodanige zaken en de in-het-leven-roeping
van stichtingen, tot welker vermogen daarbij onroerende zaken
worden bestemd, op straffe van nietigheid geschieden bij
authentieke akte.
Ten aanzien van deze akten is het bepaalde bij het vorige
artikel toepasselijk.
HOOFDSTUK II.
Aard der belasting.
Artikel 4.
Onder de naam van overdrachtsbelasting wordt een belasting
geheven op de akten en de vonnissen van overdracht van onroe-
rende zaken en van schepen.
Met overdracht wordt voor de toepassing dezer verordening
gelijkgesteld:
lo. inbreng in naamloze ...”
|
|