1 |
 |
“...7
— 50 —
dertig kilometer per uur en daarbuiten met een grotere
snelheid dan van zestig kilometer per uur.
2. Voor plaatsen in de bebouwde kommen, waar de snel-
heid van dertig kilometer per uur zonder gevaar voor het
algemeen verkeer kan worden vermeerderd, kan door het Plaat-
selijk Hoofd van Politie blijkens een van zijnentwege aldaar
aangebracht bord een grotere snelheid worden toegestaan.
3. Voor plaatsen, waar deze snelheden voor het algemeen
verkeer of om andere reden gevaarlijk worden geacht, kan
door het Plaatselijk Hoofd van Politie, blijkens een van zijnent-
wege aldaar aangebracht bord een mindere snelheid worden
voorgeschreven.
4. De snelheid moet, waar nodig, verminderd worden bij
het rijden door bochten, het omslaan van een hoek, het in- of
uitrijden van openbare wegen, op druk bezochte openbare we-
gen en verder overal, waar de veiligheid van het verkeer dit
vordert.
Artikel 134.
1. Een motorrijtuig, waarmede over een openbare weg
wordt gereden, moet voorzien zijn van:
a...”
|
|
2 |
 |
“...zal worden ingeslagen.
2. Een motorrijtuig op meer dan drie wielen, waarmede
tussen zonsondergang en zonsopgang over de openbare weg
wordt gereden, moet voorzien zijn van:
a. een stoplicht als bedoeld in artikel 75, tweede lid, sub a;
b. een tweetal zich aan weerszijden van het motorrijtuig bevin-
dende seinarmen, als bedoeld in artikel 75, tweede lid, sub b.
Artikel 137.
Het is verboden op de openbare weg anders dan langzaam
rijdend en in geen geval met een grotere snelheid dan van twin-
tig kilometer per uur goederen in of op een motorrijtuig te ver-...”
|
|
3 |
 |
“...— 53 —
7
a. wanneer daarmede met een grotere snelheid dan dertig kilo-
meter per uur wordt gereden, zonder noodzaak op minder
dan tien meter afstand achter een zich in dezelfde richting
voortbewegend vervoermiddel te rijden;
b. wanneer daarmede met een geringere snelheid dan dertig
kilometer per uur wordt gereden, zonder noodzaak op min-
der dan drie meter afstand achter een zich in dezelfde rich-
ting voortbewegend vervoermiddel te rijden.
Artikel 140.
Het is verboden met een motorrijtuig op een openbare weg
te draaien of achteruit te rijden, tenzij de bestuurder vrij uit-
zicht achter het motorrijtuig heeft of, voor zover zulks niet het
geval is, een persoon bü of achter het motorrijtuig staat om te
waarschuwen.
Artikel 141.
1. Het is de bestuurder van een motorrijtuig verboden in
de bebouwde kommen signalen met de hoorn, trompet, claxon
of enig ander geluidsinstrument te geven.
2. De bestuurder van een motorrijtuig, waarmede, buiten
de bebouwde kommen, over een openbare weg wordt gereden...”
|
|