1 |
 |
“...Hni
lÈPgPl
: H 1
■ ■■■
■■■■
■Bi
lü
IN HET KORT VÓÓR 1600 GESTICHTE AMSTERDAMSCHE TUCHTHUIS WERD
WESTINDISCH VERFHOUT DOOR TUCHTELINGEN GERASPT (RASPHUIS).
LATER VOLGDE O.A. KOPENHAGEN HET AMSTERDAMSCHE VOORBEELD.
vergenoegd met de rol van
vrachtvaarders, tusschen-
handelaars en distribuanten
en het aan de Engelschen zou
hebben willen overlaten zich
een plaats te veroveren in
die overzeesche gebieden,
welke Portugeezen en Span-
jaarden als de hunne be-
schouwden, is natuurlijk een
open vraag.
Ging het om de behoeften
der vaderlandsche nijver-
heid, welnu, zeezout lag
zoowel op de Kaap Verdische
eilanden als op verschillende
plaatsen in en aan de Carai-
bische Zee voor het op-
scheppen en rood verfhout,
in de geheele 16e eeuw een
belangrijk invoerartikel voor
de Nederlandsche textiel-
industrie (lakenververij), was op de Westindische eilanden te vinden. Wel moest men
verder varen dan toen men zich in Spaansche en Portugeesche havens kon voorzien, maar
'sKonings militaire macht was dan...”
|
|
2 |
 |
“...handelsrelaties
met de Engelsche en Fransche volksplantingen op de eilanden in den omtrek (voora
de ruilhandel van levensmiddelen tegen tabak op St. Christoffel was van beteekenis),
maar de kolonisatie werd geruimen tijd overgelaten aan „patroons”. Deze laatsten
waren niet bij machte hun gezag — steunend op door de West-Indische Compagnie
verleende „vrijheden en exemptiën” — te handhaven, in een gebied, waar hun dat gezag
ieder oogenblik door Franschen of Engelschen — om niet te spreken van de Span-
jaarden — gewapenderhand kon worden betwist en het lag dus voor de hand dat de
Compagnie zelf het bestuur ging uitoefenen. .. ,
Wat St. Eustatius betreft geschiedde dit laatste eerst in 1682, waarna voor dit eiland
een tijdperk volgde van herstel — der verdedigingswerken en van het plantagebedrijl
80...”
|
|
3 |
 |
“...kort daarop door de Franschen, die er geruimen tijd bleven, om in 1695 naar
Saint Domingue te verhuizen.
In 1631 klaagde de Hertog van Carlisle over de aanwezigheid van Nederlanders op
St. Maarten, waarmede hij in 1627 door zijn Koning was begiftigd; het was niet alleen
de Spaansche souverein die meende, wanneer het Amerikaansch grondgebied betrof,
weg te kunnen schenken wat hem niet toebehoorde. De Nederlanders werden in
1633 van het eiland verdreven, niet echter door de Engelschen, maar door de Span-
99...”
|
|
4 |
 |
“...eoader handTwas Curagao niets dan „een lasposf en Colombia dretgde met.ta.tmg
der havens voor de schepen van alle landen, welke de republiek met erkenden.
Spanje’s zaak in Zuid-Amerika kon veilig als een verlorene worden beschouwd,
vooral toen de in 1822 uitgebroken oorlog met Frankrijk krachtsontwikkeling tot
onderdrukking der revolutie onmogelijk maakte. , . .
Mer tótin de laatste plaats op aandringen van den Gouverneur Cantllaar besloot
de Nederlandsche Regeering in 1822 in het conflict tusschen Span,e en het voor>nahg
Spaansch-koloniale gebied in Zuid-Amerika een neutrale houding ^n te neme ,
„at geen erkenning beteekende van den nieuwen staat, maar «en e.nde maakte aan
de bevoorrechting der Spaansche zaak en het mogelpk maakte de Columbtaansche
vlag als die eener oorlogvoerende partij, in onze havens toe te laten.
De eigenlijke verademing kwam voor Curasao in 1823, toen Spanje s ° * -
?n sar-r ssass rss
beide genoemde landen dagteekenden van 1824 en 1825. Engeland, dat wel steeds de
130...”
|
|
5 |
 |
“...minder
gewenscht element door den Gouverneur van het eiland afgezet. Deze was de eerste
priester die er zich metterwoon gevestigd had. Hij bewoonde een huis binnen de
wallen van Willemstad aan de haven gelegen, waar hij 's Zondags en op Feestdagen
voor een kleine schare van kolonisten de H. Mis las en, zooals het heette, „eenige
vreemde ceremoniën volgde.” Hij was ook de eerste die zich vrij in zijn kloosterkleed
op straat vertoonde.
Met het volste recht schreef J. H. J. Hamelberg in de „Amigoe di Cura9ao” van
7 Maart 1896, in een artikel: „Iets over de Katholieke Missie”:
„De sociale positie der Katholieken van het eiland gedurende de 17de en 18de eeuw
was verre van benijdenswaardig. Evenals in het moederland waren ook hier de
bepalingen van kracht, dat militaire noch politieke officieren den katholieken gods-
dienst mochten zijn toegedaan, en dat zij zelfs, met een katholieke vrouw trouwende,
van hunne ambten vervielen. (Plac. 1737, 1738, 1739 & 1740). Slechts eens werd te
Curasao op die...”
|
|
6 |
 |
“...Kolonialen raad ook in commissiën en bij andere benoemingen, hetgeen
mirabile dictu zelfs tot uiting komt bij het drietal plaatsvervangende leden van
het Hof van justitie.
De verhouding, die men in de „vertegenwoordiging” der groepen jaren lang in den
Kolonialen raad heeft volgehouden, is eenige malen door de Kroon ten gunste der
R.K. gewijzigd door af te wijken van de voordracht, die de raad had aangeboden.
Een tiental jaren ruim geleden trachtte een „Cura9aosche vrijheidsbond” met zijn
orgaan Voz di pueblo tevergeefs vasten voet te krijgen, en evenzeer teekenend is,
dat de in 1932 opgerichte debatteerclub zich allerminst kenmerkt als een politiek
gezelschap, zeker niet naar een der moederlandsche onderscheidingen, en ook niet
167...”
|
|
7 |
 |
“...heeft daarbij krachtig mee-
geholpen. Het plan van een nieuwe uitbreiding, vooral met het oog op de bestrijding
van tuberculose, is in wording.
Nog dient vermeld het St. Franciscus-hospitaal op Bonaire, in het jaar 1922
opgericht, en staande onder de leiding van de Zusters Franciscanessen van Roosendaal.
Bij de oprichting hiervan hebben dezelfde motieven voorgezeten, die golden voor
Aruba.
Naast deze werken, die in hoofdzaak de verzorging van armen en zieken beoogen,
moet genoemd worden de „Liga di Socorro” (Vereeniging tot onderstand). Op
initiatief van Pater St, van de Pavert, en met goedkeuring van Mgr. Vuylsteke, kwam
181...”
|
|
8 |
 |
“...1921 gereorganiseerd en door het Gouvernement erkend, heeft hij zeer zeker Veel
bijgedragen tot meer sociaal voelen en meeleven. De bloeiende ambachtsschool
„St. Jozef" heeft aan hem zijn ontstaan te danken. Dankbaar is hiervoor de aan-
moediging en de steun van het Bestuur aanvaard; evenals ook voor de arbeidsbeurs.
De Volksbond heeft zijn Ziekenfonds, Begrafenisonderneming, zijn eigen orgaan „La
Union”, dat onlangs is uitgebreid met een speciaal aan de belangen van Aruba gewijd
bijblad: „Brisa di Aruba”. Een vertakking van den Volksbond op Aruba is in wording.
Ter behartiging van de belangen, vooral de godsdienstige en zedelijke, der zeelieden
van verschillende nationaliteit, die Curasao aandoen, is in 1925 opgericht het
„Apostolaat ter Zee”, afd. Curasao, onderafdeeling van de internationale ver-
eeniging „Apostolatus Maris”. Zij heeft een eigen zeemanshuis, dat door zeer vele
zeelieden met graagte bezocht wordt. In de maand Februari is een filiaal hiervan
opgericht te San Nicolas, Aruba...”
|
|
9 |
 |
“...dood
veroordeeld, doch door Koning Lodewijk begenadigd. Eeratgenoemde werd in !814
doorWUlem I gerehabiliteerd, hij diende van 1816 tot aan z„n dood, m 1820, bt,
tls^Ïst'fnVbctVe^umdTv'an Curasao trad de reeds eenmaal genoemde Sm
overheersching benoemde C^orge III tot *^~“n ” n? overste! die in 1781
x “rr rr:™ s.. ^ xxrxrxxï
De BovenwXc^’üanden vielen eerst in .8.0 opnieuw X
Tijdens het Britsche tusschenbestuur op Curasao was ^““XXXk^he
o^o^g'van^NlKï1 veroorzaakte'wederom groot gebrek aan .„...di,.
216...”
|
|
10 |
 |
“...s
BENOEMINGSACTE VAN „OUR TRUSTY AND WELBELOVED SIR JAMES COCKBUBN ETC." GEDAGTEKEND 4MÖW7.
trok men cr een streep door en zoo is het tegenwoordige dollarteeken ontstaan.
Op Curacao heette het stuk van acht ook wel patienje, een der talrijke afleidingen van
een Arabisch woord, dat eenvoudig munt beteekende en door Portugeezen en Span-
jaarden was overgenomen. „
Behalve het Spaansche zilver- en het Portugeesche goudstuk waren op onze eilanden
talrijke andere vreemde muntstukken in omloop; veel geld was geschonden. Had men
gebrek aan pasmunt, dan hakte men groote munten in stukken, waardoor het zoo-
genaamde gekapte geld ontstond. De verdeeling der groote stukken kon met met vol-
doende nauwkeurigheid geschieden en soms konden dus particulieren door het
verkappen van geld winst maken, door n.1. de wat klein uitgevallen stukjes eene
officieele verkapping tot maatstaf te nemen. **»«,.* 17R1
Het Engelsche bestuur van St. Eustatius stelde bij proclamatie van 19 Maart 1781
de waarde der Spaansche...”
|
|
11 |
 |
“...In den boomgaard of het „hofje” van de kleine landbouwers zijn de volgende soorten
aan te treffen:
Zuurzak, sorsaka (Anona muricata); schubappel (Anona squamosa); bakove (Musa
sapientum); guave, goejaba (Psidium Guajava); kaasjoe di Surinaam (Eugenia
javanica); kaasjoepit (Anacardium occidentale); lemmetje, lamoentji (Citrus limetta);
granaatappel (Punica granatum); mango (Mangifera indica); mispel (Achras sapota);
cocos (Cocos nucifera); papaja (Carica Papaya).
Met deze opsomming is het aantal fruitsoorten, dat op de Benedenwindsche eilanden
aangeplant wordt, niet uitgeput, maar degene daarvan, die in dit lijstje ontbreken,
behooren tot de zeldzamer gekweekte gewassen, bijv. de vijg (Ficus carica) en de wijn-
druif (Vitis vinifera), of tot boomsoorten, die meer op de plantages en grootere
eigendommen te vinden zijn, zooals de dadelpalm, de tamarinde, de mango, de knip,
de oranjeappel.
Daar de huurgrondjes meestal niet in beschutte dalen, maar op meer aan den wind
blootgesteld terrein plegen...”
|
|
12 |
 |
“...zeldzaam. Het groote lichaam
van dioriet, zoo het al aanwezig is, ligt zeer diep.
Zoodra de eilanden door de plooiing boven den zeespiegel verrezen, zetten verweering
en erosie weder in. Mag men de plooiing stellen in het Boven-krijt, of aan het begin
van het volgende tijdvak, het Tertiair, reeds tegen het einde van het Onder-Tertiair
was het gebergte weder geslecht.
Opnieuw verdween een deel van Curagao onder de wateren van den oceaan; in dat deel
werd een dunne kalkformatie afgezet, de Seroe di Cueba kalksteenen (Molengraaff).
Daarin aangetroffen fossielen bewijzen, dat de vorming dateert uit het Bovenste
Onder-Tertiair en plaats had in een ondiepe zee. Soortgelijke kalksteenen zijn ook
bekend van Bonaire, van andere West-Indische eilanden en van Florida.
Gedurende den verderen duur van het Tertiair verkeerden de eilanden oogenschijnlijk
281...”
|
|
13 |
 |
“...gevangen, zoowel in het zuiden
als in het noorden van de Caraibische Zee.
Uit de met de „snappers” verwante familie der „groupers” (Serranidae) vermelden
we: de meroe (Epinephelus morio) en de djampao (E. bonaci); deze soorten zijn
nog grooter en zwaarder dan de pargo, de meroe bijv. wordt tot 3 voet lang. Zij worden
vooral op de pargobanken bij Aruba gevangen en dan evenals de pargo gezouten en
gedroogd. ...
Met netten worden weer andere soorten gevangen dan met de sleep- en dieplijnen.
Met de span- en drijfnetten, die vooral in lagoens en binnenbaaien aangewend worden,
maakt men een zeer groote verscheidenheid van visch buit, waarvan echter vele met
hoog als voedsel aangeslagen worden. Met treknetten bemachtigt men vooral bepaalde
vischsoorten, die in groote zwermen voorkomen en in sommige jaargetijden, hetzij als
jonge visch op zoek naar voedsel, of op de vlucht voor scholen van roofvisschen, hetzij
als volwassen visch om te paaien, de kust opzoeken en in de baaien binnendringen.
Daaronder...”
|
|
14 |
 |
“...zandige afzettingen stroomt, of waar de grootere valleien
in de zee uitmonden. Met de komst van de Europeanen werd de watervoorziening
echter een vraagstuk, omdat men zich ook verder van de kust vestigde en zich met
veeteelt bezig hield en tuinen aanlegde. Er werden putten gegraven ten dienste van
menschen en vee. Dit waren eigenlijk langwerpige bassins, met opgetrokken wanden
aan drie zijden, terwijl de vierde zijde een glooiing was, waarlangs het vee kon afdalen.
Deze putten werden genoemd „poos i pia” (voetputten). Voorts werden waar de vorm
der vallei zich er toe leende, zoogenaamde tanki’s aangelegd. Dit waren kleine reservoir-
dammen, die het regenwater tegen hielden. Zij konden dus slechts worden aangelegd,
waar de bodem weinig doorlatend was.
De eigenaren der plantages en de gegoede bewoners van Willemstad beschikten over
ruime regenbakken, waarin het water van de daken werd verzameld. Men ging er
echter ook toe over op de plantages, waar de gesteldheid van den bodem zich er toe
leende...”
|
|
15 |
 |
“...ARUBA EN BONAIRE.
■sMm
ï
si#
„Een kale klip met een cactus
er op” is helaas de meest
gangbare meening over deze
mooie eilanden. En ze is
absoluut onjuist! Willemstad
is inderdaad niet rijk aan
planten, maar zoodra men
in de buitenwijken komt,
gloeien U uit alle tuintjes
de kleuren tegemoet. Het
rose en rood van Oleander
en Bougainvillea, van Flam-
boyant (Poinciana) en
matrozenroosje (Kembang-
Spatoe of Hybiscus) wisselen
af met het geel der toete-
roetoe’s (Caesalpinia) het
oranje der Karawaara Span- cactusbosch plantage fuik. Foto Dr. w. g. n. v. a. steen,
jool (Cordia Sebastena) en
het rose en wit der bruidstranen. Randen van Magdalena, perkjes met Zinnia of
Cassia, een Koningin der nacht (Cereus) langs de veranda, terwijl hier en daar
Konings- en Cocospalmen hun sierlijke kruin omhoog steken. Tropische en sub-
tropische planten, die echter alleen gedijen als water wordt aangevoerd en.... vaak
in aangevoerde aarde. Maar dat is in onze stadstuinen in Holland net zoo.
Rijden wij verder de...”
|
|
16 |
 |
“...tot politiedienst door militairen verricht.
De toestand is thans deze, dat politiedienst wordt verricht door burgerambtenaren
en beambten van politie, door militairen en door een weder in het leven geroepen
veldwacht. De garnizoensdienst is opgedragen aan een afdeeling Mariniers, onder
commando van een kapitein.
Ook is sedert den overval van 1929 Curasao niet meer zonder marinevaartuig gelaten.
De Curagaosche Schutterij werd in 1924 opgeheven.
In het jaar der herdenking jubileert ook de Amigoe di Curasao, het voornaamste blad
der R.K. Missie, dat in 1884 werd opgericht en dus een halve eeuw bestaat. Vele
periodieken zijn in die 50 jaren op onze eilanden gesticht en ook weder verdwenen.
Op het eiland Curasao verschijnen thans twee dagbladen, de Boletin Comercial van
1908 en La Prensa van 1929; beider inhoud is hoofdzakelijk in het Spaansch geschreven.
In het gemis van een eigen orgaan der Nederlandsche Bovenwindsche eilanden werd
voorzien door de oprichting van het tweewekelijksche blad...”
|
|
17 |
 |
“...waar ook het koloniaal
schoolmuseum is, de Wilhelminaschool voor meisjes, de Emmaschool voor jongens en meisjes, waar
overal de voertaal Nederlandsch is? Ik heb allerminst genoeg gezegd van deze Nederlandsche
stad: genoeg voor de aanspraak, die zij zoo ernstig op ons saamhoorigheidsgevoel kan doen
gelden.
Maar, zegt iemand bedenkelijk, onze taal is niet die der menigte. Het is waar de volkstaal is Papia-
mentsch, 4/5 Spaansch, de rest Nederlandsche en enkele andere woorden, de taal eenmaal der Span-
jaarden in den mond hunner slaven, daarna ook die van de onze en van hun nakroost gebleven,
omdat wij ook hier, gelijk overal in onze landen van overzee, verzuimd hebben het Nederlandsch,
377...”
|
|
18 |
 |
“...behalve tot de ambtelijke, daarnaast tot de algemeene omgangstaal te verheffen. Ook geschiedt het
onderwijs op de R.K. volksscholen in dit Papiamentoe, wat wel moet met het oog op het godsdienst-
onderwijs; er zijn onderscheiden geschriften in die taal o.a. eene verzameling Cura^aosche sprookjes,
terwijl naast de Nederlandsche pers als de oude Cura^aó’sche Courant, de Amigoe di Curasao, de
Onpartijdige, Hou en Trou en de Spaansche als La Prensa, El Boletin, bladen in het Papiamentsch
verschijnen, La Cruz, La Union. Dit alles bemoeilijkt in hooge mate het aanleeren en de verspreiding
van het Nederlandsch. Er staat veel tegenover. Vooreerst is onze taal hier de draagster van geestelijke
schatten, van het recht, van de wet, de wetenschap, het gevorderd onderwijs, van de protestantsche,
op bepaalde dagen ook katholieke en israëlietische prediking. Meer nog. Met het nationaal heeft zich
ook het taalbewustzijn verlevendigd, versterkt tevens door de komst van talrijke Nederlandsche bij
de petroleum...”
|
|