1 |
|
“...zandige afzettingen stroomt, of waar de grootere valleien
in de zee uitmonden. Met de komst van de Europeanen werd de watervoorziening
echter een vraagstuk, omdat men zich ook verder van de kust vestigde en zich met
veeteelt bezig hield en tuinen aanlegde. Er werden putten gegraven ten dienste van
menschen en vee. Dit waren eigenlijk langwerpige bassins, met opgetrokken wanden
aan drie zijden, terwijl de vierde zijde een glooiing was, waarlangs het vee kon afdalen.
Deze putten werden genoemd „poos i pia” (voetputten). Voorts werden waar de vorm
der vallei zich er toe leende, zoogenaamde tanki’s aangelegd. Dit waren kleine reservoir-
dammen, die het regenwater tegen hielden. Zij konden dus slechts worden aangelegd,
waar de bodem weinig doorlatend was.
De eigenaren der plantages en de gegoede bewoners van Willemstad beschikten over
ruime regenbakken, waarin het water van de daken werd verzameld. Men ging er
echter ook toe over op de plantages, waar de gesteldheid van den bodem zich er toe
leende...”
|
|