1 |
 |
“...voornaamste bijzouten, het calciumsulfaat, zich af in de afdeelingen, waar de pekels
de concentratie van 15.5° tot 25° Beaumé bereiken. Het is dus minder oplosbaar dan
het keukenzout, dat zich het zuiverst uitkristalliseert tusschen 25° en 27°, waarna het
tot 31 Beaumé wel vermengd is, met magnesiumzouten, maar toch nog zeer goed
bruikbaar blijkt. De onzuiverheden van nog grooter oplosbaarheid blijven in de
„eaux mères” achter.
In West-Indië is deze differentiatie slechts zeer gebrekkig. Als de pekel in het zout-
meer een zekere concentratie bereikt heeft, laat men deze toe in de kristallisatie-
) Hudig: De zoutindustrie op het eiland St. Martin (De Ingenieur van 1905 blz. 402).
173...”
|
|
2 |
 |
“...pannen. Alle zout, dat zich afzet, wordt eenvoudig geoogst. Het „rijp” zijn van de
pekel wordt beoordeeld naar de wijnroode kleur, die veroorzaakt wordt door micros-
copische dierlijke wezens (Monas Dunalii). * 4
In St. Maarten zijn in de jaren na 1858 pogingen aangewend een deel van het zoutmeer
achter Philipsburg in te richten naar het model der „Salins du Midi”. De tegenstand
der bewoners, het te geringe bedrijfskapitaal, het slechte beheer door den eersten
plaatselijken bedrijfsleider, en eindelijk de dood van den concessionaris, den oud-
gouverneur van Martinique A. F. Perrinon, waren oorzaak, dat men met de inrichting
naar Zuid-Fransch model nog weinig gevorderd was, toen de „Maatschappij voor Zout-
winning op het eiland St. Martin” haar onmacht moest erkennen. Godon en Van Stolk
maakten toen een veel eenvoudiger plan op, dat uitgevoerd werd door de „Exploitatie-
maatschappij van Zoutmeren op het eiland St. Martin”, die geen concessionaresse
werd, doch slechts een exploitatiecontract...”
|
|