Your search within this document for 'papaya' resulted in one matching pages.
1

“...(Mangifera indica); mispel (Achras sapota); cocos (Cocos nucifera); papaja (Carica Papaya). Met deze opsomming is het aantal fruitsoorten, dat op de Benedenwindsche eilanden aangeplant wordt, niet uitgeput, maar degene daarvan, die in dit lijstje ontbreken, behooren tot de zeldzamer gekweekte gewassen, bijv. de vijg (Ficus carica) en de wijn- druif (Vitis vinifera), of tot boomsoorten, die meer op de plantages en grootere eigendommen te vinden zijn, zooals de dadelpalm, de tamarinde, de mango, de knip, de oranjeappel. Daar de huurgrondjes meestal niet in beschutte dalen, maar op meer aan den wind blootgesteld terrein plegen te liggen, heeft alle plantengroei, en wat het hoogste groeit, het meest, van den onvermoeid blazenden oostenwind te lijden. Zijn invloed ont- waart men in de tot op de middennerf in flarden gescheurde bladeren van de bakoven en de leelijk toegetakelde groote bladschijven van de papaya. Het is begrijpelijk, dat de kleine landbouwer zich het liefst beperkt tot ooftboomen...”