1 |
|
“...Van stonde aan heeft men ook kolonisatie gewild, al in 1635 varen er Hollandsche schepen in en uit;
er vestigen zich kolonisten op ons eiland om tabak en katoen te planten, verfhout te kappen, zout
te winnen, manga, tamarinde, pompelmoezen, mispels te kweeken, maar ook als timmerlui, metselaars,
loodgieters, kleermakers. Ik zie er komen uit Walen- en Vlaanderenland, uit Domburg, men legt
er garnizoen... en Cura9ao neemt allen en alles geduldig tusschen zijne bergen, in zijn valleien op.
Ieder weet, dat de vaderen in wel soms ontroerende aanhankelijkeid al wat maar aan het oude land
herinnerde naar hunne overzeesche gewesten plachten over te brengen, kerk en school, rechtspraak
en wetgeving, even trouw de bouworde van huizen, aanleg van tuinen, gebruiken en gewoonten,
meubilair, kleeding, spijs en drank... alles, behalve helaas hun taal waarop zij slordig waren. Door
deze wel zeer opmerkelijke koloniale politiek hebben zij ook hier hun stempel zoo diep in het geheel
der dingen ingedrukt...”
|
|