1 |
|
“...veeteelt zou zelfs inkomsten voor de koloniale kas kunnen
Van heTverhaal, dat op Aruba reeds omstreeks 1750 goud zou zijn gevonden, maakte
de commissie in haar rapport geen melding, wel echter van de ^«oekingen van
den Zweedschen mijnbouwkundige Paulus Printz, in den tij v .
JoanNoach Du Fay (1721-1730), in het Oosten des eilands. De Heeren'dZdaar niets
hadden laatstbedoeld terrein bezocht en het was hun voorgekomen, ^ daar mets
van waarde in den grond kon zitten; wel stuurde men eemge stukken kristal uit de
Ceroe Cristal naar Curasao.
Het bosch — alles domein — bevatte geen nuttige houtsoorten.
De handel op de Golf van Maracaibo was tusschenhandel; men ontving de cargasoenen
van de koopHeden op Curasao en verzond daarheen de retouren, bestaande uit stok-
vischhout en geitevellen. Er waren acht kooplieden en
gevestigd, alsmede 78 zeelieden. Gevischt werd er alleen met canoas. Van de 319 pe
sonen wier beroep bekend was, waren 194 planters; allicht heerschte er eemge welvaart,
De^pen^re^g^o...”
|
|