1 |
|
“...minder
gewenscht element door den Gouverneur van het eiland afgezet. Deze was de eerste
priester die er zich metterwoon gevestigd had. Hij bewoonde een huis binnen de
wallen van Willemstad aan de haven gelegen, waar hij 's Zondags en op Feestdagen
voor een kleine schare van kolonisten de H. Mis las en, zooals het heette, „eenige
vreemde ceremoniën volgde.” Hij was ook de eerste die zich vrij in zijn kloosterkleed
op straat vertoonde.
Met het volste recht schreef J. H. J. Hamelberg in de „Amigoe di Cura9ao” van
7 Maart 1896, in een artikel: „Iets over de Katholieke Missie”:
„De sociale positie der Katholieken van het eiland gedurende de 17de en 18de eeuw
was verre van benijdenswaardig. Evenals in het moederland waren ook hier de
bepalingen van kracht, dat militaire noch politieke officieren den katholieken gods-
dienst mochten zijn toegedaan, en dat zij zelfs, met een katholieke vrouw trouwende,
van hunne ambten vervielen. (Plac. 1737, 1738, 1739 & 1740). Slechts eens werd te
Curasao op die...”
|
|
2 |
|
“...Kolonialen raad ook in commissiën en bij andere benoemingen, hetgeen
mirabile dictu zelfs tot uiting komt bij het drietal plaatsvervangende leden van
het Hof van justitie.
De verhouding, die men in de „vertegenwoordiging” der groepen jaren lang in den
Kolonialen raad heeft volgehouden, is eenige malen door de Kroon ten gunste der
R.K. gewijzigd door af te wijken van de voordracht, die de raad had aangeboden.
Een tiental jaren ruim geleden trachtte een „Cura9aosche vrijheidsbond” met zijn
orgaan Voz di pueblo tevergeefs vasten voet te krijgen, en evenzeer teekenend is,
dat de in 1932 opgerichte debatteerclub zich allerminst kenmerkt als een politiek
gezelschap, zeker niet naar een der moederlandsche onderscheidingen, en ook niet
167...”
|
|
3 |
|
“...heeft daarbij krachtig mee-
geholpen. Het plan van een nieuwe uitbreiding, vooral met het oog op de bestrijding
van tuberculose, is in wording.
Nog dient vermeld het St. Franciscus-hospitaal op Bonaire, in het jaar 1922
opgericht, en staande onder de leiding van de Zusters Franciscanessen van Roosendaal.
Bij de oprichting hiervan hebben dezelfde motieven voorgezeten, die golden voor
Aruba.
Naast deze werken, die in hoofdzaak de verzorging van armen en zieken beoogen,
moet genoemd worden de „Liga di Socorro” (Vereeniging tot onderstand). Op
initiatief van Pater St, van de Pavert, en met goedkeuring van Mgr. Vuylsteke, kwam
181...”
|
|
4 |
|
“...1921 gereorganiseerd en door het Gouvernement erkend, heeft hij zeer zeker Veel
bijgedragen tot meer sociaal voelen en meeleven. De bloeiende ambachtsschool
„St. Jozef" heeft aan hem zijn ontstaan te danken. Dankbaar is hiervoor de aan-
moediging en de steun van het Bestuur aanvaard; evenals ook voor de arbeidsbeurs.
De Volksbond heeft zijn Ziekenfonds, Begrafenisonderneming, zijn eigen orgaan „La
Union”, dat onlangs is uitgebreid met een speciaal aan de belangen van Aruba gewijd
bijblad: „Brisa di Aruba”. Een vertakking van den Volksbond op Aruba is in wording.
Ter behartiging van de belangen, vooral de godsdienstige en zedelijke, der zeelieden
van verschillende nationaliteit, die Curasao aandoen, is in 1925 opgericht het
„Apostolaat ter Zee”, afd. Curasao, onderafdeeling van de internationale ver-
eeniging „Apostolatus Maris”. Zij heeft een eigen zeemanshuis, dat door zeer vele
zeelieden met graagte bezocht wordt. In de maand Februari is een filiaal hiervan
opgericht te San Nicolas, Aruba...”
|
|
5 |
|
“...dood
veroordeeld, doch door Koning Lodewijk begenadigd. Eeratgenoemde werd in !814
doorWUlem I gerehabiliteerd, hij diende van 1816 tot aan z„n dood, m 1820, bt,
tls^Ïst'fnVbctVe^umdTv'an Curasao trad de reeds eenmaal genoemde Sm
overheersching benoemde C^orge III tot *^~“n ” n? overste! die in 1781
x “rr rr:™ s.. ^ xxrxrxxï
De BovenwXc^’üanden vielen eerst in .8.0 opnieuw X
Tijdens het Britsche tusschenbestuur op Curasao was ^““XXXk^he
o^o^g'van^NlKï1 veroorzaakte'wederom groot gebrek aan .„...di,.
216...”
|
|
6 |
|
“...In den boomgaard of het „hofje” van de kleine landbouwers zijn de volgende soorten
aan te treffen:
Zuurzak, sorsaka (Anona muricata); schubappel (Anona squamosa); bakove (Musa
sapientum); guave, goejaba (Psidium Guajava); kaasjoe di Surinaam (Eugenia
javanica); kaasjoepit (Anacardium occidentale); lemmetje, lamoentji (Citrus limetta);
granaatappel (Punica granatum); mango (Mangifera indica); mispel (Achras sapota);
cocos (Cocos nucifera); papaja (Carica Papaya).
Met deze opsomming is het aantal fruitsoorten, dat op de Benedenwindsche eilanden
aangeplant wordt, niet uitgeput, maar degene daarvan, die in dit lijstje ontbreken,
behooren tot de zeldzamer gekweekte gewassen, bijv. de vijg (Ficus carica) en de wijn-
druif (Vitis vinifera), of tot boomsoorten, die meer op de plantages en grootere
eigendommen te vinden zijn, zooals de dadelpalm, de tamarinde, de mango, de knip,
de oranjeappel.
Daar de huurgrondjes meestal niet in beschutte dalen, maar op meer aan den wind
blootgesteld terrein plegen...”
|
|
7 |
|
“...zeldzaam. Het groote lichaam
van dioriet, zoo het al aanwezig is, ligt zeer diep.
Zoodra de eilanden door de plooiing boven den zeespiegel verrezen, zetten verweering
en erosie weder in. Mag men de plooiing stellen in het Boven-krijt, of aan het begin
van het volgende tijdvak, het Tertiair, reeds tegen het einde van het Onder-Tertiair
was het gebergte weder geslecht.
Opnieuw verdween een deel van Curagao onder de wateren van den oceaan; in dat deel
werd een dunne kalkformatie afgezet, de Seroe di Cueba kalksteenen (Molengraaff).
Daarin aangetroffen fossielen bewijzen, dat de vorming dateert uit het Bovenste
Onder-Tertiair en plaats had in een ondiepe zee. Soortgelijke kalksteenen zijn ook
bekend van Bonaire, van andere West-Indische eilanden en van Florida.
Gedurende den verderen duur van het Tertiair verkeerden de eilanden oogenschijnlijk
281...”
|
|
8 |
|
“...zandige afzettingen stroomt, of waar de grootere valleien
in de zee uitmonden. Met de komst van de Europeanen werd de watervoorziening
echter een vraagstuk, omdat men zich ook verder van de kust vestigde en zich met
veeteelt bezig hield en tuinen aanlegde. Er werden putten gegraven ten dienste van
menschen en vee. Dit waren eigenlijk langwerpige bassins, met opgetrokken wanden
aan drie zijden, terwijl de vierde zijde een glooiing was, waarlangs het vee kon afdalen.
Deze putten werden genoemd „poos i pia” (voetputten). Voorts werden waar de vorm
der vallei zich er toe leende, zoogenaamde tanki’s aangelegd. Dit waren kleine reservoir-
dammen, die het regenwater tegen hielden. Zij konden dus slechts worden aangelegd,
waar de bodem weinig doorlatend was.
De eigenaren der plantages en de gegoede bewoners van Willemstad beschikten over
ruime regenbakken, waarin het water van de daken werd verzameld. Men ging er
echter ook toe over op de plantages, waar de gesteldheid van den bodem zich er toe
leende...”
|
|
9 |
|
“...tot politiedienst door militairen verricht.
De toestand is thans deze, dat politiedienst wordt verricht door burgerambtenaren
en beambten van politie, door militairen en door een weder in het leven geroepen
veldwacht. De garnizoensdienst is opgedragen aan een afdeeling Mariniers, onder
commando van een kapitein.
Ook is sedert den overval van 1929 Curasao niet meer zonder marinevaartuig gelaten.
De Curagaosche Schutterij werd in 1924 opgeheven.
In het jaar der herdenking jubileert ook de Amigoe di Curasao, het voornaamste blad
der R.K. Missie, dat in 1884 werd opgericht en dus een halve eeuw bestaat. Vele
periodieken zijn in die 50 jaren op onze eilanden gesticht en ook weder verdwenen.
Op het eiland Curasao verschijnen thans twee dagbladen, de Boletin Comercial van
1908 en La Prensa van 1929; beider inhoud is hoofdzakelijk in het Spaansch geschreven.
In het gemis van een eigen orgaan der Nederlandsche Bovenwindsche eilanden werd
voorzien door de oprichting van het tweewekelijksche blad...”
|
|
10 |
|
“...behalve tot de ambtelijke, daarnaast tot de algemeene omgangstaal te verheffen. Ook geschiedt het
onderwijs op de R.K. volksscholen in dit Papiamentoe, wat wel moet met het oog op het godsdienst-
onderwijs; er zijn onderscheiden geschriften in die taal o.a. eene verzameling Cura^aosche sprookjes,
terwijl naast de Nederlandsche pers als de oude Cura^aó’sche Courant, de Amigoe di Curasao, de
Onpartijdige, Hou en Trou en de Spaansche als La Prensa, El Boletin, bladen in het Papiamentsch
verschijnen, La Cruz, La Union. Dit alles bemoeilijkt in hooge mate het aanleeren en de verspreiding
van het Nederlandsch. Er staat veel tegenover. Vooreerst is onze taal hier de draagster van geestelijke
schatten, van het recht, van de wet, de wetenschap, het gevorderd onderwijs, van de protestantsche,
op bepaalde dagen ook katholieke en israëlietische prediking. Meer nog. Met het nationaal heeft zich
ook het taalbewustzijn verlevendigd, versterkt tevens door de komst van talrijke Nederlandsche bij
de petroleum...”
|
|