Your search within this document for 'asiento' resulted in seven matching pages.
1

“...permissie om zwarten uit Afrika naar de Amerikaansche volksplantingen over te brengen en Hawkins kon in hetzelfde jaar op de kust van Guinea gevangen genomen negers op Hispaiiola verkoopen. Het Spaansche monopolie- en exploitatiestelsel bracht mede dat de Koning aan particuliere concessionarissen de voorziening toevertrouwde zijner Amerikaansche gebieden met zekere behoeften, tegen betalingen aan de schatkist. De leverings- contracten droegen den naam van „asientos” en in 1516 kwam het eerste „asiento de negros” tot stand, toen Karel V aan een Nederlander, tegen een flinke betaling, octrooi verleende om de Indias Occidentales van zwarte slaven te voorzien. Dergelijke asientos werden telkens weder verleend, niettegenstaande de misdragingen, waaraan de „asentistas” zich soms schuldig maakten? de Koning had geld noodig — Philips II b.v. om de Armada Invincible te bekostigen — en wij zien voortdurend Genueezen, Portugeezen en Spanjaarden met het slavenasiento begiftigd. Het zou wel een wonder...”
2

“...den beginne af zijn het uitwendige omstandigheden geweest, welke onzen Benedenwindschen eilanden waarde hebben gegeven, voor zoolang die omstandigheden bleven bestaan. In 1668 werd er te Amsterdam bij de uitzending van levensmiddelen op gerekend, SLAVEN- dat er 3000 slaven op Curasao aanwezig waren; in 1679 werden er 4847 aangevoerd, HANDEL OP waarvan er dat jaar 1196 stierven. De handel, vooral met de Vaste Kust, was van veel ONZE belang voor ons eiland, waar geregeld een agentschap van het asiento gevestigd was. EILANDEN. Dit laatste ging van de eene hand in de andere over; op het einde der 17e eeuw waren gedurende eenige jaren een Amsterdamsch koopman en een in Venezuela gevestigd Spanjaard de gezamenlijke houders, in 1696 werd de „Royale Afrikaansche Com- pagnie” (de Portugeesche Guinea Compagnie) er mede begiftigd, die niet voor de levering van een aantal koppen, maar voor 10.000 „toneladas de negros” contracteerde. De nieuwe West-Indische Compagnie — van 1675 — had aan particulieren...”
3

“...en deze instelling in het gansche Amerikaan- sche werelddeel tot het verleden zou behooren. Bij onze groote concurrenten — en medeschuldigen — de Engelschen, was de handel in menschen doorgaans een vrij bedrijf en geen privilege eener geoctroyeerde onder- neming; de Royal African Compagnie, in 1672 opgericht, had alleen van 1680 tot en met 1688 het monopolie, na welken termijn de negotie vrij was en uitgeoefend werd door onafhankelijke kooplieden in Londen, Bristol en Liverpool. Ook toen het asiento de negros van Portugeesche in Fransche en van Fransche in Engelsche handen was overgegaan, bleef in de 18e eeuw op Curasao de slavenhandel, dank zij het aanvoer-monopolie der Compagnie, aanvankelijk nog bloeien. Ook op St. Eustatius bestond een slavenmarkt, welke direct van uit Afrika werd voorzien en van waar uit werd geëxporteerd naar de eilanden onder vreemde vlag. Op Curasao echter verliep al spoedig de handel der Compagnie zelf; de voorsprong op de Engelsche concurrentie, door lagere prijzen...”
4

“...beslecht, doch hadden steeds een nasleep van correspondentie tusschen Heeren X en de plaatselijke autoriteiten. Balthazar Beck, de vijandig tegenover den Directeur Nicolaas van Liebergen staande burgerkapitein, schreef de in Patria tegen hem genomen maatregelen aan den invloed der Amsterdamsche Joden toe omgekeerd werd de voor de Joden beleedigende Judasvertoomng aan boord van een Spaanschen slavenhaler op Cura9ao (Witte Donderdag 1682) op rekening van Beek Beschreven, als factor van het Spaansch Asiento. _ , . . Bewindhebbers drongen er in 1701 bij den Directeur Nicolaas van Beek op aandatde Cura9aosche Joden in het genot zouden worden gelaten hunner vrijheden en privilegiën, aangezien anders nadeel moest worden gevreesd voor de Kolonie; er was toen een kwestie te behandelen geweest over den arbeid der slaven van Joden aan de fortlficatie^ P den Sabbath. En toen in 1726, na het tumult in zake de kaapvaartkas, de Ra de Parnassim had veroordeeld tot een geldboete, intervenieerden Bewindhebbers...”
5

“...in andere opzichten bleek Curagao een ge- lukkige keus te zijn geweest. Men kon de beschikking krijgen over voldoende kade-lengte; er was een overvloed van ongeschoolde ar- beiders. De bodem van het schiereiland Asiento — tegenover de Annabaai aan het Schottegat gelegen — waar de raffinaderij en het tankpark zouden worden gebouwd, bleek zeer geschikt voor het oprichten van de zware installaties. Moeilijkheden on- dervond men slechts door het gebrek aan geschoolde arbeiders en de veel zorg vereischende watervoorziening. Men is er evenwel in geslaagd, beide zwarigheden op bevredigende wijze op te lossen. Begin December 1915 kwamen de employés, die belast waren met den bouw van de raffinaderij, uit Nederland aan. Voordien had men reeds het, weinig geaccidenteerde, schiereiland Asiento schoon gekapt, zoodat onmiddellijk aan den slag kon worden gegaan. Verscheidene tijdelijke gebouwen en werkplaatsen — een kantoor, een olie- pompstation, een timmerwinkel, een electrische centrale e.a. — werden...”
6

“...OVERZICHT TRUMBLE PLANTS ASIENTO, CURACAO rw 8 (—4- .üJilL |§f ïmlBbïtkP! mmWI 11» urn mMSM I f ■«pi f WsZL UflL deel uitmaken van de vervaardigde producten. Het meerendeel vindt dan ook zijn weg naar andere markten. De verkoopen naar de omliggende gebieden werden, eveneens krachtens hooger genoemd principe, in het bijzonder ter hand genomen. Nog vóór de raffinaderij geheel gereed was, poogde men reeds afzetgebieden in West- Indië te verwerven. Het eerst richtte men den blik op Suriname, waar reeds in 1919 een verkoopagentschap werd gevestigd. Zoo lang de transportvloot, die Curasao van Venezolaansche olie moet voorzien, nog niet op voldoende capaciteit was, kon men den export naar naburige gebieden niet ten volle ontplooien. Toen dit euvel evenwel was verholpen en ook de blikkenfabriek was gereed gekomen, werd Curasao het centrale punt voor den verkoop naar de landen in en rond de Caraibische Zee: Suriname, Fransch- en Britsch-Guyana, Venezuela, Colombia, Puerto Rico, Haïti...”
7

“...Neder- landsche overwinning op en in tropisch West-Indië roemen. De vestiging van de C.P.I.M. breidde zich in den loop der jaren geleidelijk over een aantal plantages uit. Ter gelegenheid van de herdenking van den dag, waarop wijlen Hare Majesteit de Koningin-Moeder vijftig jaar geleden den Nederlandschen bodem betrad, werd bij proclamatie van 10 Januari 1929 bepaald, dat de terreinen op Curasao in gebruik bij de Curasaosche Petroleum Industrie Maatschappij en bekend onder den naam Negropont, Asiento en Valentijn, in den vervolge gezamenlijk den naam van „Em mast ad” zouden dragen. „Emmastad1), de stad in de olie. Sir Henri Deterding's Koninklijke bouwde er een groot, modern oliebedrijf, dat de ruwe olie uit Venezuela, waar de boortorens tot in het ') Ontleend aan De Maasbode van 3 Dec. 1933, ochtendblad, en 11 Dec. 1933, avondblad. 335...”