1 |
|
“...— 3 —
6
ken. Mondelinge bezwaren worden door een daartoe door de
Gezaghebber aangewezen ambtenaar in schrift gesteld en door
de belanghebbenden ondertekend.
Artikel 5.
Gedurende een week na afloop van de in het tweede lid van
artikel 4 bepaalde termijn kunnen zowel de verzoeker als zij,
die bezwaren inbrengen, kennis nemen van de tegen het verzoek
ingebrachte bezwaren.
Artikel 6.
Binnen een maand na afloop van de in het tweede lid van
artikel 4 bepaalde termijn beslist het Bestuurscollege over het
verzoek en geeft daarvan terstond kennis aan de verzoeker en
aan hen, die bezwaren inbrachten.
Artikel 7.
Het Bestuurscollege is bevoegd, alvorens te beslissen, te
verlangen, dat zowel de verzoeker als zij, die bezwaren inbren-
gen, die bezwaren mondeling of schriftelijk zullen bestrijden
of toelichten.
Artikel 8.
1. De vergunning wordt schriftelijk verleend en gesteld
ten name van de verzoeker en zijn rechtverkrijgenden.
2. Aan de vergunning wordt een exemplaar van de in ar-
tikel 3 onder lo...”
|
|