1 |
 |
“...C 2 O 7 1
JE MAIN HEMD RAi
AANKONDIGINGSBLAD ARUBA
1952 No. 6
EILANDSVERORDENING van het eilandgebied Aruba van
15 Juli 1952, houdende maatregelen ten aanzien van het op-
richten van inrichtingen, die hinder, schade of gevaar kun•
. nen veroorzaken. (Hinderverordewimg Aruba).
De Gezaghebber van het eilandgebied Aruba maakt bekend:
dat, overwogen hebbende dat het nodig is regelen te stel-
len omtrent het oprichten van inrichtingen, die hinder, schade
of gevaar kunnen veroorzaken, door de Eilandsraad in zijn
vergadering van 15 Juli 1952, is vastgesteld de volgende eilands-
verordening:
Artikel 1.
1. Het is verboden zonder vergunning van het Bestuurs-
college inrichtingen, die hetzij door de verspreiding van stank,
rook of dampen, hetzij door geraas of gedruis, hetzij anders-
zins, voor de omgeving hinder, schade of gevaar kunnen ver-
oorzaken, op te richten.
2. Een zelfde vergunning wordt vereist om zodanige in-
richtingen uit te breiden, van aard te veranderen of te ver-
plaatsen.
Artikel...”
|
|
2 |
 |
“...artikel 3, onder 3o., overeenkomstig de
bestemmling van die gebouwen of lokalen, het versprei-
den van stank, rook of dampen en het maken van ge-
raas of gedruis;
b. schade aan eigend'ommen, bedrijven of gezondheid;
c. gevaar.
2. Vrees voor concurrentie in enig bedrijf kan geen reden
tot weigering zijn.
Artikel 11,
1. Tegen weigering van een vergunning staat de verzoeker
beroep open bij de Eilandsraad binnen veertien dagen na de dag-
tekening van het besluit van het Bestuurscollege.
2. Bij de behandeling van dit beroep komt aan de Eilands-
raad de bevoegdheid toe, bedoeld in artikel 7.
3. De Eilandsraad beslist binnen twee maanden na de dag-
tekening van het beroepschrift bjj met redenen omkleed besluit.
Artikel 12.
1. Indien door het stellen van voorwaarden aan het be-...”
|
|
3 |
 |
“...6
— fi-
ning vragen aan de Eilandsraad. De Eilandsraad beslist op dit
verzoek binnen twee maanden na de dagtekening daarvan bij
met redenen omkleed besluit.
Artikel 15.
Een nieuwe vergunning is nodig om een inrichting, die lan-
ger dan twee jaren heeft stilgestaan, opnieuw in werking te
brengen.
Artikel 16.
1. Overtreding van het bepaalde in artikel 1 wordt ge-
straft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete
van ten hoogste drie duizend gulden.
2. Het niet naleven van voorwaarden aan een vergunning
verbonden, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een
maand of geldboete van ten hoogste duizend gulden.
3. Indien de overtreding wordt begaan door of vanwege
een naamloze vennootschap, een coöperatieve of andere rechts-
persoonlijkheid bezittende vereniging of een stichting, wordt de
strafvervolging ingesteld en de straf uitgesproken tegen de
leden van het bestuur. Geen straf wordt uitgesproken tegen de
bestuurder van wie blijkt, dat het feit buiten zijn toedoen is
geschied...”
|
|