1 |
|
“...5
— io —
2. Overtreding van dit verbod wordt gestraft met geld-
boete van ten hoogste honderd gulden.
Artikel 22.
Indien de overtredingen als omschreven in de artikelen 19
en 20 worden begaan door of vanwege een naamloze vennoot-
schap, een coöperatieve of andere rechtspersoonlijkheid bezit-
tende vereniging of een stichting, wordt de strafvervolging in-
gesteld en worden de straffen uitgesproken tegen de leden van
het bestuur. Geen straf wordt uitgesproken tegen de bestuur-
der, van wie blijkt dat het feit buiten zijn toedoen is geschied.
Artikel 23.
Indien tijdens het plegen van een overtreding als bedoeld
in artikel 21, eerste lid, nog geen jaar is verlopen sedert een
vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijke overtre-
ding onherroepelijk is geworden, kan de in artikel 21, tweede
lid, bedreigde straf met een derde worden verhoogd.
Artikel 24.
Bij veroordeling wegens overtreding van het bepaalde in ar-
tikel 14, eerste lid, kunnen de voorwerpen, waarmede het feit
is gepleegd...”
|
|