1 |
 |
“...ZUID-AFRIKA TOT DE CONVENTIE VAN LONDEN
201
eener vereeniging in den vorm van federatie („a possible union of
South Africa in some form of confederation”). Als vertegenwoor-
diger van het moederland zond hij vast den historicus Froude.
Aan de Kaap lustte men het voorstel weinig, daar men vreesde
dat de kolonie, in twee of drie provinciën opgelost, en de invoer-
rechten aan eene federatie verliezende, er haar beheerschende stel-
ling in Zuid-Afrika bij zou inschieten. Natal daarentegen was gun-
stig gestemd; Transvaal afwijzend. Brand besloot niet zonder
meer af te wijzen, maar te weigeren op eene conferentie te ver-
schijnen waar ook Griqualand-West vertegenwoordigd zou zijn.
Zulk een houding bracht hem op één lijn met de Kaap, waar men
ook niet volstrekt afwijzen, maar reserves maken wilde. Hij had
het succes, dat de Kaap de Vrijstaatsche reserve overnam. Alle
gunstige basis tot het bespreken eener federatie ontbrak, zeide het
Kaapsche parlement, zoolang den Vrijstaat in zake de diamant-...”
|
|
2 |
 |
“...202
ZUID-AFRIKA TOT DE CONVENTIE VAN LONDEN
kelijkheid te bewaren." Zijne aanwezigheid had dus verder ook
geen zin; met Froude en Shepstone alleen was de conferentie moei-
lijk door te zetten, en zij verliep. In het voorjaar van 1877 diende
nu Carnarvon in Engeland een Permissive Confederation Act
voor Zuid-Afrika in, houdende bepalingen die (gedurende de eerst-
volgende vijf jaren) bij Order in Council toepasselijk zouden mo-
gen worden verklaard op zoodanige koloniën of staten (twee of
meer) die zich zouden willen confedereeren. Hier zien wij dus de
moederlandsche regeering de koloniën aandrijven tot wat elders
uit deze zelve voortkwam. Niets ontbrak: federaal gouvernement,
federale wetgeving; provinciale gouvernementen en raden; ver-
deeling van bevoegdheden; — alleen, de geest was nog niet ge-
boren die deze vakjes met leven vullen kon; of voor zoover er
van dien geest in den Vrijstaat iets geleefd had, was hij door En-
geland zelf gedood.
In October had Carnarvon den man uitgekozen...”
|
|
3 |
 |
“...248
BRITSCHE RIJKSORGANISATIE
van wetenschappelijke reizigers, oud-gouvemeurs, geïnteresseer-
den bij koloniale cultures, worden meer en meer ook vraagstukken
van rijksorganisatie besproken; de titel van een boek van Seeley,
The Expansion of England (1882), geeft voor een nieuw begrip
een nieuw woord dat niet weer uit het gebruik zal raken;
Froude doopt het Britsche wereldrijk Oceana (1885).
Gladstone, in zijn Midlothian campaign, stelt tegen het Disraeli
heilig imperium andere godheden over: „justice, humanity, free-
dom, law.” x) Nadat hij in 1880 premier geworden is, ontbreekt
het aanvankelijk niet aan aanwijzingen dat hij den nieuwen
stroom zoekt te weerstaan: men vindt die in zijne Transvaal-
politiek, in zijne Afghaansche politiek. Maar de omstandigheden
zijn veel sterker dan zijn voorkeur. Zij dwingen hem tot de mili-
taire bezetting van Egypte (1882), omdat die tot behoud van de
daar reeds verworven positie onvermijdelijk is, maar hij doet het
met een half hart; onthoudt zelfs Gordon...”
|
|
4 |
 |
“...politieken zin is hiermede
het ideaal van een „self supporting Empire” prijsgegeven. De
belangwekkende problemen van zijn eigen behoud lost het Brit-
sche Rijk niet op zonder een beroep te doen op de hulpbronnen
en krachten van een ruimer gemeenschap. Voor die leden daar-
van, welke, in het Britsche wezen veel bewonderende, er de zelf-
standigheid tegen te handhaven hebben van eigen aard en eigen
recht, een gelukkige omstandigheid.
Literatuur: behalve de in den tekst reeds genoemde werken van Seeley,
Froude, Dilke, Curtis, is te noemen Lavell en Payne, Imperial England,
1919. — Geyl, De constitutioneele ontwikkeling van het Britsche Rijk, in Gids
jaargang 1917, II, III. — Harte, Foreign Policy and the Dominions (leaflets of
the [English] Historical Association, no. 62; June 1925)....”
|
|
5 |
 |
“...408
REGISTER
Frederik Willem, keurvorst van Bran-
denburg, 379.
Frederik Willem I van Pruisen, 379.
Freemantle, Britsch kapitein, 325.
Frere (Sir Bartle), gouverneur der
Kaapkolonie, 202, 206, 208.
Froude (J. A.), Britsch historicus, 201,
202, 248.
Frijkenius, commissaris naar de Kaap,
161, 163.
G.
Gage, Britsch generaal, 62.
Gaika, kafferhoofd, 165.
Gallatin, Amerikaansch staatsman, 76.
Gallieni, Fransch generaal, 358,363.
Gama (Vasco da), 17, 18.
Gandhi (Mohandas Karamtsjand),
Britsch-Indisch volksleider, 319—322.
Garcia (Antonio), 37.
Gardiner, Britsch kolonist in Natal,
177, 178.
Garfield, president der V. S., 98, 99.
George V van Engeland, 314, 317.
George (Henry), Amerikaansch schrij-
ver, 100, 108.
Gey van Pittius, president der repu-
bliek Goosen, 208.
Gladstone (William Ewart), Britsch
premier, 93, 206- 208, 239, 248, 249,
293,340,341,381.
Gladstone (Herbert John),gouverneur-
generaal van Z. A., 239.
Glenelg (Lord), Britsch minister van
koloniën, 173, 177, 180.
Goddijn, patroon...”
|
|