1 |
 |
“...voorstel der
. Engelschen. Het reizen in een Palakijn. De Tygerpas. De Hon-
gersnood. By woning van een Durbar. Vertrek uit Lord Auck-
land's kamp. De Thugs. Nieuwjaarsdag. Calcutta. Madras. De
Kaapstad. Terugkomst. Luitenant-ter-Zee Eerste Klasse. Gibral-
tar. Gesteldheid aan Boord. Genua. Livorno. _________ Florence. Pisa.
Napels. Pompei. Malta. Hevigen storm in den Archipel. ________ Sint-
Elmoos-vuur. Griekenland. Koning Otto.. Athene. Bezoek van Koning
Otto. Konstantinopel. Sultan Abdoel. Alexandri. De Pest. Tou-
lon. Terugkomst in het Vaderland. Voorbeelden van een Oefe-
ningstocht. Byzonderheden van een Oefeningstocht. Madeira.
Terugtocht. De Prins zelfstandig. Zijn verjaardag. De Prins be-
velhebber van de Azof. Seheveningers op de Rijn. Konin<* Wil-...”
|
|
2 |
 |
“...weder anderen
roode en blaauwe geborduurde staatsierokken en gegalon-
neerde punthoeden droegen. De meesten gingen daarbij op
bloote voeten, en hadden een koddige deftigheid over zich.
In den namiddag van den zesden April zeilden de beide
schepen naar Ternate, dat ten gevolge van windstilte eerst
vijf dagen later werd bereikt, en welks Sultan met dien
van Tidor hunne opwachting by den Prins kwam maken,
s Princen ontfangst by een tegenbezoek by den eerste was
niet zonder statigheid. Naardien het avond was geworden,
stond op de trappen van het paleis een fijftigtal mannen
met ontstoken waskaarsen op zilveren kandelaars. De zaal
was mede zeer goed verlicht. De Sultan had zich gedoscht
in blaauw fluweelen staatsierok, zwaar met goud geborduurd,
terwijl hy een gouden kroon droeg, met zwarte struisvederen
en diamanten vercierd. De Sultane en de Princessen droegen
sarong en kabaai waarby het mede niet aan overvloed
van juweeln ontbrak , en hadden het gitzwarte hair met...”
|
|
3 |
 |
“...geleide van den Generaal-Majoor scheepte de Prins
zich den tienden Juny in op een vaartuig des Sultans van
Madoera, naar diens gebied, waar de wijze van ontfangst de
hooge ingenomenheid met dit bezoek bewees.
De kraton, sedert eenigen tijd met een door den welge-
stelden Sultan rechtstreeks uit Nederland ontboden ameu-
blement gestoffeerd, had een goed aanzien, en de apparte-
menten, voor Zijne Koninklyke Hoogheid in gereedheid ge-
bragt, getuigden van de zorg daaraan besteed.
Na kennisneming van het merkwaardigste des merkwaardi-
gen eilands, nam de Prins afscheid van den hoffelyken Sul-
tan die hem een fraaie kris, een lans, en rozen-olie ten
aandenken aanbood , en begaf zich den vijftienden Juny aan
boord der den Sultan behoorende bark Zoutman, die,
vergezeld door den Kolonialen schoener Kameleon, den vol-
genden morgen de reede van Bezoeki bereikte. Rijtuigen
haalden den Prins en diens gevolg af, en zo gehaast was
men om hem eenige verrassing te bereiden, dat hy reeds
des namiddags een...”
|
|
4 |
 |
“...wilden zy alles bedekken
onder heur net van wisselend groene met gebloemte door-
sprenkelde drapeeringen, terwijl het zwart graauwe gesteente
uit elkander wordt gewrongen door de tierige wortels van
in-een geward struikgewas, te middp'n waarvan hier en daar
een reusachtige aronskelk zijn zilversatijn doet blinken.
Aangrijpend tafreel voor een gaarne in zich-zelf gekeerd,
nadenkend gemoed!
In het te midden zijner groene rijstvelden schoon gelegen
Djokjokarta had de ontfangst van den achtienjarigen Sultan
door den Prins, en des laatsten tegenbezoek ongeveer op de
zelfde wijze als te Soerakarta, plaats. Hier trok echter geen
oude karos, maar een groep olifanten de aandacht, die, met hunne
wachters in het rood gedoscht, den Vorstelyken trein opende.
Den kraton vond men veel zindelyker en rijker dan dien
te Solo, en het gewaad der vrouwen scheen er nog beval-
liger. Mogelyk heeft hier echter het gezichtjen der Sultane
wat aan gedaan biechtte een der Officieren , een meis-
jen van dertien of veertien...”
|
|
5 |
 |
“...94
KONSTANTINOPEL. SULTAN ABDOEL.
om zes of tien roeijers te bevatten, die ze met bliksemsnel-
heid over den effen waterspiegel doen heenschieten.
Vijf dagen later ging men de stad bezichtigen, die in geen
enkel opzicht aan een Europeesche stad doet denken, waar-
by ook de slavenmarkt werd bezocht, waar de te koop zijnde
slavinnen in vertrekken neergehurkt zitten.
Twee dagen later volgde een bezoek aan den Sultan, op het
paleis Besjiktasj. Abdoel Moesjied was van gelijken leef-
tijd als de Prins, doch naar zijn uiterlijk te oordeelen, dat
eenvoudig was, zou men hem ouder hebben geschat; het
boezemde geen hoog denkbeeld in van zijne ziels- en lig-
chaamskrachten. Hij zag er bleek en ongezond uit, en be-
hoefde niet gevaccineerd te worden. Tegenover de ranke,
frissche gestalte van den Hollandschen Prins maakte de be-
heerscher van het groote Ottomanische rijk, al vonkelde de
diamanten ster midden op de borst van zijn blaauw jasjen
ook nog zoo hel, een treurige figuur.
Overigends vormde het...”
|
|