1 |
|
“...wat deze lichtge-
raaktheid zou kunnen kwetsen.
Zoo zag hy zich, zijns ondanks, verplicht om het stelsel
van huis-onderwijs te volgen, en zijne zonen onder zijnper-
soonlyke leiding op te voeden aan zijn eigen Hof.
Een eerste zorg was nu om de nadeel en wech te nemen,
die voor de lichaamlyke en zedelyke ontwikkeling van een
kind ontspruiten uit een leven in den overvloed eener Vor-
stelyke huishouding. De verpleging der jonge Princen had van
hun geboorte at de strekking gehad om hun lichaam te ster-
ken en te harden, door onthouding van al wat weekelykheid
kan bevorderen. Deze verplegingswijze werd voortgezet naar
vaste levensregelen, door den Prins voorgeschreven; en ge-
lijk in hunne wiegen, zoo ook op hunne eerste legersteden
en by hunne maaltijden, werden de jonge Princen gadege-
slagen door hun vader, die zich dikwijls kwam verzekeren
of er voldaan werd aan dit zijn gebod: Doet hun zoo wei-
nig mooglyk gevoelen dat rijkdom een voordeel is, en gewent
hen aan een zeer eenvoudige levenswijze...”
|
|
2 |
|
“...bezoek aan den Sultan, op het
paleis Besjiktasj. Abdoel Moesjied was van gelijken leef-
tijd als de Prins, doch naar zijn uiterlijk te oordeelen, dat
eenvoudig was, zou men hem ouder hebben geschat; het
boezemde geen hoog denkbeeld in van zijne ziels- en lig-
chaamskrachten. Hij zag er bleek en ongezond uit, en be-
hoefde niet gevaccineerd te worden. Tegenover de ranke,
frissche gestalte van den Hollandschen Prins maakte de be-
heerscher van het groote Ottomanische rijk, al vonkelde de
diamanten ster midden op de borst van zijn blaauw jasjen
ook nog zoo hel, een treurige figuur.
Overigends vormde het paleis, even als het later bezochte
instituut voor marine, door zijne zindelykheid een scherpe
tegenstelling met de veelal morsige stad.
Een firman van den Sultan gaf vervolgends gelegenheid
tot het bezoeken van het Serail, een stad op zich-zelf, een
labyrinth van gebouwen, terrassen, en tuinen, dat zich weer
onderscheidde door byzondere zindelykheid.
Nadat Konstantinopel in alle richtingen was...”
|
|
3 |
|
“...den Prins. Deze ademde moeielyk, en de Prin-
ces, die zich met hare beide kamervrouwen, den lijf-arts, en
de kamerdienaar aan het bed bevond, verkeerde in hevi-
gen angst. Een uur later was ook Dr. Aschmann daar, doch
ook deze vermocht geen hulpe te verleenen: een hersen-
beroerte had den lijder aangetast hy was stervende.
Het was omstreeks half-vijf geworden. Westelyk aan
den bewolkten winterhemel daalde de schitterende Procyon
ter kim; voor Nederland en Luxemburg ging een andere
schitterende ster onder: Prins Hendrik blies den laatsten
adem uit.
Als de schok eener aardbeving ging de treurmare van
Walferdingen uit, en doorrilde geheel het Land. Ter middag
ure was het in het noorden als in het zuiden bekend, en
en verslagenheid heerschte overal. -
Dit is een nacionale ramp; met vereenigde krachten moe-
ten wy haar te boven komen had de ontslapene gezegd,
toen de eerste stoomboot der Maatschappij Nederland door
de vlammen was verteerd; maar de nacionale ramp, thands
door. zijn afsterven...”
|
|