Your search within this document for 'rei' resulted in one matching pages.
1

“...180 ROUWBETOON TE LUXEMBURG. stille tombe, u roepende tot een zalige verrijzenis. Heilig zij de grond die u drukt; en ieder die uwe rustplaats nadert moge het gevoelen: Hier ligt een vroom christen, een arbeidsaam Vorst, een aan goede werken rijk man be- graven. Thands hief de onzichtbare rei nogmaals een plechtig cho- raal aan, na het einde waarvan de leeraar den God der barmhartigheid en der sterkte aanriep in het gebed. Gebogen aan den arm haars vaders, keerde de in tranen badende Princes naar hare vertrekken te rug. Den aanwezigen werd het nu vergund om de lijkbaar te naderen, waarvan zy, zonder onderscheid van rang of stand, eerbiedig gebruik maakten; allen waren den geliefden doode even na. En te dien ure tegen negenen was men te Luxem- burg reeds aan den treurigen arbeid om er de gevels met rouwdraperin, zwarte wimpels, en zwart-witte kransen te behangen, ten einde den vereerden doode zijner waardig te ontfangen. Den morgen van den treurdag 1 was de stad dan ook in diepen rouw...”