Your search within this document for 'park' resulted in eight matching pages.
1

“...G FEESTELIJKE INTOCHT. Aan de uitvoering dezer wet werd oogenblikkelyk de hand gelegd, en niet zonder moeielykheden, want er was veel bekwaamheid noodig om het jachthuis der zeventiende eeuw te vormen tot een statig paleis voor een Koninszoon en eene Tsarendochter. De bouwmeesters Jan de Greef en Zeger Reyers voorzagen achtereenvolgends hierin, en de aan- leg van het park werd aan den in dat vak zoo beroemden Haarlemmer, den heer Zocher toebetrouwd. De Prins van Oranje was middelerwijl naar Petersburg gereisd, waar hy in het huwelyk trad met de Keizerlyke Grootvorestin Anna Paulowna, de twintigjare zuster van Alexander den Gezegende. De Meimaand van 1818 was bepaald om het nacionaal ge- schenk zijn bestemming te doen erlangen, en Soestdijk zou dan het feest der eerste komst van den Prins en de Princes van Oranje vieren. Nog was de arbeid aan het Vorstelyk lustverblijf niet volbracht, toen de een-en-twintigste Mei 1818 daar was, en de Hooge Eigenaars hun feestelyken intocht kwamen doen....”
2

“...24 AAN HET RUSSISCHE HOF. Grootvorst Alexander en gevolg, verwelkoomden weldra hun jeugdigen bloedverwant. Vergezeld door de Officieren Rijk en Arnns, volgde de Prins zijne magen aan wal, naar het Keizerlyk lustgoed Peterhof een stichting van den grooten Tsaar, te midden van een verrukkelyk schoon park waar hy eenige dagen verbleef, om zich vervolgends met het Keizerlyk gezin naar de eilandenstad der Newa, het uitgestrekte Petersburg te begeven. Een byzondere onderscheiding viel inmiddels eenigen onzer Zeeofficieren te beurt: den drie-en-twintigsten Juny werden zy uitgenoodigd om ten hove het middagmaal te gebruiken, een uitstekende eer, die zelden aan Officieren beneden den- rang van Hoofdofficier te beurt valt. Een hunner teekende daarvan het volgende op. Deze uitnoodiging door bijkomende omstandigheden te laat komende, maakten wij alle mogelijke haast, en vertrokken ten half vier ure met een sloep van de werf naar Oranin- baum, hetwelk een ander Keizerlijk verblijf is tegenover Kroonstad...”
3

“...kervleugel zijn vertrekken, bestemd voor Vorstelyke bezoe- kers, terwijl in den rechter zich nog de woningen der min- dere bedienden bevinden, en vervolgends ook het telegraaf- bureel is geplaatst. Uit de kamers op de beide verdiepingen van het hoofd- gebouw heeft men een zeer schoon vergezicht op-de boom- rijke heuvelrij aan de westzijde van het dal. Vooral in het najaar, wanneer de levendige herfsttinten de wouden kleu- ren, is het gezicht verrukkelyk. Achter het paleis strekt zich een klein park uit, geheel als bloemtuin ingericht, maar tevens prijkende met hoog geboomte, vele uitheemsche gewassen, en een schoone ver- zameling van de zoo te recht beroemde Luxemburgsche rozen. Voor wandelingen is het echter te klein. Om dezen te vin- den moet men aan. weerszijden van .de valei de heuvelen beklimmen. Men wordt dan ook voor de moeite ruim be- loond, wanneer men zich bevindt in het Kopstallerbosch aan de westzijde, of in het Walleidingerbosch en het Grnwald,. waarmede de oostelyke heuvels...”
4

“...en het paleis-zelf, in zijn helder wit blinkende tusschen het donkere loof van forsch en statig' geboomte, gelijk het met zijne galerijen en paviljoens aan het einde van het ruime voorplein zich uitstrekt, vlak tegen- over de laan aan welks einde de gedenknaald van s Prin- sen Koninklijken vader prijkt, mocht zelfs roemen op een vrij vorstelyker voorkomen. Dat trok er echter het hooge echtpaar niet aan: daarvoor stonden zy op te degelyken trap van geestes-ontwikkeling -r maar het uitgestrekte park aan de achterzijde, met zijn bree- den helderen vijver, zijne rijke wandelingen, zijn met heer- lyk prachtig geboomte van dikwerf reusachtige gladde beu- ken, rossche eiken, bleeke linden, donkere sparren, fijne aca-- Frederiks....”
5

“...gevoelige ziel. Princes Amalia was sedert geruimen tijd kwijnende, 1 haar toestand boezemde hoe langer hoe meer bezorgdheid in, en bange bekommering was menigmaal op s Princen gelaat te lezen. Eindelyk viel de gevreesde slag: den eersten Mei 1872 ont- sliep de beminde Vrouwe, vom ganzen Lande als eine Mut- 1 Tijdens het verblijf Hunner Koninklyke Hoogheden ten vorigen jare op Soestdijk, had het reeds de opmerksaamheid van het dienstpersoneel getrokken, dat de Princes nooit meer s voormiddags in het park ver- scheen....”
6

“...schare was het die den lijkstoet volgde, toen het stoffelyk hulsel van Walferdingen naar de stad Luxemburg werd overgebracht. Vandaar werd het plechtstatig naar Holland vervoerd, om te worden by- gezet in den Delftschen grafkelder, waar reeds zoovele goe- den en edelen van hun arbeid rusten. Een nacionale inschrijving, ten doel hebbende om der diep betreurde een blijvend herinneringsteeken op te richten, vond oogenblikkelyk zo algemeene en krachtige ondersteuning, dat er in 1876, in het schoone park te Luxemburg, een bron- zen standbeeld der Vorstin kon worden onthuld, harer nagedachtenis volkomen waardig. Toen de Prins in de tweede helft van September weder te Soestdijk kwam, om er slechts weinige weken te vertoeven, was een zijner eerste gangen naar de kleine kamer in de boerderij van Princes Sofie, waar, onder andere fothografi- sche afbeeldingen, ook dat van Princes Amalia hangt en men hoorde hem er in eenzaamheid bitter weenen....”
7

“...156 SPOORWEGFEEST TE ECHTEBNACH. door zijne Amalia vergezeld. De dankbare Luxemburgers wisten en deelden dat ongeveinsd, maar zy konden het niet van zich verkrijgen om zich by eene weldaad voor land en volk onbetuigd te laten. Zulk een weldaad was de ver- lenging van den Prins-Hendriks-spoorweg door het Sauer- of Suredal, die den twintigsten Oktober te Echternach geo- pend werd. De kleine stad was in een park van groen en bloemen herschapen, en de'Nederlander zou gewaand hebben zich in zijn eigen Vaderland te bevinden, zoo als alom het opwekkend oranje en tevens het rood-wit-blaauw ook de Luxemburgsche kleuren geworden werden gezien. De tonen van het Wilhelmus klonken even luide en veelvul- dig als het Luxemburgsche volkslied De Feierwon, en toen de Prins uit Walferdingen verscheen, was er geen einde aan het Prinz Heinrich hoch! of Vive le Prince Henri! Na den afloop der inwijding was er feestmaal in een der zalen van de aloude beroemde abdij. Na een krachtigen heildronk aan Zijne Majesteit...”
8

“...s PRINCEN POPULARITEIT. 161 er een plechtige godsdienst-oefening in de Protestantsche kerk plaats gevonden, waarna de Prins de groote Landbouw- tentoonstelling bezocht, waarover hy in hooge mate zijn tevredenheid betuigde. De vorige avond was besloten mt een bal ten huize van den Staatsminister; deze dag zou eindigen met vuurwerk, een nachtfeest, in de Schiezhalle, enillumi- nacie van het Park. Alvorens gaf de Kommissie der Tentoon- stelling een feestmaal ter eere van den Prins. Onder de tal- rijke gasten, waaronder ook de bekroonde inzenders niet weinigen, in hunne beste blaauwe kielen, en tusschen schit- terende uniformen en rijk gegalonneerde of gedekoreerde nokken verspreid -, bevond zich een Duitscher, wien dat schouwspel enig voorkwam. In een hartelyke toespraak be- tuigde de Prins zijn voldoening over de schitterende be- wijzen van Luxemburgs vooruitgang op het zoo hoogst be- langrijk gebied van den landbouw.