| 1 |
 |
“...het zeevlak van de
grootheid der natuur spraken.
Van daar ging het den volgenden morgen naar den Bromo:
te voet langs de Pasir of Zandzee een volkomen zand-
woestijn , vervolgends te paard naar en op den grootschen
vulkaan, tot op een honderd voet van den krater, die langs
een ladder moet worden beklommen. Ontzettend was het
gezigt dat zich daar voordeed: een dikke rookkolom steeg
met vreeselyk gedruisch uit een kolk van vier- of vijf-hon-
derd voet diepte, en overal ontwaarde men de sporen van
lava en vulkaniesch zand en asch, by de laatste hevige ont-
barsting in November 1820 uitgeworpen.
Te Soerabaja te rug gekomen, behoefde de Prins een paar
dagen om zich van de niet geringe vermoeienis der reis te
4...”
|
|
| 2 |
 |
“...t, welks vier-
kante grondslag aan ieder zijner zijden byna honderd twee-
en-vijftig Nederlandsche ellen meet, en dat in den ganschen
eindeloozen rijkdom zijner details zijn zuiver Boeddhistischen
oorsprong met onbetwistbare klaarheid aan den dag legt.
Het bestaat uit een opgaande reeks van elf terrassen, wier
prachtige muren naarmate men hooger komt in omvang ver-
minderen, totdat het geheel eindigt in een soort van koepel,
ongeveer vijftien el in doorsnede. Zes of zeven trappen van
trachiet-lava-steen leiden tot vier naar de hoofdwindstreken
gekeerde poorten of ingangen, door steenen liggende leeuwen
bewaakt. De muren die de terrassen ondersteunen, en waarvan
de steenen niet door kalk of cement, maar slechts alleen
1 Een keurige beschrijving van dezen bewonderenswaardigen bouwval
geeft Prof. Veth in het tweede deel van zijn voortrefelyk Java,
Waarin diepe wetenschappelyke kennis en levendige populaire voorstel-
ling met elkander om den voorrang strijden....”
|
|