1 |
|
“...ter
mijner vrije beschikking. In die uren zijn de Officieren bijna
allen vereenigd in den longroom om in gezellig zamenzijn
door te brengen. Als ik lezen wil, of plan heb te schrijven,
moet ik van dien tijd profiteren.
Ten negen ure begeef ik mij ter rust, maar gewoonlijk
slaap ik niet voor tien ure, half elf, door het aanhoudend
gepraat van de heeren passagiers, zoo als ik hen noem
die nooit wachtdienst hebben, die allen twaalf uur in hun
bed kunnen blijven, en zich een gedeelte van den tijd kor-
ten door allerlei discussies, die overluid worden gevoerd.
Ten kwart voor twaalven word ik gewekt, en te midder-
nacht ben ik op het dek, tot vier ure des morgens. In de
hondenwacht, die ik al de vier jaren waarnam, welke ik
aan boord van De Rijn diende, zorg ik altijd volkomen op
mijn gemak te wezen, want in die uren ben ik de komman-
dant van het schip, daar het geheele Etat-Major slaapt.
Met de halve equipage, en bijgestaan door een Officier en
drie of vier Kadets, rust de verantwoordelijkheid...”
|
|