Your search within this document for 'ke' resulted in two matching pages.
1

“...tenis zijner moeder deed hem alles in stand houden zooals het tijdens de laatste jaren haars levens was geweest en zy het hem had nagelaten. Geen hoog hout mocht buiten de dringendste noodzakelykheid worden gekapt. Toen er, in 1875, aan de Princenlaan, nevens hakhout eenig zwaar geboomte moest vallen, was het alleen om daar plaats te maken voor een nieuwen, smaakvollen aanleg, die, als Anna-Amalia-oord, de namen der beide gevierde vrouwen aan een liefelyke, aan bloemen en zeldsame planten overrij ke plek voor immer moest verbinden. Dat zelfde gevoel strekte er zich ook beschermend uit over an- dere zijn eerbied verwekkende zaken. De historische galerij in het paleis, de beeltenissen onzer helden t land en ter zee, en de tafreelen hunner hooge daden bevattende, door de Koningin-Moeder by-een gebracht, moest zorgvuldig in den zelfden toestand worden gehouden als de verzameling van voorwerpen, weleer het eigendom van, of gebezigd dr Koning Willem den Tweede of Prins Alexander, in een daar- door...”
2

“...174 BENOEMING TOT ADMIRAAL. lang met zijne omgeving over Koning Willem den Tweede, waartoe een gereedelyke aanleiding bestond: zijn Koninkly- ke broeder toch had hem zes dagen te voren, als bewijs van liefde en van erkenning der veelvuldig bewezen uitste- kende diensten, benoemd tot Admiraal der vloot, sdoor hem den titel van Maarschalk te verleenen, met het recht om den inaarschalkstaf te dragen, die zoo eervol is gevoerd door Zijne Majesteit Willem den Tweede, zijn vereerden vader, roemrijker gedachtenis. Thands wenschte hy te slapen, en verzocht ieder om hem daartoe alleen te laten; vooral by zijn geliefde gade drong hy er op aan om rust te gaan nemen en nu niet meer be- zorgd te zijn. Men gehoorzaamde, en slechts zijn kamer- dienaar bleef maar herhaaldelyk was in stilte de Princes nog daar, om naar den toestand heurs Gemaals te vernemen. Sedert negenen nam hy ieder uur zijn medicijn in, en men kon in alles te vreden zijn. Tegen half-twaalf kwam de Hofmaarschalk die intus- schen m...”