1 |
|
“...DE ZEEUW IN DE OOSTZEE.
23
Prins Frederik vertrok met zijn gevolg s namiddags, enden
volgenden dag lichte De Zeeuw de ankers, en wendde den
steven naar het noorden.
Ongunstige wind maakte de leerschool voor den jeugdigen
kweekeling aanvankelyk wel moeielyk, maar toch ook belang-
rijk, doch met het inzeilen der Sont had het ruwe weder
zich gelegd, en gaven de hooge kusten van Zweden en
-de lagere van Denemarken ten volle te genieten van hare
levendige afwisseling van rotsen en dalen, wouden en dor-
pen. In de scheeprijke haven van Elseneur, op het eiland
Zeeland, geankerd, werd van de gelegenheid gebruik gemaakt
om de stad en hare fraaie heuvelachtige en boschrijke omstre-
ken te bezichtigen, waarby het onzen Nederlandschen Zeeof-
ficieren in het oog viel, dat de afbeeldingen van Marten
Harpertsen Tromp en De Ruyter, in een der zalen van het
kasteel Frederiksborg hangende, en aldus in het hart van
Denemarken Nerlands alouden zeeroem verheerlykende, door
de naambriefjens waren verward, zoodat...”
|
|
2 |
|
“..., door de
Koningin-Moeder by-een gebracht, moest zorgvuldig in den
zelfden toestand worden gehouden als de verzameling van
voorwerpen, weleer het eigendom van, of gebezigd dr
Koning Willem den Tweede of Prins Alexander, in een daar-
door tot muzeum gestempelde zaal vereenigd; en dit gold
evenzeer ten opzichte van het tot Grieksche kapel ingerichte
jachthuisjen, en der boerderij van Princes Sofia.
Gedurende het eerste verblijf te Soestdijk moet het helder Prin-
celyk voorhoofd nochtans dikwerf dor zware rimpelen zijn ge-
groefd: dreigende wolken waren gelegerd aan de staatkun-
dige kim, en een donkere schaduw daarvan viel over het
groothertogdom. Keizer Napoleon de Derde achtte het voor
zijne plannen noodwendig dat Frankrijks grondgebied een...”
|
|
3 |
|
“...Heil Ihm, des Volkes starkem Hort!
Und stolz des Landes Berges ragen;
Von unserm Jubelruf umkreist
Sie femen Gaun die Kunde tragen :
Hier weilt der alten Treue Geist!...
waarlyk als een hymne der Regeering klonk het hem tegen
in de hooge halle van het raadsgebouw: Luxemburg heeft
zich gedurende het stadhouderschap van Prins Hendrik
zedelyk en stofelyk ontwikkeld. Met geestkracht heeft de
Prins tallooze' moeielykheden overwonnen. Ons gelukkig
Vaderland bloeit. Alle verschillen zijn uitgewischt dor s
Vorsten verzoenende inborst, en de openbare hehandeling
van zaken getuigt van eene eendrachtige samenwerking:
een dubbel blijk dat het doel, hetgeen de Prins en zijne
raadslieden zich hadden voorgesteld, is bereikt: Luxemburg
gevoelt zich in zijn bescheiden plaats onder de Staten ge-
lukkig, en zou met geen grooter willen ruilen. 1
Een niet minder vereerend getuigenis, den volgenden avond,
uit den mond eens vreemdelings. s Woensdags morgens had
Woorden van den Heer Lessen, Voorzitter der Lux...”
|
|