1 |
 |
“...TE BATOR. DE DOODSVALEI. 59
Vervolgends ging de tocht verder langs den door djatiboo-
men overlommerden weg naar Bandjar Negoro, dat vier-
duizend voet boven de zee gelegen is, en waar men des
nachts zeer goed een wollen deken kon velen. Scherper nog
was de koude te Bator, xcals zes-duizend voeten hoog gele-
gen, het hoogst bewoonde oord van Java. Des avonds zat men
bij een groot vuur, en des nachts kon men niet slapen van
wege de koude. Men vond des morgens ijs van een driegul-
den dik, iets bijna ongelooflijks op Java. Het bestijgen, te
paard, was moeielyk geweest nog moeielyker werd nu het
afdalen, tien uren lang, maar men deed dit met genoe-
gen om weder in de warmte te komen.
By het overtrekken van het gebergte Djeng genoot men,
onder de rijkste afwisseling der prachtigste natuurtooneelen,
byzonder van het gezicht op de donker-appelgroene wateren
van het Telaga 1 Mindjier, en nog meer van den veelkleu-
rigen, door het weelderigst bergwoud omzoomden water-
spiegel van het Telaga Warna...”
|
|