1 |
 |
“...Rijks-
bestierder bewees hoe grooten prijs op s Princen tegenwoor-
digheid werd gesteld. Met diepen eerbied werden hem door
een Prins van Goaschen bloede, gevolgd door een der Hof-
grooten, al dansende de kostbare rijkskleinodin voor de
oogen gebracht, en by het vertrek werd hem ten aandenken
een kris, een stajen ringpantser, en een spiets aangeboden.
Hiermee nog niet te vreden, brachten Vorst en Rijksbestier-
der met statig gevolg den volgenden dag een plechtig af-
scheidsbezoek, om den warmsten dank te brengen voor de
hun aangedane eer, en met de hartelykste heilwenschen
voor Zijne Koninklyke Hoogheid.
Den elfden Maart lichtten de Bellona en De Snelheid het
anker, en lieten het veertien dagen later weder vallen voor
Kema, aan den noordhoek van Celebes....”
|
|
2 |
 |
“...de Goeverneur-generaal ten afscheid een gala-bal en
souper aanbood. Toen zijne Excellencie by deze gelegenheid
een heildronk bracht, hem daarin onder anderen een geluk-
kig wederkeeren in den schoot zijner dierbare betrekkingen,
en nog vele goede dagen toewenschende, getuigden de her-
haalde toejuichingen van het aanzienlyk gezelschap met hoe-
veel warmte daarin werd gedeeld.
De Prins, zijn oprechte erkentenis betuigende, eindigde
met de woorden: Het is my aangenaam ook in dit oogenblik
mijnen dank hiermede te vereenigen voor alle blijken van
attentie, zorgen, en beleefdheden, die ik heb mogen ontfangen
gedurende mijn verblijf in Indi. Deindruk van mijn kortstondig
doch belangrijk verblijf op Java zal nimmer uit mijn geheu-
gen gewischt worden, en de voorspoed van Java my steeds
ter harte gaan. Ik verzoek by dit vaarwel, aan Uwe Excel-
lencie, en aan Java te mogen drinken het welzijn Uwer Ex-...”
|
|
3 |
 |
“...waarop een ge-
kraak volgde alsof te gelyk het tuig brak en over boord
sloeg. De oppasser van den Officier van gezondheid stoof
diens hut binnen met den kreet: Alles breekt voor-uit, het
vaartuig is geheel wech, wy zullen zinken! De Officier,
ijlings naar het dek gespoed, vond er den Prins reeds op de
kampanje, met de meeste bedaardheid, door den scheepsroe-
per zijne bevelen gevende, die met het grootste vertrouwen
door het volk werden uitgevoerd.
. De Prins van Oranje had de Sambre aangevaren.
Dank zij de juistheid der bevelen, geraakten de beide boe-
gen, al was het ook met niet geringe schade, weder vrij.
De storm hield echter aan, met immer sterker vlagen, en
steeg op den morgen van den eersten Kerstdag tot orkaan.
Lucht en weerglazen hadden daar intusschen reeds voor ge-
waarschuwd, en alle maatregelen van voorzorg waren geno-
men, en men had bovendien het voorrecht van inmiddels
in het ruime sop gekomen te zijn. Toch schepte het rus-
teloos slingerend vaartuig te lijboord zoo dikwerf...”
|
|
4 |
 |
“...den ruwsten ma-
troos. Langen tijd nog waren velen onder den indruk van
dit Gebed in den storm. 1
De beeltenis van De Ruyter in s Princen kajuit bleek dus-
mr dan enkel cieraad.
Den tweeden Kerstdag hield de storm even geweldig aan;
gierende wind en steigerende golven loeiden en brulden el-
kander tegen. In dien toestand zag men van de Prins van
Oranje een Spaansch schip, dat met de vlag in sjouw op de
1 Dr. J. Swaving. te Arnhem, wien ik deze en verschillende andere
belangrijke mededeelingen dank, was toen Officier van gezondheid op
de Prins van Oranje, en vermeldde dit feit in de Arnhemsche courant
van den dertigsten September 1878. De Heer Swaving had de voldoe-
ning, dat hem namens den Prins, onder hartelyke dankbetuiging, de
verzekering werd gegeven dat Zijn Koninklyke Hoogheid die herinnering
aan dat ernstig oogenblik met genoegen gelezen had....”
|
|
5 |
 |
“...9
Hoor eens sprak de Prins met treffende hartelyk-
heid gy zijt te oud geworden en hebt steeds te goed
uw plicht gedaan om nu nog zulk verdriet te hebben.
Daarom stel ik u voor om het aandeel, dat gy in de bedijking
gestoken hebt, aan my te doen overdragen. Mocht het on-
verhoopt blijken dat de zaak weinig voordeel, wellicht na-
deel oplevert welnu! dat zal my waarschijnlyk minder
hinderen dan u.
Hoogheid! er spreekt een engel uit uw mond! riep
de zeman ontroerd, en aanvaardde met innigen dank het
edelmoedig voorstel. 1
Nauwelijks was de Prins weder aan den vaderlandschen
wal, of hy spoedde zich naar s Gravenhage, waar hij reeds
den zestienden December het bemoedigend verslag van den
overtocht kon geven, en balsem van hoop kon druppelen
in het gewonde ouderhart.
Twee dagen later erlangde hij zijne bevordering tot Schout-
by-nacht.
Dat was de laatste bevordering die hem uit de hand zijns
Koninklyken vaders gewerd.
De hoop, van Madeira te rug gebracht, werd helaas niet
verwezendlykt....”
|
|
6 |
 |
“...zouden moeten worden gebracht, uit zijn eigen fondsen te
bestrijden.
Den zevenden Mei kwamen de Gezanten van Pruissen,
Frankrijk, Engeland, Rusland, Oostenrijk, Itali, Nederland,
Belgi, en Luxemburg te Londen by-een, en vier 'dagen later
had de zaak beur beslag, waarby s Princen artikelen byna
woordelyk waren overgenomen.
Welk een innige, edele zelfvoldoening het harte van den
beraden Regent toen versneld en vrolyk kloppen deed, ge-
tuigde hy-zelf in zijn andwoord op den hem gebrachten vu-
rigen dank voor wat Luxemburg hem verschuldigd was.
Men heeft [gesproken zeide hy van hetgeen ik
voor het groothertogdom heb gedaan. Voorzeker, mijne Heeren!
deed ik alles wat van my afhing. Niets echter had ik kun-
nen volbrengen zonder den steun, de genegenheid, en het
vertrouwen van den Koning-Groothertog. Ik moet erkennen
dat in het trerig tijdperk van 1867, toen men een oogen-
blik geloofde dat alles verloren was, ik wreed geleden heb
voor uw land. Ik heb gisteren avond gezegd, en ik her-
baal het:...”
|
|
7 |
 |
“...woord in t byzonder tot den Prins
richtende, verklaarde hy in dezen steeds een steun te heb-
hen gevonden, die alles wat hem werd opgedragen immer
met yver, bekwaamheid, en een warm Vaderlandsch harte
ten uitvoer leidde, waarvoor hy hem opendlyk den verdien-
den lof toebracht.
Hoe vreemd nu s Princen harte aan alle ydelheid mocht
zijn, hoe warsch van uiterlyk betoon toch moeten zulke
-erkenningen, uit het eerlyke en oprechte broederhart opge-
weld, hem goed hebben gedaan, hem, die altoos den dank
en de lofspraken voor zijn regeeringsbeleid te rug bracht op
dien broeder, als het zijn volk van harte liefhebbend Hoofd
van den Staat.
Naauwlyks verliepen er vijf maanden, of hy-zelf was ht
middenpunt eener blijde feestviering in het groothertogdom,
waar echter zulke zonnige dagen nu voor hem nooit zonder
een breede schaduw waren: vroeger was hy daarby altoos...”
|
|
8 |
 |
“...zachtheid zelden of nooit had gehoord.
Ook vroeg hy of ik den neger Ira Aldridge, die Shakespeare
zoo goed teruggaf, had gekend; hy had dien vaak bewon-
derd. Hy onderzocht naar den toestand der negers in Ame-
rika, wier snelle vooruitgang sinds hun bevrijding, in spijt
van allen tegenstand, hem verwonderde. Vooral wenschte
hy de godsdienstige richting onzes volks te kennen, en ver-
klaarde : Ik kan my maar niet voorstellen dat eenigen uwer
ooit slaven geweest, gekocht, en verkocht zijn; maar
God zij dank t is voorby.
Die vraag naar de godsdienstige richting der Amerikaan-
sche Negers kenmerkt mede een zijner karaktertrekken: hy
was oprecht godsdienstig. Toch zonder de minste eenzijdig-
heid. In de leerstellingen der Hervormde Kerk opgevoed,
beleed en beleefde hy die naar overtuiging, maar had overi-
gends eerbied voor de leerstellige overtuiging van anderen.
Een Te Deum in een Roomsche kerk volgde hy met gelijke
aandacht als een preek in een Protestantsche. Toen hy
tijdens het landbouwkundig...”
|
|