1 |
 |
“...aan
het einde van het ruime voorplein zich uitstrekt, vlak tegen-
over de laan aan welks einde de gedenknaald van s Prin-
sen Koninklijken vader prijkt, mocht zelfs roemen op een
vrij vorstelyker voorkomen.
Dat trok er echter het hooge echtpaar niet aan: daarvoor
stonden zy op te degelyken trap van geestes-ontwikkeling -r
maar het uitgestrekte park aan de achterzijde, met zijn bree-
den helderen vijver, zijne rijke wandelingen, zijn met heer-
lyk prachtig geboomte van dikwerf reusachtige gladde beu-
ken, rossche eiken, bleeke linden, donkere sparren, fijne aca--
Frederiks....”
|
|