Your search within this document for 'anker' resulted in 18 matching pages.
1

“...weldra, by nacht verlicht door de byna daghelderheid van den Noordschen hemel, thands nog bovendien door zilveren mane- schijn bygestaan, verder zuidwaart, toen op den negentienden Juny, in de nabyheid van het eiland Dago een Russiesch eskader werd ontmoet. Het was de verwelkoming van Keizer Nikolaas aan zijn jongen neef, en onder geleide van den Russischen Vice- Admiraal werd nu de reis voortgezet, door de Finsche golf tot Cronstad, dat twee dagen later werd bereikt. Nog niet lang lag men voor anker, of daar naderde een stoomjacht en s Princen oom, de Keizer, met zijn zoon....”
2

“...er-Zee Arrins, uit Texel ge- zeild, en nevens acht Adelborsten van het Instituut te Me- demblik, voor deze gelegenheid byzonder daarop gedetacheerd, bevond zich aan boord ook de Prins, wien deze nieuwe oefe- ningstocht onder het oog zijns bekwamen goeverneurs in zijne praktische studin krachtig moest vooruitbrengen. De brik De Snelheid, gekommandeerd door den Luitenani- ter-Zee Ferguson, vergezelde het hoofdschip en bleef ge- woonlyk ten achter. Den drie-en-twintigsten Juny liet De Maas het anker val- len in de rivier van Suriname, voor het sterke fort Amster- dam, dat hier dezen stroom en de daarin uitwaterende Gom- mewijne bestrijkt. Den volgenden dag stapte men aan de oude plaats der bloemen, het levendige, nu bovendien nog rijkelyk vlag- gende Paramaribo, aan wal, en terwijl de saluutschoten van het fort Zeelandia hun krachtigen welkoomstgroet donder- den, verluchtte zich de warme Oranjezin van het Hollandsch scheepsvolk, daar op een aantal ter reede liggende oorlogs- vaartuigen aanwezig...”
3

“...Nieuwe- Diep te rug naar sGravenhage, in droevige stemming; en met niet minder bewogen gemoed was Prins Hendrik achter- gebleven op het fregat Bellona, gekommandeerd door den Kapitein-ter-Zee Arrins, ter reize naar Nerlands Oost- Indische bezittingen bestemd. Wederzijds had het treffend afscheid diep aangegrepen, doch ffe bezigheden aan boord verschaften den jongen Luitenant- ter-Zee byna terstond een gereedelyke afleiding, want reeds den Volgenden morgen lichtten de Bellona en De Snelheid het anker, om zich naar de reede van Texel te begeven, vanwaar zy den zeventienden Oktober zeewaart stevenden. Bovendien wanneer hy, denkende aan het ouderlyk huis, zich eenzaam en verlaten gevoelde, dan welde er een krachtige bron van troost op in zijn godsdienstig gemoed r hy wist dat de vurige gebeden, uit het ouderlyk harte tot God gezonden, hem begeleidden, ook op de woelige golven van den grooten oceaan. ~4jgbeide schepen werden een eindweegs begeleid door de stoomboot Curasao, die den twee-en-twintigste...”
4

“...II. Op den negenden February 1837 heesch het wachtschip, ter reede van Batavia liggende, de vlag, en deed drie sein- schoten, die oogenblikkelyk te Weltevreden werden herhaald. De Indische Regeering wist thands dat de met spanning verwachte Bellona in t gezicht was. Weldra daagde het schoone fregat op, door den Prins-zelf ten anker gebracht. Den volgenden dag, door eene kommissie van hooge amb- tenaren verwelkoomd en afgehaald, betrad de Prins met Kapitein Arrins en gevolg van andere Officieren den wal, en onafzienbaar was de menigte die zich verdrong achter de langs den weg geschaarde troepen, om in dat door een de- tachement huzaren geskorteerde rijtuig den aanblik te ge- nieten eens Princen van Oranje-Nassau: Nederlanders, gedre- ven door de warmte van hun nacionaliteitsgevoel, Javanen, geprikkeld om een telg te aanschouwen van dat machtige .Vorstengeslacht uit den vreemde, dat hunne machtigste Sul- tans en Soesoehoenans tot afhankelyke vazallen had gemaakt'. Op het, toenmaals nog niet...”
5

“...ten anker kwamen. De Vorst van Goa had zijn verlangen te kennen gegeven om den vertegenwoordiger van het Koninklyk Huis der Nederlanden zijne opwachting te maken, hetgeen deze echter voorkwam door zelf, aan het hoofd van minstens tweehon- derd ruiters, een bezoek te brengen. De wijze van ontfangst door den Vorst en diens Rijks- bestierder bewees hoe grooten prijs op s Princen tegenwoor- digheid werd gesteld. Met diepen eerbied werden hem door een Prins van Goaschen bloede, gevolgd door een der Hof- grooten, al dansende de kostbare rijkskleinodin voor de oogen gebracht, en by het vertrek werd hem ten aandenken een kris, een stajen ringpantser, en een spiets aangeboden. Hiermee nog niet te vreden, brachten Vorst en Rijksbestier- der met statig gevolg den volgenden dag een plechtig af- scheidsbezoek, om den warmsten dank te brengen voor de hun aangedane eer, en met de hartelykste heilwenschen voor Zijne Koninklyke Hoogheid. Den elfden Maart lichtten de Bellona en De Snelheid het anker, en...”
6

“...Fiskaal De Riemer in een dezer vaartuigen, en schepte naar de branding. Spoedig echter sloeg het ranke vaartuig vol water, hetgeen de ongerustheid der toeschouwers op- wekte. De Prins behield zijn gewone bedaardheid, en naardien de bouw van het schuitjen het omslaan niet mooglyk maakte, kwam hy ook weldra weder ongedeerd aan wal. Met orembaais 1 werden nog andere uitstapjens aan om- gelegen eilandstreken gebracht, waarna de beide schepen den elfden Mei van Amboina zeilden, en na vier dagen het anker lieten vallen voor het schilderachtige Banda. Men wist daar reeds dat het een Prins van Nederlandschen bloede was die er een bezoek kwam brengen, en zoo lag de Bellona dan ook naauwlyks in de schoone baai, of het krioelde op de golven van orembaais, wier bemanning onder het rondvaren haar welkoomstgroet bracht in een schel ge- zang. Een dier vaartuigen voerde eene vlag, waarin een zwarte leeuw met den pijlbundel prijkte, en welke men later vernam dat het middenstuk was van een vaandel, door den...”
7

“...December lichtten Bellona en Snelheid het anker, 1 den steven wendende naar Riouw, dat zy den ze- venden Oktober bereikten, en waar het schoonste weder de bezichtiging der byzonderste merkwaardigheden begunstigde. Twee dagen later zeilden fregat en brik weder verder, en ' zeiden daarme den Nederlandsch-Oost-Indischen bezittingen vaarwel, terwijl zy nog dien zelfden dag de zuidelykste punt der Britschen bereikten, de levendige reede van Sin- gapoera, waar, onder de tallooze schepen, niet minder dan vier-en-sestig Nederlandschen, zoo koopvaardij- als kustvaar- ders, werden geteld. Met veel onderscheiding werd de Prins met zijn gevolg den volgenden dag door de Engelsche autoriteiten aan wal ontfangen en bejegend, waarna op den elfden Oktober de reis noordelyk werd voortgezet door de groenachtige, ondiepe, en daardoor lastige wateren der straat van Malakka, naar het schilderachtig bergrijke Poeloe-Pinang,2 waar den negen- en-twintigsten Oktober het anker viel, en de ontfangst by de Engelschen...”
8

“...Calcutta te rug. Daarmede was de zoo belangvolle en leerrijke reize door Britsch-Indi dubbel leerrijk, naardien zy op die door Nederlandsch-Indi onmiddelyk volgde afgeloopen. Den acht- tienden February was men weder aan boord, zakte den vol- genden dag den Ganges af, en ankerde den tweeden Maart voor het oude vervallen Madras, dat zich nochtans kon be- roemen op het bezit van een allerprachtigst paleis, en waar de ontfangst door Lord Elphinstone hoogst hoffelyk was. Den dertienden April werd het anker weder gelicht....”
9

“...schouwburg Carlo Felici aan te bieden, en daarvan werd een ruim gebruik gemaakt. Ook had de' Prins de gewoonte om, wanneer hy aan wal genoodigd was, steeds een paar zijner Officieren mede te nemen. Toen men den tweeden December Genua verliet, was het met een schat van aangename herinneringen aan de gastvrijheid zijner inwoners. Na eenig oponthoud in de haven van Spezzia, waar aan boord de verjaardag des Princen van Oranje werd gevierd, kwam De Rijn den zesden December op de reede van Li- vorno voor anker. De reede van Livorno, is in den winter verre van veilig, wesr halven Kapitein Arrins het noodzakelyk oordeelde om per- soorllyk aan boord te blijven. Een ander Officier diende dus den negentienjarigen Vorst te vergezellen, en deze koos daartoe den degelyken en zelfstandigen Luitenant ter zee Eerste klasse 1 De bynaam van het schoone Genua....”
10

“...Tribune, het heiligdom der kunst, met zijn Venus van Medicis, zijn Apollo Belvedere, zijne meesterstukken van Rafal, Van Dijk, Rubens, Douw, Lucas van Leyden, enz. Van Florence en omstreken ging het naar Pisa, waar de omzichtige Luitenant op het plat van den bekenden schui- nen toren, den Prins stevig by de jas greep, want het woei heftig op dit verheven punt. / Na sPrincen terugkomst aan boord zeilde De Rijn naar Napels, en liet den twee-en-twintigsten December op een uur afstands van die stad het anker vallen in deveilige haven van het oude Baia, beroemd om de lustverblijven der Romein- sche Keizers, met zijn heerlijk klimaat en zijn treffend uit- zigt op de vele eilanden in de golf van Napels, mt zijne herinneringen aan het grootsCh verleden. De Prins begaf zich naar Napels, waar het weder aan feestelykheden ter zijner eere niet ontbrak: Prins San-Theo- dore onthaalde hem luisterrijk op zijn in Pompeaanschen stijl gebouwd paleis, en de Koning van Napels noodigde hem tot bywoning eener wape...”
11

“...92 BEZOEK VAN KONING OTTO. straald, maar die nu, behalven in hare hoofdpunten, nog al- toos herkenbaar was en belangstelling opwekte. De bezoeken aan het Hof werden beandwoord door een bezoek van den Koning en de Koningin aan boord van het Nederlandsch vaartuig waar een feestelyk onthaal plaats vond, waarna op den vijf-en-twintigsten Maart Athene werd verlaten, en De Rijn drie dagen later het anker liet vallen op de veilige reede van Smyrna....”
12

“...IX De Fransche stoomboot Lavoisier sleepte De Rijn de Dar- danellen binnen, en den achttienden April viel voor Galata, aan de haven Konstantinopel, het anker. Wanneer men van-hier-uit den blik laat weiden over den omtrek die zich amfitheatersgewijze verheft, dan moet men erkennen dat de Grieksche Keizers blijk gaven van een goe- den smaak, toen zy dit punt tot hunne rezidencie uitkozen. Niet alleen de stad, maar ook de oever aan de overzijde rijst^ met een zachte helling, die met steden en dorpen bedekt is. De Bosforus, de berg Ida, het serail, de moskee van Sofia met hare vier slanke minarets, of die van Achmed die er zes heeft; de groote witte gebouwen met grijze koepeldaken en vergulde toppen of halve manen, zijn even zoovele pun- ten die het oog byna onafgebroken boeien, terwijl met die schitterend bonte kleurenpracht het lommer der cypressen- bosschen, die in en om de stad liggen, liefelyke rustpunten vormt. 1 In de haven heerscht een levendige drokte, vooral door de onophoudelyke...”
13

“...den Sultan gaf vervolgends gelegenheid tot het bezoeken van het Serail, een stad op zich-zelf, een labyrinth van gebouwen, terrassen, en tuinen, dat zich weer onderscheidde door byzondere zindelykheid. Nadat Konstantinopel in alle richtingen was doorkruist en be- zichtigd; na verschillende uitstappen, gemaakt indeschooneen schilderachtige omstreken, zoowel te land als te water, en na- dat de feestelykheden des verjaardags van Mohammed 1 waren bygewoond, lichtte De Rijn dien zelfden middag het anker. Aanvankelyk liep het weder niet mede, maar eindelvk kwam 1 14 Mei....”
14

“...dagen werd vertoefd. In groote tegenstelling met het zachte klimaat van Madeira was dat der Orcadische en Shetlands eilanden, die vervol- gends langs werden gezeild, ten einde, benoorden Engeland om, naar het vaderland te rug te keeren: de koude mist hing er zoo zwaar dat een onophoudelyk tromgeroffel en horengeschal de schepen moest waarschuwen om niet op el- kander te stooten. Daardoor werd weinig of niets gezien van Schotlands kust en eilanden, en men was verheugd den veertienden Augustus het anker te kunnen laten vallen op de reede van Texel. In het volgend voorjaar werd De Rijn weder voor een zomerreis in gereedheid gebracht, om, vergezeld van het fre- gat Jason naar Petersburg te gaan, waar s Konings schoon- broeder, Keizer Nicolaas zijn zilveren bruiloft stond te vieren. De fregatten werden van alles ruim voorzien, teneinde met eere de Hollandsche marine in den vreemde te hand- haven, en den dertigsten Mei kwam de Prins op De Rijn...”
15

“...SCHEVENINGERS OP DE RIJN. 103 met zulk eene geduchte vloot in zee te zijn en de taktiek der Russen te kunnen waarnemen. Vooral belangwekkend en leerrijk was vier dagen later een spiegelgevecht, door de Russische vloot in tegenwoordigheid van den Tsaar gehouden. Toen de Keizer met den Prins in den namiddag waren ver- trokken, keerde de vloot weder te rug naar Gronstad, waar de beide Nederlandsche fregatten eindelyk den negenden Augustus het anker lichtten, zeilree naar het Vaderland. Op het middaguur van Saturdag den zeven-en-twintigsten Augustus bespeurden de op hun duin staande Scheveningers op vrij grooten afstand in zee een schip, dat een-en-twintig schoten deed. Onmiddelyk vielen eenige visschers in een boot, en roeiden door de branding zeewaart. Straks bleek het hun dat het De Rijn was, aan welks boord zy hartelyk werden ontfangen en minzaam door den Prins toegesproken. Terwijl zy mild werden onthaald, ondervroeg hy hen naar den welstand van het Koninklyk Gezin, waarvan zy geluk- kig...”
16

“...TOCHT NAAR DE MIDDELLAND8CHE ZEE. 107 schen loods, die in t gezicht kwam, wilde de Prins geen gebruik maken: hy wilde daar s Lands vlag niet toebetrou- wen aan een vreemdeling. Te vergeefs maakte de Eerst- aanwezende Officier Bijl de Vroe hem opmerksaam op het gevaar van den toestand; hy liet zich niet van zijn stuk brengen, en hield bedaard het oog over alles. Eindelyk in den vroegen morgen daagde een Vlissinger loodsboot op, en nog den zelfden dag viel in veiligheid het anker op Vlissingens reede. In het begin van Juny des volgenden jaars lag De Rijn er weder, vergezelschapt door de Jason, Snelheid, en Dolfijn, allen onder het opperbevel des Pr ineen, die persoonlijk De Rijn bleef kommandeeren. Den vijfden Juny staken de schepen in zee, en liepen een maand later de baai van Gibraltar binnen, van waar de Dol- fijn echter naar het Vaderland te rug keerde. De Rijn zette met de beide anderp bodems vervolgends.de reis voort, naar Tunis. By s Princen komst aan wal aldaar 27 July werd hem...”
17

“...oordeel dat het thands niet mooglyk was om de haven binnen te loopen toen de Prins van Oranje seinde om te volgen. Tal van Engelsche zeelieden, zoowel Officieren als matro- zen, en honderden soldaten van de bezetting sloegen van de schepen, forten en rotsen de Nederlandsche schepen met bezorgdheid gade, duchtende ze ieder oogenblik tegen de rotsen te zien verbrijzelen. Maar tot hunne verbazing liepen alle drie met dicht gereefde zeilende haven binnen, en lieten bij de Engelsche oorlogschepen het anker vallen. Prins Hendrik had een daad verricht, die algemeen den lof en de bewondering der Engelsche Zee-Officieren verwierf, en de Engelsche Admiraal riep in vervoering uit: Theman wo ordered this hazardous thing canj only be a Prince of Orange! En het was niet de eenige maal op deze reis, dat de Prins het bewijs leverde hoe hy zich den kalmen moed had eigen gemaakt van den grooten zeeman, wiens beeltenis zijn ka- juit vercierde....”
18

“...schip moest verlaten, dat, ge- heel reddeloos, na korten tijd in de diepte Avech zonk. 1 Den veertienden January verliet het smaldeel Cadix, en twee weken later was er een vreugdedag te Vlissingen. Op den morgen van den acht-en-twintigste zag men met harde koelte snel een schip naderen, welks saluut oogenblikkelyk werd beandwoord. Toen zag men weldra alom deNederland- sche vlag Avapperen, terwijl het klokkespel zich vrolyk deed hooren: het was de Prins van Oranje, die spoedig op de reede het anker liet vallen, en aldus vreugdevol werd be- groet. Ondanks het onstuimige weder deed Prins Hendrik zich naar wal roeien om er een bezoek te brengen aan denVice- Admiraal Lucas, waarna hy weder aan boord te rug keerde. Op den avond van den laatsten January Avas er vreugde in s Konings huis: Prins Hendrik bevond zich weder by de zijnen. Dr. Swaving....”