| 1 |
 |
“...Is.
Met den grooten landbouw is het minder gunstig
gesteld. Gebrek aan werkvolk, daar de arbeiders bui-
ten het landbouwbedrijf een beter loon kunnen bedin-
gen en de droogte in de tweede helft van het afge-
loopen jaar, doen ons den toestand niet hoopgevend
tegemoet zien. Intensieve landbouw is alleen mogelijk
voor zoover het den kleinen landbouw betreft, waar
met kunstmatige irrigatiewerken, groenten en vruch-
ten voor de stad verbouwd worden.
Het zoutbedrijf had geen gunstig jaar wegens ge-
brek aan afzet van het product. Voor den plantage-
houder is de toestand dus verre van gunstig. Oranje-
schillen zijn laag in prijs en de maisoogst zal voor
een groot deel mislukken. Voorwaar, de landbouwer
gaat een moeilijk jaar tegemoet.
Van de overige eilanden komen helaas weinig gede
berichten.
Op de Bovenwindsche eilanden weinig vraag naar
zout en verkoop vaak met geen of weinig winst, tei-
wijl de katoenbouiw niet meer flink is aangepakt ge-
worden. Voor Aruba valt gelukkig tegen het einde
van...”
|
|
