1 |
|
“...kolonie berustte onder de van kracht
zijnde constitutie in het moederland ,,bij aansluiting aan de
Kroon, zonder eenige medewerking van de wetgevende macht.
In werkelijkheid werd de kolonie geregeerd en bestuurd van het
moederland uit, waar het beleid van zaken tot 1834 in handen
was van het departement van koophandel en kolonin en later
in dat van het departement van kolonin.
De economische toestand van Suriname werd echter steeds
slechter, het handelscrediet was zwaar getroffen, er bestond ge-
brek aan geld, de landbouw kwijnde, onderwijs en armwezen
bevonden zich in treurigen toestand, het lot der slaven was diep
ellendig3).
Tengevolge van bestaande klachten zond de koning bij K.B.
van 18 October 1827 generaal-majoor graaf Van den Bosch als
commissaris-generaal naar de West met dezelfde bevoegdheden
als de koning bekleed, ten einde ter plaatse een volledig onderzoek
in te stellen en de noodige maatregelen ter verbetering daarvan
te nemen1).
Begin 1828 kwam hij in Suriname aan. In artikel...”
|
|