1 |
|
“...12
willen volgen. Waarom doe jij dat niet eens? dus vroeg
ik. Overredingskracht kwam hier niet te pas; Rambaldo
zag de mogelijkheden ineens voor zich liggen. Ik heb
er wel lust in, was zijn antwoord en terstond begon hij
aan te pakken, zich op de hoogte te stellen. Door dit
gesprek is Rambaldo er toe gebracht, zich in luchtvaart-
zaken te verdiepen *) en hier moet ik de aandacht
vestigen op eene omstandigheid, die van grooten invloed
is geweest op al zijn verdere gestie, eene omstandigheid
die men moet kennen, om die gestie in het gewenschte
licht te bezien. Naarmate Rambaldo het onderwerp leerde
kennen, groeide zijne liefde, doch platonisch was zij niet
en kon zij niet zijn. Hij wilde de Luchtvaart dienen met
alle zijne krachten, maar hij moest dan ook van haar
zijne belooning kunnen verwachten. Zijne persoonlijke
motieven en zijne overwegingen met het oog op de toe-
komst waren dan ook veelal van zakelijken aard; immers
om de nieuwe loopbaan welke hij zich wilde ontsluiten,
op te kunnen...”
|
|
2 |
|
“...Middelland-
sche Zee naar Oost-Indië te gaan, zoodat de reis om
de Kaap de Goede Hoop en daarmede de gelegenheid
om een mooien wetenschappelijken reistrek over den
Zuid-Atlantischen Oceaan te maken, kwamen te ver-
vallen. Ten slotte moet worden aangeteekend, dat de
eerste Commandant van de De Ruyter (Kapitein ter Zee
O. F. Tydeman) veel voor het werk voelde en het naar
vermogen bevorderde, terwijl zijn opvolger in het Bevel
daar minder van thuis was, ja misschien de aerologische
bezigheden ongaarne zag. Al wie op een oorlogsschip
bekend is, kan weten, hoe onderzoekingen als die van
Rambaldo, indien zij niet van hoogerhand worden be-
schermd, al gauw worden aangemerkt als niets met den
dienst te maken hebbende, als „particuliertjens” van
dezen of genen mijnheer en daarom verwondert mij niet,
van de booze wereld wel te hebben gehoord, dat Ram-...”
|
|
3 |
|
“...54
HH. van Steijn, Broekman en een verslaggever*) waren
mede in de mand. Inderdaad kwam de ballon boven
Straat Madoera te zweven zonder dat de leider kans
zag den wal te bereiken. Dus moest op de torpedoboot
worden geland. Aanvankelijk trachtte men nog den
ballon aan het sleeptouw naar den wal te trekken, maar
deze manoeuvre moest worden opgegeven omdat zij die
in de mand zaten eenige malen kopje onder gingen.
Hoe het waterballet ten slotte is geklaard, kan ik niet
zeggen, slechts weet ik dat het zonder ongelukken is
afgeloopen. Ik heb dezen tocht, die in de officieele
stukken nergens wordt behandeld, niet in de voorgaande
lijst opgenomen. Eenige bijzonderheden vindt men in het
meergenoemde werk van Dr. Van Bemmelen „Die
Erforschung des Luftozeans etc., p. 17”.
Rambaldo zou deze westmoesson-periode benutten tot
het bestudeeren van een onderwerp zijner waardig: de
luchtbeweging tusschen Soerabaja en Batavia, met het
oog op de aviatische verbinding dier beide centraa).
Het verblijf te Soerabaja...”
|
|
4 |
|
“...die allen. „De
Vereeniging zou dan Wel wat later, op initiatief van een
ander zijn tot stand gebracht,” dus meen ik te hooren
zeggen. Maar ik vraag: „wanneer zou dat dan zijn
geweest en wie zou dan het initiatief hebben genomen?”
Zou het misschien zijn gebeurd een vijftal jaren later,
bijvoorbeeld na dien 15den Januari 1913, toen de Tweede
Kamer een eerste krediet voor vliegerballons ingrijpend
wijzigde, omdat zij, ten tijde van de behandeling der
begrooting, inderdaad alweer scherper en verder zag
dan de wezenlijk bevoegde deskundigen nog hadden
kunnen zien (zoo gauw ontwikkelde zich de Luchtvaart)'
toen zij hunne aanvrage opmaakten en aanboden? En
wie had dan de gangmaker moeten zijn? Toch liefst
maar weer Rambaldo, denk ik, al zou hij onderwijl
vijf jaren ouder zijn geworden! Maar ik ben zoo vrij,
heel sceptisch over dit alles te denken, want aanjagers
als Rambaldo heeft men niet voor het rapen, en toen in
1907 de Vereeniging kwam, waren wij in vergelijking
met de ons omgevende mogendheden...”
|
|
5 |
|
“...van Zaterdag 5 Augustus 1911,
uitgebracht door H. G. Van Steijn aan het Bestuur
der Afdeeling „Soerabaja” der N. I. Vereeniging
voor Luchtvaart1).
Zaterdag 5 Augustus 7 u. 30 m. v.m. stond de ballon
gereed voor de opstijging op het terrein van de gas-
fabriek te Soerabaja. Er zou een wetenschappelijke vaart
gemaakt worden met de zeeofficieren Rambaldo als
commandant en Van Steijn als meteorologisch waar-
nemer, terwijl de kapitein van den staf Dingemans als
militair waarnemer zou medegaan.
Deze zag echter van de reis af, toen hem in over-
weging werd gegeven om bij gunstigen wind er tevens
een doeltocht van te maken naar den meridiaan van
Samarang en hem gewezen was op de moeilijkheden,
verbonden aan een mogelijke landing in de uitgestrekte
djatibosschen * *)’.
Ten 7 u. 40 m. was de ballon afgewogen met ongeveer
10 kilo’s stijgkracht en 17 zakken ballast, terwijl sleep-
touw, reddingslijn, anker en bagage te zamen nog een
gewicht van ongeveer 10 zakken vertegenwoordigden,
waardoor bij tijdige8)...”
|
|
6 |
|
“...windvlaag.
Daar de boomtakken, ons niet sterk genoeg leken om
ons beider gewicht te dragen, zoodat wij een voor een
moesten neerdalen, nam ik, zelf in het bezit zijnde van
het diploma voor balloncommandant, de leiding van
Rambaldo over en noodigde hem uit, zich eerst te laten
zakken. Ik wist uit eigen ervaring hoe vermoeid
Rambaldo na een luchtreis kon zijn1) en vreesde, dat,
mocht de ballon zich met hem losrukken, zijn lichaams-
kracht te kort zou schieten om veilig voor de tweede
maal te landen.
Ik zag Rambaldo een eind langs den boom zakken
en toen ik meende zeker te kunnen zijn, dat hij op deze
wijze goed en wel den grond zou bereiken, klaarde ik
een en ander in de mand op, om voor mijn eigen veilig-
heid zorg te dragen*).
Toen gebeurde iets vreeselijks. Ik hoorde een zachten
*) De Kapitein ter Zee, later Vice-Admiraal W. C. J. Smit
schrijft, dat Rambaldo door Kiekte was verzwakt. Zie Bijblad
No. 6, p. 64.
*) Wie zich Van Steijn herinnert, herkent hem op bijna
iederen regel van dit schrijven...”
|
|
7 |
|
“...71
roep „God, Steijn!” Onmiddellijk keek ik over de mand
heen en zag mijn besten vriend met hoofd en schouders
omlaag neerstorten, naar schatting minstens 10 Meter
hoog. Een plof en verder geen geluid in het stille bosch,
dan de wind, die over de boomen suisde. Ik zag hem
liggen, er van overtuigd, ja hopende zelfs, dat de dood
onmiddellijk zou zijn ingetreden. Zeer waarschijnlijk
heeft hij, na een eind gezakt te zijn, geen kracht meer
gehad om zich vast te houden, en op het moment van
loslaten heeft hij mijn naam geroepen als afscheid-----
Een half uur te voren zeide hij mij, een voorgevoel
van pech te hebben. Arme, dappere kerel, daar lag hij
20 a 30 meter onder mij. De wind wakkerde aan, de
ballon sloeg heen en weer, de takken kraakten en terwijl
ik bezig was diverse maatregelen te treffen, die mij op
dit moeilijke oogenblik noodig voorkwamen, nam een
rukwind mij mede en vloog ik pijlsnel omhoog, zonder
anderen ballast dan de lijnen, het dekkleed en een tasch
met schoon goed.
Onmiddellijk...”
|
|