1 |
|
“...56
3. import van motoren, schroeven en andere onder-
deden tot vliegtuigen;
4. verkoop in Indië van geïmporteerde vliegtuigen
met opleiding van de vliegers;
5. handelsbetrekkingen met Britsch-Indië, Australië,
China en Japan.
Ter voorbereiding van velerlei is, naar wij vernemen,
genoot Van Schaik reeds naar Europa afgereisd 1) om
een Harlan-ééndekker te koopen en daarop vliegen te
leeren te Johannisthal. Rambaldo hecht groote waarde
aan betrekkingen met de Duitsche vliegtuigindustrie (al
erkent hij dat de Fransche iets hooger staat) omdat hij
van de Duitschers verwacht, dat dezen wel zullen
trachten zich een afzetgebied in Indië te openen2),
terwijl het Koninkrijk der Nederlanden, naar zijne
meening, te klein is, om vooreerst aan een eigen vlieg-
tuigindustrie te kunnen denken.
Het is niet noodig deze plannen stuk voor stuk te
ontleden. Ware er iets van verwezenlijkt, dan zou toch
de wereldoorlog alles ruw hebben vernield. De zaken
zijn nu eenmaal gansch anders geloopen; Fokker en
Pander...”
|
|