Your search within this document for 'China' resulted in two matching pages.
1

“...491 maar ook New-York en Chicago liggen dichter bij het eindpunt der Canadasche lijn aan den Grooten Oceaan dan bij San Francisco. De route over den Atlantischen Oceaan naar Halifax, van daar met den Canadaschën Pacific-spoorweg naar den Grooten Oceaan en vervolgens naar China of Japan moet, zoodra de zaak maar eens goed georganiseerd is, eene belangrijke besparing van tijd opleveren in vergelijking met die over New-York-San-Francisco. De gewichtigste plaatsen aan de hoofdlijn tusschen het Bovenmeer (Lake Superior) en het Rotsgebergte zijn : Port Arthur, dat door zijne ligging aan den N.-Westelijken oever van dat meer de hoofdstapelplaats zal worden voor het daarop plaatshebbende handelsverkeer; verder Fort William op ca. 6 Eng. mijlen van Port Arthur; Rat Portage, dat, in het bezit van eene onuitputtelijke hoeveelheid beweegkracht door stroomend water, mettertijd een van de voornaamste middelpunten der industrie van N.-Amerika belooft te worden; Winnipeg, de hoofdstad van Manitoba, gelegen...”
2

“...494 verbonden Britsch-Indische immigranten vormde dus verreweg het grootste deel: ruim 6000. Het aantal immigranten, van 1 Jan. 1853—uit. Dec* 1884 in de kolonie ingevoerd, bedroeg van Ned.-Indie 123, van Madera 480, van China 2502, van W -Indië 2596, van Nederland 89, van Br.- Indië 9485. Van de in deze opgaven bedoelde 52.978 personen behoorden, wat de godsdienstige gezindte betreft, tot de Hervormde gemeente 6559, tot die der Evangelisch-Luthersche 2849, der Moravische broeders 23,937, der Roomsch-Katholieke 7517, der Israëlitische 1114, der Waalsche 14, der Episcopaalsche 456, der Remonstrantsche 3. Het aantal Mohammedanen bedroeg 1429, dat der Hindoes 4082, der Bhudisten 116. De gods- dienstige gezindte van 4902 personen is niet vermeld. Naar de verschillende betrekkingen, beroepen en ambachten is die bevolking aldus te verdeelen: zonder beroep (hieronder gehuwde vrouwen, kinderen, ouden ën gebrekkigen) 22.913; veld- en fabriekarbeiders 10.66; landbouwers (eigenaren en pachters van...”