Your search within this document for 'quorum' resulted in two matching pages.
1

“...Ja d^KUaMsaadJln beginsel bevoegd onderwerpen te behande- len die niet op de convocatiebiljetten vermeld staan» bij het reglement van orde kunnen daaromtrent beperkende be- palingen in het leven worden geroepen» terwijl er ook restrioties bestaan ten aanzien van wegens gebrek aan quorum verdaagde vergaderingen, Ad Aifrtt.22, 25 en 34» Deze artikelen handelen over besloten vergaderingen, de daarvan gehouden notulen en de onderwer- pea waarover daarin kan werden beraadslaagd en een beslis- sing genomen» Uit den aard der vergadering met gesloten deuren vloeit voort, dat geheimhouding kan worden opgelegd zelfs reeds, wat de schriftelijke stukken betreft, vooraf door G» en L.} voorts dat de opgelegde geheimhouding ook bindend is voor den Gezaghebber en eventueel voor *p de vergadering afwezige leden; en vervolgens dat de opgelegde geheimhouding in acht genomen moet worden zoolang zij niet is opgeheven of door niet bekrachtiging vervallen is. Het tweede lid van artikel 24 laat wel toe in eeu...”
2

“...deelen de leden van het College van Gr. en L, ook in de parlementaire immuniteit. Ad art.65. Dit artikel eiacht een bepaald quorum voor de vergadering; doch hij ontbreken van dat quorum» belegt de voorzitter een tweede vergadering waartoe hij de leden scliriftelijk met vermelding van de agenda oproept, De verdaagde vergadering wordt gehouden ongeacht het aantal tegenwoordige leden desnoods door den Gezaghebber alleen, die ook lid van het College van G. en L* is» Het derde lid verklaart de bepalingen van artikel 32 toepasselijk in gevallen van staking van stennen» Ad art.64. Het reglement van orde voor de vergaderingen van 8. en L. wordt aan den Eilandraad medegedeeld, doch heeft, om van kracht te zijn, geen goedkeuring van dien Haad noodig. Ad art.65. In de algeaeene beschouwingen is reeds toege- licht waarom aan het stelsel van presentiegelden de voor- keur gegeven wordt. Ad artt.66 - 76. Artikel 66 opent den titel handelende over den secretaris en over den ontvanger, De eerste paragraaf...”