Your search within this document for 'wil' resulted in 34 matching pages.
 
1

“...temoigneerde, het felve dan egter niets ter faake doert foude, foo, om dat daar by geenfints verklaard word, dat de door de Americanen voorgenoomen inkoop waarlyk en in de daad op St. Euftatius gefchied is , als om dat, al ware defelve gefchied, felfs dan nog daar uit geenfints fou- de proflueeren, dat de ondergeteekende daar van eenige de minfte kennifje foude hebben gehad; dan welke kenniffe van den ondergeteekenden egter, niet flegts veronderfteïd, maar beweefen foude moeten zyn, indien men hem wil ac- cufeeren van eenige oogluikende toelaating van eene onge- permitteerde uitrufing van Scheepen op fijn Eiland, van eene ongeoorloofde onbepaalde Commercie tuflchen de Noord- Americanen en de Inwooners van St. Euftatius. En dus blykt uit dit alles niet alleen, dat die klagte van den Heer Ridder Y'ork ten opfigte van den ondergetee- kenden is gedeftitueert van alle fundament, maar ook dat het voorgeeven van den Praefident Greathead by fijne Mis- five...”
2

“...Ondergetcekende fóude hebben tocgelaaten de nee- muig van een Engelfch Schip door eenen Americaanfchen Zeerover {niet onder het Gefchut, mitar) presqjj'a La portée du Canon de fon Isle j het geen en na den aart der laaie, en na de verklaaring van hun Hoog Mog. fel ven by hoogll der felver Refolutie in dato it February 1777, niets anders kan te kennen geeven, dan dat deefe neeming gele hied was byna onder het bereik van het Gefchut van Jen Eilandj en dus niet onder het daadelyk bereik felve. En dan wil de Ondergeteekende wel eens geVraagc heb- ben, hoe en op welke wyfe hy met mogelykheid, daar men door de klagte en der felver Voorltel felve advoueerr, dat fijn Gefchut den Americaanfchen Zeerover niet foude nebben kunnen bereiken, het Engelfch Schip tegen dien Zeerover foude hebben kunnen verdeedigen of beveiligen, en met wat mogelykheid hy het neemen van dat Self p fou- de hebben kunnen beletten? Immers Was hy volgens de aan. klagte felve daar toe .buiten Haat, en is düs de Onderge- teekende...”
3

“...dat het Engelfch Schip door den Ame- ricaanfohen Zeerover genoomen foude zyn byna onder het bereik van het Gefchut van St. Eujïathis, en dat mitsdien de accufatie, op dat fubjeft tegen den Ondergeteekenden aangevoert, van allen fchyn, laat üaan dan grond, van waarheid is ontbloot. Ja hier van fullen U Wel-Edele Groot Agtb. ten vollen foo de Ondergeteekende vertrouwt, overtuigt moeten zyn, wanneer delelven fullen hebben nagegaan, de Inrerrogato- rien aan en beëedigde Antwoorden van George Scott, Wil- liam Aull, Thomas M. Earrel, Robert Ruyd, Wallis, Do- nahion, en William Patterfon, ten deefen annex jub Num. 8, 1. ij. iv, v. vj. vij. en vlij. Immers, daar uit fullen U Wel Ed. Groot Agtb. ontwaar worden, dat de vier eer[le van die feeven Getuigen op d é vraage, of fy het ook gefien hebben, toen de Ierfche Bri- gantyn genoomen is, en of fulks ook onder het Gejchut van St, Euflatius gefchied is? volmondig antwoorden, neen, in geenen deele, en dat fy daar van niet hebben gefien; ter- wyl de andere...”
4

“...confteeren , dat die neeming by na onder het Gefchut van St. Euliatius gefchied foude xyn; maar dat het daarenboven, loo al niet feeker, im- mers aHerwaarfehynelykft is, dat, by aldien die neeming geichied waare byna onder het bereik van het Gefchut van dat Eiland, en dus in die nabyhcid en op foodanigen tyd en plaats, dat men defelve van dat Eiland foude hebben kun- nen beichouwen (het geen onderfteld moet worden mo- gelyk geweeft te zyn, indien men den Ondergeteekenden met eenigen fchyn befchuldigen wil) dan ook de een of ander dier getuigen wel iets van deefe neeming gefien fou- de hebben; dan het welk ter deefen geen plaats heeft ge- had en door hen allen onder eede word ontkend, felfs ook door die geenen, welken erkennen eenige Scheepen van de Wal gefien te hebben. En de waarheid en goede trouw van deefe onkentenis, foo wel als de volftrelue onwaarheid en quaade trouw van het voorgeeven, dat de Ondergeteekende fouden hebben toege!aaten, dat de Americaanfche Zeerover het Engelfch Schip foude...”
5

“...volgens het begrip van den Onder- geteekenden, per fe voortvloet, dat de Ondergeteekende door het geeven van dit Contra-Salut, in eene particuliere betrekking j volgens de Conti ante praïïycq} ten opfigte van de Koopvaardyfcheepen fonder onderfcheidgebrmkelyk^ geene daad of eerbewylinge heeft gepleegt of gedaan, waar uit op eene wettige wyfe geinfereert loude kunnen worden, dat by de independents of Souveraiuiteit der Americaanfche Colonien van fijne Groot-Brittannifche Majefteit foude hebben wil- len erkennen, of daadelyk foude hebben erkend. En foude het niet (verbeeld fig de Ondergeteekende met regt te moogen vraagen) foude het niet ten hoogften on- gerymd en onbetamelyk geweelt zyn, indien hy, op eene honnette wyfe gefalueert wordende door de meergemelde Americaanfche Brigantyn, geweigert hadde of in gebreeke gebleeven ware defelve, volgens de gewoone wyfe^ als een Koof...”
6

“...door het Certificaat van Abraham Ravené (waar by hy declareert dat het Brigantyn Schip op de Rheede van Sr. Eullatius ten Anker quam, voerende een Vlag met der- tien Streepen) geconfirmeert te worden, egter alvoorens de ordre gegeeven te hebben tot het doen van Contra-falut, foodanig als by dat Certificaat word geadtelleert; gewee- ten foude hebben, dat het gemelde Schip de Andrew Do- ria was een Noord- Americaanfehe Brigantyn 3 door en in dien ft van bet Congres aldaar uit geruft , en dat hy dus wil' lens en weetens foude hebben toegelaaten, dat (foo als de Preefident Greathead fig by fijne Miffive in dato 17 De- cember 1776 fub Num. 1. uitlaat) de gemelde Noord-Ame- ricaanfche Brigantyn wierd beandwoord met defelfde folem- niteit, verfchuldigt aan de Vlaggen van onafhangelyke fou-...”
7

“...zynde Copie daar van teffens met dat Antwoord döor den Ondergeteekende den gemelde Generaal toegefonden. Uit al het welke dus blykt, dat men ten deefen aan de z,yde der Engelfchen fig met niet anders weet te redden, dan met gebruik te maaken van getuigeniflen van Kapersgaflen* het Schuim des Aardryks, van finguliere Verklaaringen en anonyme Extraéfen van Depofitien van praetenfe gefegdens» die in een gefprek of converfatie louden gepalïeert zyn* en welke men den Ondergetekenden voor valide bewyfen wil obtrudeeren, tot ttavinge van klagten van de aller uiterfte aangeleegenheid. Ondertuffchen fchroomt de Heer Generaal Burt niet, om in fijn meergemelde finguliere Brief te (éggen, dar, indien dé rapporten van Lieden van alle Natiën (lender egter te melden, wié die Raporteurs zyn) geloof verdienen, men den...”
8

“...Raad t'è öt. Hmitatius is, ten opfigte van meergemelde Rofs verdie- rdmofdere,redlbKll,terit’ °f de Verklaaringe van Rofs, aï- eits Hnf ? A beeedlSt ^ voor hec britfche Admirali- den en mi ,An '8ua> « by den uitkomlt apocryph gewor- dusdanige praevancatien vergefeld, dat’er geen laat op te maaken is; dog welke van deefe twee te con- cludeeren is, laat de Ondergeteekende over aan de decïfié van alle onbevooroordeelde Menlchen: en fal maar al leert nier by voegen» dat, indien de Heer Generaal Burt wil heb- ^ dat mert geloof fd flaan aan de Regifiers van het Brit- ene Admiraliteit^ Hof; Vóór foo verre het confieert; dat' ausdartige befchuldigmgen voor deiélve weefenclyk beëedigt zyn» en dat het felve geen collufie, fraude, finiltre wee- £'* 0 corttrairtte irt het examineeren van Getuigen ge- bruikt; lijn Excellentie dart ook niet fonder fchaamroot te worden, het felve geloof Weigeren kan of mag aan dert uirllag. van examinatien j dóór het Geregte te St Euttatius gedaan. De Ondergeteekende heeft...”
9

“... om des nagts tuffchen den 14 en iy December 1777^ gewaapend met Houwers en Pilloolen, aan boord van twee Hollandfche Scheepén (de eene genaamd de Vrouw Johanna, Schipper Abraham Griepman: de andere zynde een Brigantyn ge«=' rsaamd de Lucy, Schipper Daniël de Groot) op de Rhee- de leggende, te gaan; alwaar fy het Volk van beiden met brutaliteiten , bedreigingen, fchelden en vloeken op de Hollandlche Natie mishandelden, en dwongen om hem de Scheepen te laaten vifiteeren; geevende voor fulks te wil- len doen om feeker^ Deferteurs van de Kaper, welken fy dagten daar aan Boord te zyn, te ontdekken. Des ande- ren daags fulks aan den Ondergeteekende aangediend zyn- de, het de Ondergeteekende de vyf Delinquanten, met haamen Thomas Gunner, Richard Pitt, Thomas Roberts, James Rogers en Fredrik Laurence, in detentie brengen, en t erft oud door de Manfchappen van beide voornoemde Hoilandfche Vaartuigen omftandige. Verklaaringen daarvan beleggen , foo als blykt uit Bylaagen Num. 89. en Num, 90. cn...”
10

“...Dat (wat aangaat het geen lijn Excellentie meld wee^ gens de vryheid van de Haven van St. Euftarius en wac ook de onmededogende mogen denken) fomtyds dat Ei- land daar door een toevlugt is voor de geenen die in noo- den elendig geworden zyn: en dat (vermits fijn Excellen- tie de goedheid hadde, niettegenftaande des Ondergetee- kendens verfeekering van het contrarie, egter te urgeeren dat ’er een Variëteit van informatien van Lieden van alle Natiën foude zyn, dat men Ros te St. Euftatius hadde wil- len conftringeeren om deflelfs getuigenifie re herroepen, dan dat hy egter geperfilleert hadde by fijne eertte getui- genifle); de Ondergeteekende nu, niet op het hooren keg- gen van Engelfche of Hollanders, maar op fijn eigen ge- gronden kennifie, fijn Excellentie weederom verfoekehde, dat fulks notoir ongegrond en bezyden de waarheid was, en dat (om kort te gaan) foo lang als Lefter de befchul- digde Perfoon niet kon wettig overtuigt worden; hy niet kon gefiraft worden. Dat nadien fijn Excellentie...”
11

“...noodfaakelyk in een faak van Staat, en ter befliffing van den Ko- rting myn Meelter en van hun Hoog Mog., welker doorfigt met een fal onderfcheiden, of foo een ge- drag over een te brengen is met de Traétaaten fub- lilteerende tuflchen twee Mogendheeden. Schoon de perfoneele beleedigingen van een Druk- ker, waar over U Edelheid fig beklaagt, de merites van onfe publique correspondentie niet raakt kan ik deefe niet fluiten, fonder gewag te maaken van dat gedeelte van U Edelheids Brief, U Edelheid wil hoop ik my het regt doen weedervaaren van te ge- loven , dat ik alle begunlliging van diergelyke belee- digingen ontken, en dat ik de ongebondenheid van de Drukpers in een gelyke graad met U verfoey. Maar gelyk door de conlliturie van dit vrye Land de eerrovende voortvloeifels van laftering en quaad- fpreekentheid hunne bellraffing alleen kunnen vindert in de gewoone en vaftgeftelde loop van deflelfs Bur- gerlyke, Regtspleeging is het buiten de magt van eenig Britfch Magiftraat, aan U Edelheid...”
12

“...II* ) öf indireél, eenige portie of deel hebben in een Vaartuig, met Commiffie van Noord-America vaa- rende. 3. Of de Heer William Aull aan hem gefegt heeft, dat de Heer van Bibber aan hem (William Aull) een deel of portie geoffe- reert had in het Vaartuig de Baltimore Hero. Of hem ook be wuft is, dat de Heer Abram van Bibber aan hem of iemand anders gelegd heeft eeni- ge Commiffie in blanco van het Congres van Noord- America, geteekent John Hancock Praefident, te hebben. 3 • Segt dat de Heer Wil- liam Aull aan hem (Scott) gefegt hadde, dat de Heer Abram van Bibber aan hem (Willem Aull) een portie geoffereert had in de Sloep die de Ierfche Brigantyn genomen heeft. Vid. N.z. Art. i. 4* Segt een abuis van hem geweeji te zyn j en niets diergelyks gejien te hebben. 5 • Of ookgefien heeft toen de Ierfche Brigantyn ge- noomen is, en of fulks ook onder het Gefchut van dit Eiland isgeweeft. 6. Of de voorenflaande antwoorden perfifleert met folemneele eede te beves- tigen. Deefe voorenflaande Vraagen...”
13

“...foude maaken met defel- ve. 3* Of hem ook bekendis, dat eenige Inwoonders al- hier eenig deel hebben in een Vaartuig Commiflie voerende van het Con- gres van Noord-America ? 4* Wat ’er gepafleert is tuflchen hen en den Heer William Aull, in pruden- tie van de Heer Trorlter Macconwell ? 5- Of ook gefien heeft, toen de Ierfche Brigamyn gei oomen is, en of fulks ook onder het Gefchut van dit Eiland is geweelt. Of Segt neen. Sig fulks niet kan rappelleeren. ï. Segt neen. Segt neen. Segt, dat de Heer Wil" liam Aull gefegt had, dflt vermeende dat gemeld Sloep, die de Briganty11 genoomen had, delelfdö was daar hy Mr. Farreb eenige Goederen inhad’ dog dat hy de Heer overtuigde, dat het e£{l ander Vaartuig was, daaf hy fijn Goederen had ÏÏ' gelaaden. ?• Segt van neen niet ge' fien te hebben wannet fy genoomen is. Se0c...”
14

“...dat een Officier (foo hy foodanig was) koomende van U Excellentie, fig foo omberamelyk gedraage, en ik ben verfeekert dat U Excellentie my voor deefe informatie fal bedanken» door de geleegentheid die het U geeft» om die welke geen kennis van hun pligt fchynen te hebben daar in te onderwyfen. Ik heb de eer te zyn, *1) Excellenties St. Chrifto- Gehoorfaamfte en onderda- phers den 20 nigfte Dienaar. Juny 1777. Was geteekent, ÏV'tUiam Mathew Burt. St. Chriftophersi Num. 2.6. E'eor jljn Excellentie Wil- liam Mathew Burt j Esq. Capi- tein Generaal en Gouverneur eft Chef in en over alle fijn Maje- ficits Leeward Charïbbée Eilan- den in America j Cancelier Vice- Admiraal tn ordinair &c. &c. &c. ÏOhn Welch, laatft Bevelhebber van een gewapen- de Sloep in dienft van de vereenigde Staaten van America, genaamt de Maringuan of Mofchetto* behoorlyk den eed afgelegt hebbende op de Heilige Evangeliften van God Almagtig, verklaart en fegd dat hy wel bekent is met Ifac van Bibber, thans In- woonder van St...”
15

“...genaamt de Baltimore Heroe; gemelde van Bibber aan deefe Deponent om- trent vyf a fes maanden geleeden aattgebooden heb- bende het opperbevel over gemelde Sloep te voeren* foo hy de tegenwoordige Bevelhebber Capitein Wal- ters kon verplaatfen; en de gemelde Deponént fegd verders dat niets dan de waarheid in bovenltaandé Verklaaring vervat is. Geteekent * Jns. Welch. Beëedigt dén agtienden dag van Juny 1777 in praefentie van my* Was geteekent* Willem Maihew Èurt. Trailaat. Aan fijn Excellentie Wil- Nuili. if Him Mathew Burt * Esq. Capt. Generaal en Gouverneur en Chef in en over alle fijne Groot-Brit- tannifche Majepleits Leeward Cha- nbbée Ey landen ^ Canceller > B’ice- Admiraal en Ordinaris van de- felve j &e. &c. &c. St. Euftatius den ix July 1777. Myn Heer i TK heb de eer gehad Uw Excellentie Miifive van A den 10 Juny te ontfangen, refereerende aan de Communicatie door den Admiraal Young gegeeven op het fubjedl van feekere Ïfac van Bibbers, laatft een Inwoonder van dit Eyland , en verfellende...”
16

“...onderdanige Dienaar. Extract uit het Regifter Num. 28 der Sententien en Refolutien, gehouden op St. Eudatius, fo- lio 3x. /^jOuverneur en Raaden, extraordinair vergadert, is door den Heere Gouverneur geproduceert geworden, een feekere Commidle van het Vice-Ad- miraliteits Hof van het Eyland Antigua, door den Heer William Pitts aan den Heere Gouverneur ter handen gedeld, geteekent door Edward Byam, Reg- ter van gemelde Admiraliteits Hof, in dato 8 July 1777, behelfende een authorifatie aan gemelde Wil- liam Pitts en John Fergudon van Antigua, en aan Thomas Halliburton en Frnfis Dawes van dit Ey- land, omme, in gevolge een ordre van gemelde Ad- miraliteits Hof, eenige Getuigen alhier , voor ge- noemde Com mi (Ta rillen of Gevolmagtigden op Inter- 1 rogatorien te brengen, na dat alvoorens den eed voor opgemelde CommilIarilTen door die Getuigen foude •zyn afgelegt, ende hulks relateerende een cafus litis- pendent voor meergemelde Admiraliteits Hof, wee- gens het Schip Watergeus, Schipper Adriaan...”
17

“...al aan fijn Ed. over te laaten, het benodigt verfoek van redres te doen; Uw Excellentie fal my derhalven permitteeren om deefe faak te laaten beruften op het geen gemelde Gouverneur aanwend ten behoeven van de Rheeders van gemelde Brig, volkomen over- tuigt zynde weegens Uw Excellenties wel geëtablis- feert Cara&er en Dispofuie, dat defelve forg fal draa- Tortofa den Myn Heer ± 7 July 1777* Uw gehoorfaamfte on^ derdanige Dienaar. Geteekent, William Matthew Burt. Num. 36. Aan Jijn Excellentie Wil• Ham Matthew Burt Esq. j Ga- pt ein Generaalj Gouverneur ett Chef in en over alle fijne GrootA Brittannifche Majefteits Lee^ ward Charibbée Eilanden, Can. celier j Vice-Admiraal en ordi^ naris van defelve j &c. &c. &c. St. Eudatius den ij July 1777. Myn Heer,...”
18

“...Noord-Carolina, en laatft genO' men door Stephan Philip, voerende de Sloep Ran- ger, en in de Haven van St. John opgebragt. moet U Excellentie permiffie verfoeken in antwoord te moogen obferveeren, dat my niemand bekent is voerende de narim van Tertellier, of eenige daar na lykende benaaming in dit Eiland; dat verfcheide de naam van Godet voerende, Inboorlingen en Burger5 van het felve zyn, en dat de aangevoerde Heef Letter een Burger is, die alhier feedert een langeI1 Num. 44. Aan Jijn Excellentie Wil- liam Matthew Burt Esq. 3 Ca- pitein Generaal 3 Gouverneur en Chef in en over alle fijne Groot- Brittannifche Majefteits Lee- ward Charibbée Eilanden, Can- celler , Vice-Admiraal en or di- nar is van de felve 3 &c. &c. &t‘ St. Eu/iatius den 31 July 1777. Myn Heer,...”
19

“...Gy fulks gehoord ? 10. Wanneer is gemelde Bark Chriftiana hier ter Rhee- de gearriveert? 11. Hoe lang heeft gemel- de Vaartuig alhier ver- toeft ? IX. Weet gyGeinterrogeer- de ook, aan wie gemelde Bark Chriftiana was ge- configneert of geaddres- feert ? gevoert, gegaan zyn de met een open Boot van St. Chriftopher gekomen i en ten eerfte met fijn Plunje aan Boord van de- feWe Bark Chriftiana ge- gaan. 8. Segt dat hy gehoord heeft dat die Bark te Phi- ladelphia t’huis hoorde, en toebehoorde aan Wil en Morris, foo ver hy ge- hoord heeft. 9* Segt van Capitein Whyeth, en het Volk aan Boord. 10. Segt fulks niet te wee- ten. ii. Segt drie a vier wee- ken, na dat hy aan Boord is gekomen. IX. Segt dat hy fulks niet weet, als alleenlyk, dat hy gehoord heeft, dat die Bark foude zyn geaddres- feert aan Lifter en Godet alhier. 13. Kent gy Geinterrogeer- den ook op dit Eiland den Perfoon van eene Ter tul» lier of Tertile, en is U ook bekent, dat gemelde Bark aan den felve Ter- tullier of Tertile foude...”
20

“...Cancelier, en Vice-Admiraal en Or dinar is van defelve , &c. &c. &c. Si. Euftatius den 11 Aug. *777. TK moet voor het tegenwoordige üitftelle mjr dé eere te geevèn Uw Excellenties laatlte Miffive te beantwoorden, vermits de iaak, Waar toe defelve re- fereert, een volleediger eclairfiffement vereifcht, als! veel diligentie my tot hier toe in ftaat heeft gefield te obtirieeren. Myn Heer», Onder ftond, U Edelens onderdanigfte eri ___________gehoorfaamfte Dienaar. Tranfiaat. Aan fijn Excellentie Wil- Num. Myn Heer B b b Dee...”