1 |
|
“...fijne Excellentie het hier in deefen Brief nog
erger; dingen meldende, die allefints drift en paflïe too-
nen.
EindelykjOm een ftaaltje te geeven van de burlesque wy-
fe, waar op fijn Excellemie den Ondergeteekenden geftaa-
dig repliceerde in Brieven van foo een ferieufe en aange-
leegen aard; in den Brief van den » Maart Bylaage No.
117. meld fijn Excellentie , dat ihy nooit wilt van de
vordering van eenige dedommagementen, voor de fchaa-
den gedaan aan het Gefchuc van de Batterye van St. Mar-
tin ; dat hy praefumeerde dat hun Hoog Mog, louden hun-
ne waardigheid gekrenkt reekenen by foo een offerte, en
daarom fal hy het niet maaken; maar is gereed om eenige
applicatie van die natuur te ontfangen, welke de Onderge-
teekende foude goedvinden te maaken aan fijn Excellentie
daar omtrent: Dit zyn de praecife woorden van fijn Excel-
lentie vertaald. De beoordeeling over de bevoegtheid of
onbevoegtheid van deefe Replique op een vorderinge van
fadsfaétie en reparatie, welke de Ondergeteekende voorde...”
|
|
2 |
|
“...)
Imerrogmorie gedaan
ken by den IVel-Edelen Geftrenge
Beer Johannes de Graaf, Gouver-
neur over dtt en onderhoorige Ei-
landen Saba en St. Martin op en
jegens den Ter Joon van de Heer
Abram van Bibber, Koopman* al-
hier woonagtig.
prrangen. Antwoorden,
Art. *• Art. i.
Of ëênig deel öf portie Segt neen.
heeft in een Vaartuig, ge*
haatnt Baltimore Hero?
ii
Of hem bekent is dat Segt dat ’er by (tin wet*
eenig Ingezeeten op dit ten geen &ym
Eiland daar in geinteres-
feert is?
3« j,
Of ooit eemge Coth- Segt nooit gehad of ge-
m^iex->Van ^ Congres Jten heeft, en dat meendé
van Noord-America in verfeekert te zyn dat 'et
blanco geteekent gehad, nooit geen van het Noord*
of by iemand anders op Americaans Congres ift
dit Eiland gefien heeft? blanco zyn uirgegeeven*
4’ ^
Of de voorenftaande Segt ja. Dog Verklaart
antwoorden perfifteërt met by deefe den eed niet af
folemneele cede te beves* te leggen , dan ten refpeé*
ligen* té van het Edele Agtbaa*
reCollegie deefes Eilands,
en ter fuivering vart...”
|
|
3 |
|
“...Hcyliger en Pieter Runnels Raaden ]S[uhx.
deefes Eilands. Oirkonde ende bekenne, dat
voor ons gecompareert is de Heer Abram Ravené,
Commandant der Fortrefte en de Militie deefes Ei-
lands St. Euftatius, ten diende van de Edele Gene-
raale geoélroyeerde Nederlandfche Weftindifche Com-
pagnie, dewelke verklaarde, op den eed by den aan-
vang fijner Bedie mg gedaan, en wel ter requifitie
van den Wel-Edele Geftrertge Heer Johannes de
Graaf, Gouverneur over gemelde èH ondcrhoorige
Eilanden, Saba en Sr. Mas tin. Dat de Schoepen of
Vaartuigen van Oorlog van eenige bekende Mogent-
heid het Forties falueerende met KanortfchOoten al-
toos fchot voor fchot bedankt zyn ^ en dat integen-
deel alle Koopvaardyefcheepen, van wat Natie heit
mogte zyn, altoos twee fchooten minder zyn bedankt
geworden.
In kennilTe der waarheid foo is deefe door hem
Heer Comparant eigenhandig onderteekent, als mee-
de door Ons Raaden en Secretaris deefes Eilands^
én met het gewöone ’s Lands Zeegel beveiligt.
Aétum St. Euftatius den...”
|
|
4 |
|
“...( *13 )
Wel-Edele Gefirenge Heer Nunit 81.
den Heer Johannes de Graaf j
Gouverneur over de Eilanden
St. Eujiatius , Saba en St. Mar-
tin.
Wel Edele Gejlrenge Heer en
waarde Soon!
fik Lfoo den Generaal Burt my gefchreeven heeft
dat hy geen klagte van my wilde ontfangen over
holliliteiten door de Onderdaanen van fijne Britifche
Majelieit onder fijn Gouvernement refideerende ge-
pleegr, als door de Canaal van U Ed. Gefirenge,
en fulks voor deefe nooit gebruikelyk zynde, ben
verleegen hoe de noodige fatisfadie te erlangen we-
gens de depradatie alhier gilleren , zynde den 30
November, gedaan door een Schoener, genaamt de
Enterprife, waar op Capitein is een Abraham Sewer,
toebehoorende aan het Eiland Tortola, maar foo men
fegd thans fiek is leggende in de Franfche gedeelte
deefes Eiland, en door fijn Lieutenant, genaamt
Charles Mollenir, thans gecommandeert, is alhier
gilleren tuflchen tien en elf uuren ’s morgens op de
Rhee gekoomen, als een Noordsvaarder, fijne Volk
alle gefchuilt hebbende...”
|
|
5 |
|
“...'Jeune.
Secretaris.
Johannes de Graaf, Gouverneur over de Ei- Nym t to
Janden bc. Euftatius, Saba en St. Martin. Oir-
onde en bekenne dat voor ons gecdmpareert en
verfcheenen is den eerfaamen Capitein Dirk Peeper,
tereRhpedheï lHreg^lfch]P de Eendragt, thans alhier
te’ j*heede leggende, dewelke verklaarde, getuigde
te föken en T Van, de w"f en ï
te 1 trek ken en dienen daar het behoord, waar en
waaragtig te zyn dat hy Comparant op den a6 De-
MaJi^ hdpeS gJP5ireerde jfrs> hg op het Eiland St.
Ma, tin bevond des avonds tuffchen fes a feeven uureti
Lm ï' r Van denr^eI-Edele Gettrenge Heer Abra-
knd Pz*\i/JOUVerneur over het gemelde Ei-
1 nd St. Mamii, Wanneer ter fel ver tyd by fijn Wel-
, Geftrenge aan Huis quam een Officier van fee-
^™encaa"f<;he Kaper (die in de groote Baay op
die daö ten Anker was gekoomen) om fijn WebEd
w rfn/VLerWlttigen hun arrivement; dat fijn
Wel-Ed. Geftrenge terftond na dat hy van gemelde
ürhcier vernam wie en wat Vaartuig het was, hem
wel expreffelyk werbood langer...”
|
|
6 |
|
“...Almagtig helpen. ...... ..... ;i
Des t’Oirkonde deefe door ons Gouverneur en
Secretaris eigenhandig onderteekent, en met het ge»
woone ’s Lands Zeegel beveiligt.
Was geteekent,
Johannes de Graaf.
Onder Hond,
St. Euftatius In kennilïe van my.
den3oJan. Was geteekent,
1778. Aliexander le Jeune.
Secretaris.
jT^VItrent Sonnenondergang den 2.6 December j
^ laatftleeden, quaamen een Brigantyn, en twee
of drie andere Vaartuigen, welkers Vlaggen ik niet
diftingueeren kon, in de groote Baay van Sr. Mar-
tin, buiten de Boom ten Anker. In den morgen
van den 27 quam Capitein Thomas Allo way,' een
Perfoon welk ik lang gekonnen had, by my in myn
Comptoir, my kennis geeven, dat hy door de voör-
fchreeve Brigantyn genoomen was; waar op ant-
woorde, het doet my leed. Alloway hernam toen*
dat twee Curacaofche Vrymannen in fijn Sloep ge-
noomen waren gêweelt, verfoekende te mogen wee-
ten yvat Happen noodig foude zyn, om aan delelvë
hunne vryheid te beforgen; waar om antwoorde,
foo deefe Vrymannen voorben zyn...”
|
|
7 |
|
“...verfcheide faaken waar
in defelve gerequireert heb, en regt had fe te ver-
wagten , egter foo eenige klagte van wat natuur, of
op wat grond ook, my toekomen, en redres in myn
vermoogen is, het zy tegens Molineux of eenig an-
der Onderdaan van de Koning myn Meelter, fal ik
niet de laagheid hebben na uitvlugten foeken, nog
de faak fiilfwygende laaten vallen.
In het begin van January heb ik U Edele laftïg
gevallen met een Copie van een Proteft en klagte
tegens de Heer Heyliger, Gouverneur van St. Mar-
tin, en de Heer van Heyningen, Secretaris van het
felve Eiland. Hier op heb ik geen antwoord beko-
men. Ik fal binnen korte in naam van de Koning
myn Meelter aan Uw Ed. fenden om een antwoord,
en hoop ’er een te bekoomen , die voldoende aan
hoogltdefelve mag voorkomen. Dog foo ’er hier
geen ontfang, fal waarfchynelyk deefe faak, nevens
de omftandigheeden van het uitruilen der Sloep
CHriftiana, en andere faaken meer, in Holland, na
Uw Edele aankomll aldaar, gediscuteert worden.
Ik heb de eer met behoorlyke...”
|
|
8 |
|
“...gemelde Gouverneur, na een ogenblik ft.llwV-
gen, en foo als het den Declarant toefcheen, nie£
fonder weerfin, bewilligde; maar hem M. Culloch
beval, dat de voorfz Prys niet fou hebben te blyven
leggen, maar de Havé terftond verlaaten; en verdef
deponeert niét.
ons de gemelde Raai-
den, den 1 April 1778.
Geteekent,
*Pieter Runnels (L.S.)
Olivier Oyen.
rPEr requifitie \........._ ......J__________ ...
-*■ Esq., Gouverneur en Commandant en Chel in
en over de Eilanden St. Euftatius, Saba en St. Mar-
tin, heede zynde den 6 April 1778, compareerde
in Perfoon, de Edele Agtbaare Johannes Runnels
refideerende in dit Eiland, en Burger in het felve*
welke, na den eed met de geregtelyke en behoorlyke
lolemnireit afselèfft te hebben, declareerde als voigp
Was geteekent,
Wilt Ault.
Beë'edigt in prefentie van
St. Euftatius.
Num,i38.
Voor de Edele Olivier Ojoi
cn Jacobus Seys Esq.j beide Lte'
den van den Raad 'van dit Eilan*’
L»at ny Declarant den 30 January laatltleeden...”
|
|