Your search within this document for 'ta' resulted in two matching pages.
1

“...geworden, een feekere Commidle van het Vice-Ad- miraliteits Hof van het Eyland Antigua, door den Heer William Pitts aan den Heere Gouverneur ter handen gedeld, geteekent door Edward Byam, Reg- ter van gemelde Admiraliteits Hof, in dato 8 July 1777, behelfende een authorifatie aan gemelde Wil- liam Pitts en John Fergudon van Antigua, en aan Thomas Halliburton en Frnfis Dawes van dit Ey- land, omme, in gevolge een ordre van gemelde Ad- miraliteits Hof, eenige Getuigen alhier , voor ge- noemde Com mi (Ta rillen of Gevolmagtigden op Inter- 1 rogatorien te brengen, na dat alvoorens den eed voor opgemelde CommilIarilTen door die Getuigen foude •zyn afgelegt, ende hulks relateerende een cafus litis- pendent voor meergemelde Admiraliteits Hof, wee- gens het Schip Watergeus, Schipper Adriaan Cha- telain, Laading en Toebehooren , van dit Eyland vertrokken, gedellineert na Zeeland, en door een Engelfch Oorlogfchip genomen, en te Antigua op- gebragt. Waar op gedelibereert, is gerefolveert en verftaan, dat...”
2

“...Alsdan fou aan een veel grooter en openbaarder Afvallige, ik meen de Bevelhebber van het Rebelle Zeerovers Vaartuig de Andrea Doria, de eerbewyfingen niet gedaan zyndiehy vanU Fort ontfangen heeft; nog fou hy tot Uw Tafel niet geroepen, fuperbe onthaalt, en fijn verfcheining aldaar voor een eer gehouden zyn: en de Koning myn Meefier niet foo grovelyk geinfulteert zyn geweeft, van het onmogelyk te maa- ken voor eenig getrouw Officier van defelve, om civiliteiten van Uw aan te neemen, of aan die Ta- fel plaats te neemen daar foo een verfoeyelyke Re- bel gecarrefieert is geweefi. Soo deefe Bevelhebber foo een refpeéiabel Caraéïer voor Uw had van eer- bewyfingen en complimenten van Uw te ontfangen, en fijn Crime hem niet beneede de geloofwaardig- heid gefonken heeft, dient voorfeeker een minder Misdadiger (want Rofs was geen Aanvoerder) niet met meerder infamie belaaden te worden. Dog, myn Heer, foo de Informatien die ik bekomen heb, waar zyn, (en fy koomen tot my door foo een meenigte canaalen...”